Bronnen bij Meritocratie: CITO voorstanders

Nederland is een land waar de elite, allemaal alfa , tegen alle vormen van rationaliteit is, dus ook tegen de CITO-toets. Het wonder is dat hij er ooit is gekomen, wat vermoedeijk het werk van enkele samenzweerders is die toevallig invloed hadden op het ministerie. Hier is er eentje (de Volkskrant, 22-01-2008, door Marten Roorda, algemeen directeur Cito):
  Citotoets voorspelt succes goed

De belangrijkste reden om de Citotoets te gebruiken, is dat hij onafhankelijke informatie oplevert voor kind, ouders en school, meent Marten Roorda.


In het Betoog (19 januari) geeft Ewald Engelen zes redenen om met de Citotoets te stoppen. In feite is zijn artikel een aanklacht tegen het gehele Nederlandse onderwijssysteem. Alle problemen die hij daarmee heeft, projecteert hij op de Citotoets, dat daarmee het meest verwerpelijke instrument wordt dat men kan verzinnen. Dat is nogal kort door de bocht. Wij hebben één alles overheersende reden om die toets wel te gebruiken en dat is de onafhankelijkheid van de informatie die hij oplevert. Voor het kind, voor de ouders en voor de school.
    Een korte reactie op de twee punten in Engelens verhaal die over de toets zelf gaan: de toets zou te eenzijdig zijn (schrale visie op menselijke talenten) en – anders dan Cito zegt – de toets zou in de praktijk fungeren als een intelligentietest.
  De Citotoets doet inderdaad alleen op basis van de vorderingen in taal, rekenen en studievaardigheden een uitspraak over het brugklastype dat naar alle waarschijnlijkheid het beste begin is in het voortgezet onderwijs. ...

In alle onderzoeken naar latere prestaties van kinderen, blijkt dat dit de beste voorspellers zijn. Net als de intelligentietest de beste voorspeller is bij baanselectie. Om de simpele reden dat de alternatieven allemaal gebaseerd zijn op menselijk oordeel door één of een klein aantal individuen. De subjecitiviteit zelve.
    De bezwaren zijn dan ook puur emotioneel:
...    Engelen spreekt van de terreur van de Citotoets en acht deze toets zo ongeveer allesbepalend in het verdere leven van kinderen. ...

Een gigantisch misverstand natuurlijk: het zijn niet de tests, maar de competenties van de kinderen die zo ongeveer allesbepalend in het verdere leven - de test meet slechts die competenties.
    Een ander punt (de Volkskrant, 24-01-2008, door Hans Luyten, universitair docent aan de faculteit gedragswetenschappen van de Universiteit Twente):
  Laatbloeiers zijn juist gebaat bij meer en vaker toetsen

De Citotoets geeft alle leerlingen een eerlijke kans en voorkomt dat het schooladvies wordt bepaald door afkomst en de intuïtie van de leraar, zegt Hans Luyten.


Volgens Ewald Engelen (het Betoog van 19 januari) is de Citotoets het symbool van de vroegtijdige en rigide selectie in het Nederlandse onderwijs. ...

Humor: het één heeft natuurlijk niets met het ander te maken. Net zoals aardbeien niets met vla of slagroom te maken hebben - het zijn willekeurig menselijke ideeën en daden die de twee verbinden.
  Het is echter nogal vergezocht om de Citotoets hiervoor als hoofdschuldige aan te wijzen. De traditie van vroegtijdige selectie in het Nederlandse onderwijs is immers veel ouder dan de Citotoets. Deze toets heeft er juist toe bijgedragen dat de selectie allereerst gebaseerd wordt op wat een leerling presteert. In vergelijking met veertig jaar geleden legt het prestatieniveau tegenwoordig veel meer gewicht in de schaal bij het advies van de basisschool en speelt de sociaal-economische achtergrond nog maar een zeer bescheiden rol.

