Bronnen bij Financiële wereld: crisis

.2008


 

De Volkskrant, 20-09-2008, door Rob Vreeken

Q & A: Don't mention the... !

Wat zijn de oorzaken van de kredietcrisis?

Dat heeft allemaal al in de kranten gestaan. Pardon, bijna allemaal. Over één belangrijke oorzaak wordt niet gesproken, het lijkt wel of er een samenzwering is om het te verzwijgen: de Basil Fawlty-factor.

En dat is?
Don't mention the war! De Irakoorlog heeft de Amerikaanse economie vacuüm gezogen. Vandaar de implosie die we nu beleven. Volgens Joseph Stiglitz is de oorlog een belangrijke verborgen - oorzaak van de crisis. De Irakoorlog heeft de VS al 3,3 biljoen dollar gekost, volgens zijn boek The Three Trillion Dollar War, dat langs uitkwam. De regering-Bush heeft de oorlog geheel en al op de pof gefinancierd.

Wie is Joseph Stiglitz?
Voormalig chief economist van de Wereldank. Voorzitter van de raad van economische adviseurs in de regering -Clinton. Winnaar van de Nobelprijs voor economie in 2001. Een van de knapste economen die Amerika heeft. Twee jaar geleden voorspelde hij dat de Amerikaanse economie binnen twee jaar ineen kolossale crisis zou belanden. Maar ja, kritisch hè, en geen slippendrager van de vrije markt, dus er zijn nogal wat mensen die hem liever negeren.

Was het nou 3 biljoen of 3 triljoen?
Biljoen. Een 1 met 12 nullen. In het Engels is dat trillion, niet billion. Billion is in het Nederlands miljard, en het Nederlandse triljoen is in het Engels quintillion. Om maar te zwijgen van biljard en triljard, een 1 met 21 nullen. Het is allemaal zo ingewikkeld dat, als je in het internationale betalingsverkeer maar genoeg goochelt met dergelijke bedragen, met vertaalfouten en al, de zaak vanzelf in de soep loopt. Volgens Stiglitz is de 'three trillion' uit zijn boektitel trouwens een behoudende schatting. Waarschijnlijk belopen de echte kosten van de Irakoorlog 5 tot 6 triljoen.

Biljoen.
Shit, ja. Dat is bijna tweederde van de staatsschuld van de Verenigde Staten. Gistermiddag om een uur bedroeg die 9.649.923376.126,51 dollar, volgens de klok op www.brillig.com/debt_clock. Drie uur later was de staatsschuld gestegen tot 9.650.137.062.058,66 dollar.

Wat leren we hiervan?
Voor de hele wereld is nu wel duidelijk dat het Amerikaans economisch model failliet is. Wat de val van de Berlijnse muur was voor het communisme, is de kredietcrisis voor het neoliberalisme. Vroeger stuurden de VS meteen de CIA erop af als een land in Latijns-Amerika het waagde de banken te nationaliseren. Nu doen ze het zelf.

Hoe nu verder? Moeten we het socialisme maar weer van stal halen?
Nee, het Stiglitzisme.
 

De Volkskrant, 24-09-2008, van correspondent Philippe Remarque

Wal-Mart-klant weet wel raad met die lui van Wall Street

Noodplan wekt verontwaardiging bij gewone Amerikaan | 'Stop bankiers in een ton en zink ze af in de Stille Oceaan'