Of:
  Het valt moeilijk in te zien hoe de afschaffing van de Citotoets een bijdrage kan leveren aan het tegengaan van vroegtijdige selectie en de daarmee samenhangende kansenongelijkheid. Wat zou er voor in de plaats moeten komen? Zou het schooladvies dan weer volledig gebaseerd moeten worden op de intuïtie van de leerkrachten? De Citotoets is juist ontwikkeld om alle leerlingen een eerlijke kans te geven en zoveel mogelijk te voorkomen dat ouderlijk milieu en afkomst een rol spelen bij de totstandkoming van het schooladvies. Gestandaardiseerde toetsen en leerlingvolgsystemen bieden leerkrachten juist een welkome ondersteuning bij het vormen van hun professionele oordeel over de ontwikkeling van hun leerlingen.
    De leerlingen die momenteel de dupe worden van de rigide en vroegtijdige selectie zijn niet gebaat bij een afschaffing van de Citotoets.

Tja ...
    Nog een reactie uit het echte leven (de Volkskrant, 22-01-2008, ingezonden brief van S. de Vries (Oosterbeek)):
  Cito moet blijven

De Citotoets is een straf voor leerlingen die niet voldoen aan de norm en het symbool van strenge en onverbiddelijke selectiviteit, meent Ewald Engelen (het Betoog, 19 januari). Er zijn kinderen die op de basisschool niet zo opvallen. Ze vervelen zich op school en maken zich niet druk om goeie cijfers. Als ze een 6 of een 7 halen vinden ze dat vaak genoeg. Mijn zoon was zo’n kind. Volgens de leerkrachten zou het vmbo geschikt zijn voor hem. Tot hij bij de Citotoets 547 punten haalde. Zonder probleem kon hij plotseling naar het vwo. Inmiddels is hij afgestudeerd aan de Technische Universiteit in Delft. Ik wil niet weten hoe zijn leven er uit zou hebben gezien als hij geen Citotoets had gemaakt. Ik kan me voorstellen dat er meer van dit soort kinderen zijn. Het zou jammer zijn als zij niet de kans krijgen om hun talenten te gebruiken.

Meer argumenten overbodig.

Waarop deze redactie dus dacht dat het pleit wel beslecht was, en het noteren van de bewijzen is gestopt. In 2016 komt nog een bevestiging, nadat de hardnekkige campagne van de alfa's succes heeft gehad (de Volkskrant, 21-01-2016, van verslaggever Rik Kuiper):
  Meer leerlingen naar havo en vwo door nieuw systeemm

Basisscholen gaven leerlingen in groep 8 vorig jaar gemiddeld een hoger schooladvies. Deze 'adviesinflatie' is te wijten aan de verandering van het systeem: het oordeel van de leraar is nu belangrijker dan de score op de eindtoets.    ...Basisscholen gaven leerlingen in groep 8 vorig jaar gemiddeld een hoger schooladvies. Deze 'adviesinflatie' is te wijten aan de verandering van het systeem: het oordeel van de leraar is nu belangrijker dan de score op de eindtoets.    ...

Hoe vanzelfsprekend: hun oordeel is subjectief en leerlingen zijn zielig.
  Dit stelt de Maastrichtse hoogleraar onderwijssociologie Jaap Dronkers, die de plaatsingscijfers van het ministerie van Onderwijs analyseerde. ...
    Vorig jaar veranderde de wijze waarop het basisschooladvies tot stand komt. Voorheen was de score op de eindtoets cruciaal, maar dat leidde tot stress bij leerlingen en klachten van ouders dat zo'n toets een momentopname was.

Voor welke bewering geen bewijs, op significant niveau.
  Nu moeten leerkrachten het advies al voor de afname van de eindtoets geven. Daarbij baseren ze zich op de prestaties die kinderen over een langere periode hebben geleverd.

Een smoes - je kan ook meerdere tests afnemen.
  Hoewel dit niet uit de cijfers valt af te lezen, zegt Dronkers te vrezen dat kinderen van laaggeschoolde ouders de dupe zijn van het nieuwe systeem. Critici spraken al bij de invoering van het nieuwe systeem de vrees uit dat het de sociale ongelijkheid vergroot. Een toets geeft een kind uit een zwak milieu dezelfde kansen als een kind uit een villawijk. Een leerkracht geeft de zoon van een advocaat misschien het voordeel van de twijfel, maar een meisje uit een achterstandswijk niet, aldus de critici. Bovendien kunnen mondige ouders voortaan het advies beïnvloeden, bijvoorbeeld door de leerkracht onder druk te zetten.
  Uit de berekeningen van Dronkers, die zijn analyse vandaag publiceert op het wetenschappelijke blog Stuk Rood Vlees, blijkt dat in 2015 - het eerste jaar dat het nieuwe systeem van kracht was - 37,4 procent van de kersverse brugklassers in een havo-, een havo/vwo- of een vwo-klas belandde. Dat was 1,5 procent meer dan in 2014, wat gelijk staat aan circa 3.000 leerlingen. In voorgaande jaren was nooit zo'n sterke stijging zichtbaar. Dronkers verwacht dat de adviesinflatie de komende jaren verder toeneemt.

Allemaal vanzelfsprekend. Bevestigd door:
  In grote steden steeg de hoogte van de adviezen volgens Dronkers sterker dan gemiddeld. In Almere, Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Utrecht en Tilburg samen steeg het aantal eersteklassers op havo of vwo met 2 procent ten opzichte van 2014. 'In steden is meer schaarste en zijn er meer kwaliteitsverschillen tussen scholen', zegt Dronkers. 'Daarom willen leerlingen heel graag een hoog advies, om daarmee de kans op een goede school terecht te komen te vergroten.'

En dat is nog maar het begin van de subjectiviteiten. Van subjectiviteit is er per definitie oneindig meer dan van objectiviteit (daarvan is er slechts één!).

Het voorgaande was equivalent aan het voorspellen van het opgaan van de zon - in de ochtend. De zon is ondertussen opgegaan (de Volkskrant, 14-04-2016, door Rik Kuiper):
  Assertieve ouders en subjectieve leraren

De ongelijkheid in het onderwijs neemt toe. Kinderen van hoogopgeleide ouders krijgen hogere schooladviezen, gaan naar betere scholen en halen uiteindelijk een hoger diploma dan even intelligente kinderen van laagopgeleiden. Dit constateert de Inspectie voor het Onderwijs.
...
2. Leerkrachten oordelen niet objectief

Het gaat waarschijnlijk niet bewust. Maar het is een feit dat leerkrachten leerlingen niet altijd objectief beoordelen. Uit De staat van het onderwijs blijkt dat kinderen van hoogopgeleide ouders vaker een schooladvies krijgen dat hoger is dan je op basis van de eindtoets zou mogen verwachten. Bij kinderen van laagopgeleide ouders ligt het advies juist vaak lager dan de eindtoets.
    Ironisch genoeg heeft het instrument dat veel objectiever beoordeelt wat een kind kan onlangs aan belang ingeboet. Lange tijd was op veel scholen de eindtoets in groep 8 cruciaal voor het schooladvies. Die toets - die veel stress veroorzaakte bij kinderen - keek naar je capaciteiten, niet of je de zoon van de vuilnisman of van een advocaat was.
    Sinds vorig jaar speelt de toets een minder grote rol. Leerkrachten geven het schooladvies nu al vóór de eindtoets, op basis van de resultaten van een kind door de jaren heen. Op die manier beoordelen ze niet de foto maar de film, zo was de gedachte.
    Voor twijfelgevallen kwam er een ontsnappingsroute. Eventueel kan het advies na een opvallend goed gemaakte eindtoets nog naar boven worden bijgesteld. Alleen: dat gebeurt vaak niet, constateert de Onderwijsinspectie nu. Eén op de zes leerlingen - vooral kinderen van laagopgeleide ouders - zou op basis van de eindtoets een advies moeten krijgen dat 'minimaal één volledige schoolsoort' hoger is dan het aanvankelijke advies. Bij slechts 15 procent van deze kinderen wordt het advies ook daadwerkelijk opgehoogd. Jammer, zo stelt de inspectie in De staat van het onderwijs. 'Bij twijfel vinden wij het verstandig om leerlingen een hoger advies te geven, omdat dit voor de loopbaan van de leerling vaak gunstig uitpakt.'     ...

Dit allemaal weer op instigatie van de idioten van de PvdA een soortgelijken. De alfa's. "Het is zo zielig, al die cijfertjes ..."


Naar Meritocratie , of site home .

2009