Amerika kent geen klassenstrijd, zeggen ze altijd. Maar tussen Wal-Mart en Wall Street is het toch een beetje oorlog dezer dagen. Neem de straffen die sommige klanten van het Wal-Mart-filiaal in deze minder bedeelde voorstad van Washington voor de Wall Street-bazen bedenken.
    ‘Iemand die het land failliet maakt en dan toch met 15 miljoen wegloopt, moet naar de gevangenis’, zegt Bob Burall, een gepensioneerd ambtenaar, en hij zet zijn tanden in een broodje meatball.
    ‘Ze moeten ze gewoon allemaal in een grote ton doen, naar de Stille Oceaan brengen en afzinken’, vindt aannemer Andrew Peters, die op zoek is naar een goedkoop koffiezetapparaat.
    ‘Wij verkopen voor minder’, belooft Wal-Mart met grote letters aan de veelal zwarte Amerikanen die hun wat aftandse auto’s op het immense parkeerterrein zetten. Ruwweg de helft van hen heeft niet van de crisis gehoord.
    Maar degenen die het wel weten, zijn boos. ‘Kijk naar al die mensen die hun huizen verliezen, waar hun hele spaargeld in zat. De regering helpt hen niet’, fulmineert aannemer Peters, die zelf al een jaar zonder werk zit door de crisis op de huizenmarkt. ‘Maar degenen die deze puinhoop hebben veroorzaakt, krijgen miljoenen. Doen ze dat in Nederland ook zo?’
    Twintig mijl verderop, op Capitol Hill, proberen minister van Financiën Paulson en Centrale Bank-chef Bernanke steun te verwerven voor hun omstreden noodplan van 700 miljard dollar. Maar op de hoorzitting in de Senaat vertelt senator Sherrod Brown over de honderden mails, brieven en telefoontjes die hij krijgt van zijn kiezers: ‘Ze zijn allemaal negatief over het plan.’
    Die mensen, rekent Brown voor, verdienen 60 of 70 duizend dollar per jaar. ‘En nu moeten ze topmannen op Wall Street te hulp schieten die dat jaarlijks neerleggen voor hun lidmaatschap van de country club. Is het niet gepast als Wall Street hun excuses aanbiedt?’
    In Amerika vindt je geen verontwaardigde lijsten van ‘graaiers’ in de krant. Maar nu de fat cats hulpbehoevend zijn, is hun soms ‘8-cijferige’ vergoeding plotseling een politiek gevoelig punt geworden.
    De brievenrubrieken van de kranten staan bol van verontwaardiging over het ‘socialisme voor rijke gokkers’: ‘Middenklasse burgers als ik hebben niet geprofiteerd van de zeepbel-jaren, en ik zie niet in waarom we nu schuld moeten afbetalen die is ontstaan door roekeloosheid en hebzucht.’
    De Democraten op Capitol Hill eisen dat bestuurders van bedrijven die aanspraak maken op de hulp van het noodfonds niet te veel meer mogen verdienen. De vader van het plan, Paulson, waarschuwt dat ze dan misschien niet meedoen aan het noodplan.
    Presidentskandidaat Barack Obama springt er dinsdag bovenop: ‘Ik kan me geen egoïstischer en hebzuchtiger houding voorstellen op een moment van nationale crisis. Ik zou rechtstreeks tegen die topmannen willen zeggen: bega die vergissing niet. Dit plan mag geen sociaal programma voor Wall Street-bazen worden.’
    De Republikeinen vinden de combinatie van miljoenensalarissen en steun uit een noodfonds ook onverkoopbaar aan het publiek.
    John McCain, die al vanaf het begin van de crisis tegen de hebzucht op Wall Street protesteert, is nu voor loonbeperking. Hij vindt dat de topmannen van de betrokken banken niet meer mogen verdienen dan de 400 duizend dollar die de best betaalde Amerikaanse ambtenaar krijgt, de president.
    Met een dergelijke wijziging kan de reddingsoperatie op meer welwillendheid rekenen. Want over de noodzaak is iedereen het eens. Paulson en Bernanke prijzen hun plan aan met de waarschuwing dat als de kredietmarkt niet functioneert, banen verloren gaan en op meer huizen beslag zal worden gelegd.
   En dat is precies wat de klanten van Wal-Mart in Landover zeggen. ‘Er moet iets gebeuren, en snel’, maant Bill Clark, die werkt in een opslagbedrijf. ‘Anders lijden de kleine lieden nog meer.’
 

de Volkskrant, Het Vervolg, 20 september 2008 (pagina 35)
Philippe Remarque

De grote gokmachine is kapot

Wat in 2007 begon met hebberige Amerikanen en agressieve hypotheekverkopers, is uitgedraaid op een financiële crisis die aan 1929 doet denken. Hoe komt het toch dat Amerikanen zo gemakkelijk op krediet leven? Door Philippe Remarque

Tussentitel: ‘Er is hier geen cultuur van sparen. Amerikanen zijn verslaafd aan geld uitgeven’

Geld, daar kun je in Amerika makkelijk aan komen. Bij de kassa van een kledingwinkel of een drogist wordt je een creditcard aangeboden. Op de campus van de universiteit kun je een gratis stuk pizza krijgen als je er een neemt . En wie in de problemen komt, kan altijd een voorschot op zijn loon nemen bij een Payday lender. Get cash now!, lichten borden met neonletters op in de avond. Als het echt niet meer gaat, sla je af bij die zuil langs de weg die ‘nog vandaag geld’ belooft. In het kantoortje nemen ze dan in ruil voor geld je auto in onderpand.
Wie een huis bezat, kon het ook makkelijk te gelde maken. Veel Amerikanen namen een nieuwe hypotheek om aan geld te komen, bijvoorbeeld om hun creditcardrekeningen te betalen. Omdat de huizenprijzen toch bleven stijgen, konden ze gerust wat risico nemen, zeiden de hypotheekadviseurs.

Venus Williams (‘Ik heet zoals de tennisster, maar ik heb niet haar geld’) nam zo’n hypotheek. ‘Het was zes procent rente, zei die adviseur. Maar ik merkte pas later, toen mijn man dood was, dat het een variabele rente was.’ Nu moet ze veel meer betalen, terwijl het huis in waarde is gedaald. Had ze dat dan niet van te voren kunnen weten? ‘Die man zei er niets over. En de hypotheekvoorwaarden, de kleine lettertjes, dat is een soort gouden gids. Dat kun je niet allemaal lezen.’ Ze is nu verwikkeld in een beslagprocedure, zoals miljoenen Amerikanen.

Kaartenhuis
De onbetaalde hypotheken van mensen als Williams bleken de onderste kaart die uit het kaartenhuis wordt weggetrokken. Want sinds de deregulering van de jaren negentig handelde Wall Street grif in hypotheekschulden. En was daarbij al net zo gulzig en risicobereid als de kleine hypotheekhouders. Gerenommeerde investeringsbanken speculeerden met grote hoeveelheden geleend geld. Op het hoogtepunt, vorig jaar, leenden ze gemiddeld 32 dollar voor iedere dollar die ze bezaten.

Nu de Amerikaanse huizen- en schuldenzeepbel is geklapt, zijn ze gevloerd. Lehman Brothers failliet, Merrill Lynch overgenomen en Morgan Stanley op zoek naar een bieder. De bovenkant van het kaartenhuis is naar beneden gekomen.

Hoe komt het toch dat de Amerikanen zo makkelijk op krediet leven? Volgens krediet- en faillissementsspecialist Adam Levitin van Georgetown University is de huidige generatie Amerikanen ‘verslaafd aan geld uitgeven’. ‘Grof gezegd willen ze gelijke tred houden met de buren en een even mooie auto hebben. Er is hier geen cultuur meer van sparen.’ Het spaarquotum (deel van het inkomen dat niet wordt geconsumeerd) zweeft in de VS al jaren rond de 0, terwijl het 25 jaar geleden nog elf procent was, zoiets als in Nederland.

De meeste creditcardbezitters betalen niet af wat ze maandelijks uitgeven, maar schuiven de schuld vooruit. ‘Risico nemen en ondernemerschap zijn diep geworteld in de Amerikaanse cultuur’, zegt Levitin. Schulden horen daarbij. ‘Onze founding fathers zaten diep in de schulden. Enkelen van hen werden er zelfs voor opgesloten.’

Het brengt de Amerikaanse economie veel goeds: zonder de bereidheid grote risico’s te nemen en ook failliet te gaan, waren er lang niet zoveel innovaties geweest. De creditcards werken als smeerolie voor de huidige economie, die wordt aangedreven door persoonlijke consumptie. Maar er is een duidelijke keerzijde, zegt Levitin. ‘Als je te veel schuld hebt, werk je alleen nog voor je crediteuren.’ Dit jaar hebben al 1,1 miljoen Amerikanen hun faillissement aangevraagd bij de rechter. Sinds de zomer van 2007 hebben meer dan 770 duizend huizenbezitters hun huis terug moeten geven.

Kredietexplosie
De Amerikaanse volksaard is hiervoor geen afdoende verklaring, zeggen specialisten. ‘Zo’n groot verschil tussen mensen is een zeldzaamheid. Het komt door de instituties en de regelgeving’, zegt Robert Lawless, hoogleraar faillissementsrecht aan de universiteit van Illinois. De afgelopen decennia, zegt hij, is er een ‘explosie in consumptiekrediet’ geweest.

Het was het onbedoelde gevolg van een Supreme Court-beslissing, waardoor geldverstrekkers hogere rentes konden vragen. Daar kwam de grote dereguleringsgolf van de jaren negentig achteraan. Het werd steeds makkelijker om aan krediet te komen voor nieuwe groepen mensen die voorheen als te riskant werden gezien.

‘Bush wilde een natie van huiseigenaren en negeerde alle veiligheidsmaatregelen. Alan Greenspan (jarenlang de chef van de Centrale Bank) deed er aan mee. Hij was tegen regulering’, zegt Kathleen Day van het Center for Responsible Lending, een onafhankelijk instituut dat pleit voor strengere regels en meer bescherming.

Day’s instituut wijst met de beschuldigende vinger naar de hypotheekmakelaars, die hypotheken met variabele rentes en allerlei verbogen gebreken aanboden. ‘Het was heel verleidelijk voor mensen. Niemand vertelde ze wat er precies zou gaan gebeuren.’ Hypotheekadviseurs kregen volgens Day en andere specialisten meer commissie voor klanten die boven hun vermogen leenden, omdat die meer rente moesten betalen wegens hun geringere kredietwaardigheid.

‘Het ging er helemaal niet meer om of de klant ooit in staat zou zijn tot terugbetalen, integendeel. Het was een krankzinnige mentaliteit’, zegt Day. Bovendien blijkt uit onderzoek dat zes op de tien leners wel degelijk kredietwaardig waren, maar ten onrechte zo’n duurdere ‘subprime’-hypotheek in de maag gesplitst kregen. Zelfs de ex-voorzitter van de Hypotheekbankenvereniging geeft nu toe dat geldverstrekkers en adviseurs de klanten zijn ‘vergeten’, omdat ‘geld verdienen en commissie belangrijker waren’. Ook Centrale Bankchef Ben Bernanke spreekt over ‘oneerlijke’ en ‘bedrieglijke’ hypotheken. Het zijn vooral zwarte Amerikanen en andere minderheden die hier in trapten, en nu in problemen verkeren.

Dezelfde lager opgeleiden kampen met hoge creditcardschulden of vergalopperen zich bij de Payday-lenders. De bedrijven voldoen aan de wet als ze hun trucs en verborgen kosten maar openbaren aan de klant. Als die de kleine lettertjes niet leest, is dat zijn eigen verantwoordelijkheid.

De Amerikaanse politiek heeft weinig aan consumentenbescherming gedaan. Alleen voor militair personeel geldt een maximale rente van 36 procent, wat de excessen van payday lending voorkomt. Waarom krijgen gewone burgers die hulp niet? De specialisten wijzen erop dat de financiële industrie een van de agressiefste lobby’s in Washington is, en meer geld bijdraagt aan campagnefondsen van politici dan enige andere branche.

Neem de faillissementswet uit 2005, volgens hoogleraar Lawless ‘een schoolvoorbeeld’ van een gekochte politieke beslissing. De wet is in basis geschreven door de zelfde creditcardbedrijven die er nu van profiteren. Hun schuldenaars blijven langer in de zogeheten ‘sweatbox’ zitten, waarin ze hoge rente moeten blijven betalen aan de creditcardbedrijven. Democraten en Republikeinen stemden voor. Een van hen was senator Joe Biden, Obama’s running mate. In zijn staat Delaware zitten veel financiële bedrijven die hem steunen.

Op de trein stappen Econoom Christian Weller van de denktank Center for American Progress, zat zelf een paar jaar geleden tegenover een hypotheekmakelaar omdat hij een huis wilde kopen. ‘Zij was een voormalige kleuterleidster, en ze zei tegen mij en mijn vrouw, beiden economen, dat we makkelijk risico’s konden nemen, omdat de huizenprijzen al tien jaar lang met 10 tot 15 procent per jaar stegen. Er is dan druk om ook op die trein te stappen.’

Weller deed het niet, maar hij heeft alle begrip voor de miljoenen die wel meededen. Hij ziet vooral de economische dwang waaronder ze leven. ‘Hoe kan een hele bevolking zich onverantwoordelijker gedragen dan andere volkeren of de generaties voor hen? Het komt door de economische basis.’

Hij rekent voor hoe gezinnen vanaf de recessie van 2001 steeds minder geld te besteden hadden. Ondanks economisch herstel bleven ze banen, pensioenopbouw en ziektekostenverzekering verliezen. ‘Maar de huizenprijzen stegen. Dus was het erg verleidelijk om het eigen huis als pinautomaat te gebruiken.’ Het waren volgens Weller hetzelfde blinde optimisme en de groepsdwang die ten grondslag lagen aan wat er in de bankwereld gebeurde. Op Wall Street werd gegoocheld met nieuwe financiële instrumenten die zo ingewikkeld waren dat weinigen de risico’s begrepen. ‘Er was al heel lang geen grote financiële crisis geweest. En als alle concurrenten het doen, moet jij ook wel.’

Bovendien werden er gigantische bedragen mee verdiend. ‘Een zeepbel is pas een zeepbel als hij uiteenspat. Iedereen denkt: als de markt deze prijs betaalt, moet hij wel juist zijn.’ Juist daarom ziet Weller het gebrek aan regulering, de passiviteit van Alan Greenspan en ‘de complete onwetendheid’ in de regering-Bush over deze mechanismen als de belangrijkste fouten die zijn gemaakt.

Dag van de afrekening
Nu is het in Amerika de ochtend na het wilde feest, als slechts glasscherven, verschaald bier en bonkende koppijn resten. Een land dat op alle niveaus boven zijn stand heeft geleefd, komt tot inkeer. ‘De dag van de afrekening is gekomen’, zegt Lawless. ‘We zullen nu moeten leven met minder krediet en consumptie.’

Het is al veel moeilijker geworden om een lening of hypotheek te krijgen. Klanten moeten weer een bedrag inleggen en bewijzen dat ze genoeg verdienen. De creditcardbedrijven maken het moeilijker om al te veel geld op te nemen. American Express heeft de kredietlimiet verlaagd voor de helft van zijn tien miljoen klanten.

Op Wall Street is de grote gokmachine kapot. De macht is in een klap verschoven van de eens zo triomfantelijke investeringsbanken naar de gewone, degelijke banken die echt geld van klanten beheren. Onder economen wordt gedebatteerd of dit het einde is van een ‘zeepbel van dertig jaar’, zoals de grote investeerder George Soros deze lente in een boek stelde.

En ook de politiek is om. Terwijl Bush gedwongen is steeds verder staatsingrijpen toe te staan, roepen zijn mogelijke opvolgers John McCain en Barack Obama om het hardst om nieuwe regulering. Er moet iets aan de hand zijn, als de Republikeinse kandidaat de oorlog verklaart aan degenen die de financiële wereld ‘als een casino hebben bespeeld’
 

Tussenstuk:
‘Het bood gemak en glamour’

Capitol One is de hardnekkigste. Al zeker dertig brieven zijn binnengekomen. ‘Philippe, groot nieuws! Je bent voorgeselecteerd voor deze creditcard, zonder jaarpremie en met een variabele rente van 13,9 procent.’ Met een beloning in het vooruitzicht: ‘Gebruik je kaart de eerste negentig dagen, verricht je minimumbetalingen op tijd en we geven je automatisch meer krediet.’

Katrina Clements, een zwarte verpleegster uit Maryland, kreeg ook dit soort brieven. Ze vulde de ‘No-Hassle 1-Minute Application’ in, en bezat al gauw een creditcard waarmee ze dingen kon kopen. Het bood, zegt ze ‘gemak en glamour’. ‘En als je maar elke maand het minimumbedrag betaalt, blijft je creditcard goed. Dat heb ik jaren gedaan.’

Toen ze een keer op televisie 18 duizend dollar won bij The price is right kwamen er nog veel meer aanbiedingen per post. Clements nam steeds meer creditcards. ‘Ik kocht en ik kocht. Als ik leuke schoenen zag, nam ik meteen twee paar. Een mooie jurk? Die moest ik in het wit en in het zwart hebben.’ Ze reisde naar Rome, en vaak naar de Caribische eilanden. Ze kocht zelfs een Mercedes.

Soms was het moeilijk het minimumbedrag van de creditcard te betalen, maar dat kon ze vaak oplossen door te betalen met een andere creditcard. ‘Ik zat vaak tot twee uur ’s nachts aan de keukentafel, te kijken hoe ik de ene schuld met de andere kon dichten.’

Wat ze niet had beseft, was dat wie alleen het maandelijkse minimumbedrag betaalt, een steeds hogere schuld krijgt. ‘Wie let nou op de kleine lettertjes? Na een tijdje betaal je met dat minimumbedrag niets meer af, en is het alleen nog de rente op je schuld.’ Op het toppunt had ze honderd creditcards en een schuld van 75 duizend dollar.

De First Baptist Church in Glenarden bood uitkomst. De dominee preekt veel over schulden en maant zijn zwarte kerkgangers minder te kopen en geen krediet op te nemen. Tijdens zijn diensten komen sommigen naar voren en knippen bij het altaar hun creditcards door.

Clements leerde in de werkgroep ‘financiële vrijheid’ dat schuld een ‘staat van slavernij’ is, die God afkeurt.

Nu leeft ze met ‘discipline’, zegt Clements. Niet meer steeds uit eten, geen grote cadeaus met de feestdagen. Ze heeft alleen nog een debitcard, een bankpasje waarbij het bedrag meteen van je bankrekening wordt afgeboekt. ‘Ik slaap er veel beter door.’


Van onze verslaggevers Michiel Haighton, Michael Persson
gepubliceerd op 09 oktober 2008 02:45, bijgewerkt op 9 oktober 2008 08:51

‘Nationalisatie alle grote banken enige oplossing’

Britse premier: Markt functioneert niet meer | Crisis is weer een fase verder


Tussentitel: 'Het gaat erom dat we controle op het bestuur van de anken krijgen.'

Het was niet één bank, het waren er niet twee, niet drie, maar acht tegelijk. Met een injectie van 50 miljard pond (63 miljard euro) werd de Britse staat gisteren in één klap mede-eigenaar van een fors deel van het bankwezen. Een gedeeltelijke nationalisatie, want ‘de markt functioneert niet meer’, aldus premier Gordon Brown. ‘Om het banksysteem gezond te maken, stoppen wij er nu kapitaal in.’
    De vraag is nu: welke banken zullen volgen? Welke landen zullen volgen?
    Misschien wel allemaal, zegt Paul de Grauwe, hoogleraar internationale economie aan de universiteit van Leuven in België. Volgens hem kunnen andere Europese landen niet achterblijven. ‘De enige oplossing om uit de huidige financiële crisis te geraken is de nationalisatie van de grote banken.’
    Ook Arnoud Boot, hoogleraar financiële markten aan de Universiteit van Amsterdam, zet in op gedeeltelijke nationalisatie – van grote én kleine banken. ‘Het gaat erom dat we controle op het bestuur van de banken krijgen.’
    Eerder nam de Britse overheid twee banken over. Nederland kocht Fortis, België en Frankrijk kochten Dexia, en Frankrijk wil meer. Gisteren zei de Franse premier Fillon dat de weg moet worden vrijgemaakt voor nieuwe kapitaalinjecties in banken. Ook in Duitsland gaan stemmen op voor de oprichting van steunfondsen.
    In de ogen van De Grauwe is het onwaarschijnlijk dat sommige banken het op eigen houtje zullen redden. Niet-genationaliseerde banken zullen verzwakken, doordat mensen hun geld bij de (veilige) staatsbanken zullen stallen.
    Nadeel is dat grootscheepse nationalisatie tot minder concurrentie zal leiden, zegt Elmer Sterken, hoogleraar monetaire economie in Groningen. ‘Het brengt misschien rust op de korte termijn, maar op de lange termijn krijg je problemen met weinig efficiënte banken.’ Als je toch gaat nationaliseren, doe dat dan alleen met gezonde banken. ‘De overheid moet niet de rommel opruimen die slechte managers hebben achtergelaten.’
    Casper de Vries, hoogleraar monetaire economie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam, vindt nationalisatie van alle banken evenmin een goed idee. ‘Alleen als uiterste redmiddel misschien. Maar daar vind ik het nog te vroeg voor. De overheid is geen bankier.’
    Aan de andere kant vindt ook Elmer Sterken dat nationalisatie rust en vertrouwen kan genereren. Daarnaast krijgt de overheid een extra instrument om de financiële geldstromen weer op gang te brengen. In Groot-Brittannië worden de genationaliseerde banken door de overheid verplicht geld aan elkaar te lenen, wat ze nu niet durven. Ook moeten de banken weer leningen verstrekken aan bedrijven en huizenzoekers.
    Nationalisatie gaat dan ook verder dan de Amerikaanse steun van 700 miljard dollar, die alleen bedoeld is om dubieuze leningen over te nemen – niet om stukken bank, en daarmee zeggenschap, te kopen. Het geeft aan dat de crisis weer een fase verder is: met renteverlagingen door de centrale banken, rechtstreekse kredieten van centrale banken aan bedrijven en het kopen van banken door overheden wordt nu alles uit de kast gehaald om de financiële markten weer in beweging te krijgen.
    Nu die markten nog. In reactie op de Britse bankenredding daalde de FTSE-index in Londen gisteren met 5 procent.

 


Van onze verslaggeefster Samira Ahli
gepubliceerd op 09 oktober 2008 04:01, bijgewerkt op 9 oktober 2008 08:37

Over de crisis blijven de studenten wél napraten

De Universiteit van Amsterdam heeft een 'huiskamer' ingericht voor dagelijkse discussie over de crisis. 'Eindelijk zie je dwarsverbanden.'

Vertrouwen is het belangrijkste, maar waarop moeten we dat baseren? Neemt de overheid wel de juiste maatregelen tegen de kredietcrisis? Moeten we niet naar een heel ander financieel systeem? Het zijn vragen die niet aan bod komen in de gewone colleges aan de Faculteit Economie en Bestuurskunde (FEB) van de Universiteit van Amsterdam. ‘En in de krant lees je wel over de actualiteit, maar niet over de economische structuren die erachter zitten’, zegt Roxanne (22), derdejaars studente macro-economie.
    Daarom is in de hal van de FEB een ‘huiskamer’ ingericht waar niet alleen studenten van de faculteit, maar ook alle andere belangstellenden hun prangende vragen kunnen stellen. Sinds maandag belicht hier elke middag een andere wetenschapper van de universiteit de achtergronden van de kredietcrisis.
    Ongeveer honderd man zit of staat woensdag rondom het salontafeltje waaraan Wouter den Haan, hoogleraar macro-economie, heeft plaatsgenomen. Anderen luisteren toe vanaf de galerij op de tweede verdieping.
    Het initiatief voor Room for Discussion, zoals de gesprekken zijn gedoopt, komt van derdejaars student bedrijfseconomie Maurits Kruithof (21), tevens de gespreksleider. ‘Toen ik hier de dinsdag na Zwarte Maandag kwam, viel me op dat er weinig over de crisis werd gesproken’, zegt Kruithof. ‘Er was geen ruimte waar mensen konden discussiëren. Ik vond de hal ideaal hiervoor en de decaan was het met me eens. Studenteninitiatieven worden lang niet altijd gehonoreerd, maar hiermee kan de UvA zich onderscheiden.’
    Het ‘huiskamercollege’ begint met een vraaggesprek tussen Kruithof en Den Haan. Daarna kan zijn publiek uitleg vragen. De hoogleraar antwoordt doorgaans op geruststellende toon: ‘In Japan heeft de financiële crisis ook maar een klein effect gehad op de reële economie.’ Maar wanneer een student oppert de goudstandaard weer in te voeren, is daar de besliste toon van de docent: ‘Dan zouden we nog verder van huis raken.’
    Terwijl studenten na afloop gewoonlijk haastig de collegebanken uit rennen, blijven ze nu in groepjes napraten. ‘Op deze manier krijg je veel meer dwarsverbanden te zien’, zegt Janneke (22), derdejaars studente macro-economie. ‘Onderwerpen worden aan elkaar gekoppeld, die gewoonlijk in verschillende vakken worden behandeld. Dat maakt het interessanter.’
 

 


27-09-2008, door Wim Bossema

Het debat in: het Westen

Bankcrisis toont het gelijk van Galbraith: de vloek van het zelfbedrog

Over:
Betekent de financiele crisis het einde van de hegemonie van het vrije-marktmodel? Door: Galbraith sr., Galbraith jr., Stiglitz Waar: Thenation.com, Huffington-post.com

Dit zijn dagen om het werk van John Kenneth Galbraith te herlezen. Hij schreef hét standaardwerk over de beurskrach op Wall Street in 1929, maar relevanter nog is misschien zijn boekje uit 2004 met de titel The Economics of Innocent Fraud.
    Ondertitel: Truth for our Time. Bescheiden was hij al nooit, maar dit schreef hij aan het eind van zijn leven, als laatste wijze woorden van een profeet die onder de presidenten Roosevelt en Kennedy furore maakte, maar vanaf de jaren tachtig werd weggeduwd toen de vrije-marktaanbidders uit Chicago (Milton Friedman) in de mode raakten. Galbraith stierf in 2006, hij werd 97.
    Met innocent fraud doelde Galbraith op een vorm van zelfbedrog dat hoogtij viert zowel in het zakenleven als in het wereldje van economen. De overtuiging dat alles vanzelf goed komt als de markt aan zichzelf wordt overgelaten is eigenlijk alleen gebaseerd op algemeen gepapegaaide wijsheden, 'conventional wisdom' in Galbraith' beroemde frase van ruim een halve eeuw geleden. Het komt meestal niet voort uit kwaadaardigheid, maar uit kritiekloos denken.
    En dan is iedereen verbaasd als het plotseling volkomen misgaat. Hoewel elke kritische econoom de crisis had kunnen zien aankomen. Zo ging het met internetzeepbellen in de jaren negentig en met de Aziatische crisis, schreef Galbraith in zijn levensavond. Dat was in de tijd van het Enron-schandaal, met echte fraudeurs - ook voor de wet. Maar aanvankelijk leken de boeven zich van geen kwaad bewust.
    Galbraith zou waarschijnlijk hebben gesmuld van het drama dat zich nu voltrekt in de financiële wereld, niet, uit leedvermaak, maar als bevestiging in optima forma van zijn visie.
Nu oogst zijn zoon James Kenneth Galbraith, thans een vooraanstaand econoom, uit naam van zijn vader. In een,artikel in het tijdschrift The Nation schrijft hij: 'De markt is ingestort, alleen de overheid kan ons nu redden.' Na dertig jaar lijkt het gekibbel opeens beslist: nu is iedereen voor overheidsingrijpen met Bush' minister van Financiën Paulson en centrale bankdirecteur Bernanke voorop.
    Maar voor de 700 miljard die de belastingbetalers aan de rotte appels van de financiële wereld gaan uitgeven moet het Congres stevige invloed op de vrije markt eisen, vindt Galbraith. Hij publiceert om te beginnen een lijst clausules waaraan het zakenleven zich zou moeten onderwerpen, teneinde fraude, belangenverstrengeling, zakkenvullerij te bestrijden.
    Inderdaad is de vraag of de overheid een rol moet spelen niet meer aan de orde. Ook de rechtste Republikeinen zien dat het niet meer anders kan, in deze puinhoop die begon met de kredietcrisis. Zij moeten noodgedwongen afstand doen van hun 'mythe van de twee sectoren', zoals vader Galbraith het noemde in The Economics of Innocent Fraud: de publieke sector naast de particuliere sector. Dat is de kern van het zelfbedrog onder vrije-marktadepten. Hun geloofsartikel nummer één is: de overheid moet zich zo min mogelijk met de economie bemoeien. Vandaar het beleid van privatisering en deregulering vanaf de reagonomics van de jaren tachtig.
. Maar iedereen heeft zich een rad voor ogen laten draaien, schreef Galbraith: in werkelijkheid raken de twee sectoren meer en meer verweven: door privatisering dringt het bedrijfsleven de publieke sector binnen en de overheid is van levensbelang voor industriële sectoren, de wapenindustrie om maar wat te noemen.
     Dat het idee van streng gescheiden sectoren schijn en zelfbedrog was, blijkt de afgelopen weken natuurlijk meer dan ooit. Nationalisaties, reddingsplannen, geldinjecties uit de schatkist. 'Socialisme voor de rijken', wordt het genoemd. De bonussen zijn al opgestreken door de managers.
     Ook een relevant inzicht van Galbraith: niet de markt (die heb in je in elk economisch systeem) maar de corporaties, de grote bedrijfsconglomeraten, vormen de kern van het hedendaagse kapitalistische systeem en daarbinnen zijn het niet langer ondernemers of aandeelhouders die de dienst uit maken maar managers die gemakkelijker risico nemen. Dat vrije bedrijfsleven heeft de cultuur van een bureaucratie gekregen, schreef hij. Overheidsbureaucraten en bedrijfsbureaucraten wisselen van plek, van ministerspost naar bedrijfsleven en vice versa, één grote incestueuze club.
    Iets om bij te stil staan: gaan die ontslagen gokkers van de banken nu niet hoge posities bij de nieuwe toezichthoudende instellingen van de regering bekleden?
    Nog maar kort geleden bekeken de toonaangevende economen in het Westen die gezond-verstand inzichten van Galbraith met minzaam dedain. In 2005 verscheen een geweldige biografie van Galbraith. Biograaf Richard Parker ijverde voor eerherstel van Galbraith' sociale ideeën in de economische wetenschap. Op symposia over het boek was de teneur: alleen economen boven de 70 jaar lezen nog Galbraith. Hij is passé, het kapitalisme heeft gezegévierd over het communisme; de mondialisering betekent dat iedereen op aarde weldra onder het kapitalisme zal leven.
    Een van de kritische economen die het stokje van Galbraith hebben overgenomen is Joseph Stiglitz. Vanaf de jaren negentig ontmaskert deze oud-Wereldbankeconoom de illusies van de neoliberale economen, die hij de 'marktfundamentalisten' noemt. Hun model van mondialisering - opleggen van liberalisering, ontmanteling van de overheid, open handelsbeleid - doet ontwikkelingslanden met zwakke economieën de das om.
    Nu duikt Stiglitz, tot voor kort bejegend als een negatieve onheilsprofeet, in allerlei praatprogramma's van de Amerikaanse tv-zenders op. Hij had immers al lang voorspeld dat de reeks schandalen en klappende luchtbellen geen incidenten zonder verband waren, meer een tendens die zou eindigen met het ineenklappen van de financiële wereld, de bloedstroom van de economie.
    Het duidelijkst komt hij uit de verf op de progressieve website The Huffington Post. Een beetje herreguleren is niet genoeg. Het hele controlesysteem moet opnieuw vormgegeven. En het is ook een politieke kwestie: wie heeft de macht? De vorige baas van de Centrale Bank, Alan Greenspan 'had heel veel instrumenten om de krediet- en financiële crisis te bezweren, maar faalde. Hij was immers door Ronald Reagan gekozen, omdat hij zo sterk tégen regulering was.'
    Het slechte nieuws voor Europa en Azië is dat de Amerikaanse banken de kredietcrisis hebben verspreid door verkoop van de oninbare hypotheekschulden, de aanleiding voor alle ellende. Het goede nieuws volgens Stiglitz is dat 'iedereen in de wereld nu zal beamen dat het marktfundamentalisme ten einde is'. Want: 'nu zien we de meest marktgerichte instelling in de meest marktgerichte economie naar de overheid hollen voor hulp.' De hypocrisie van die ideologie is blootgelegd. De succesvolle Aziatische landen zullen blij zijn dat ze een sterke overheidsinvloed hebben gehouden, meent Stiglitz.
    Je zou het nog sterker kunnen stellen. Aziatische modellen worden dominant, met een sterke, sturende overheid plus een grote vrijheid van handel en ondernemen. Die kant gaan de VS noodgedwongen en tegen hun zin ook op. Zo duikt Galbraith' gemengde economie weer op, niet als ideaal, maar als konijn uit de hoge hoed.


Naar Financiële wereld , Economie, lijst , Economie, overzicht , of site home .