Loon naar werken, de top

In Loon naar werken, algemeen is geconstateerd dat het principe alleen wordt toegepast op degenen die productief werk doen, en dat voor de andere groepen andere methodes worden gebruikt . De inkomens van die groepen worden gehaald uit de meeropbrengst van de producten boven hun directe arbeidskosten. Of in vaktermen: de overige lagen leven van de meeropbrengst van de arbeid van de producerenden.  

Daar is iets niets mee aan de hand, als de niet-producerenden een andere bijdrage aan het goed functioneren van het bedrijf leveren. Zo moeten de producten verkocht worden, en dat vereist soms specialistische verkopers. Ook moet er allerlei administratie worden bijgehouden, leidende tot een kantoor met beambten. En alles moet georganiseerd worden, de functie van de baas, en bij een groter bedrijf zijn hulpjes: chefs en managers.

Zolang dit proces uitgaat van de belangen van het geheel, is er niets aan de hand. De producerenden zullen genoegen nemen met de herverdeling van de meerwaarde van hun arbeid, omdat die meerwaarde gebruikt wordt voor het functioneren van het gehele bedrijf, en middels productontwikkeling en andere vormen van verbetering om hun eigen werk in stand te houden.

Er ontstaat een probleem als men uitgaat van het Angelsaksische model van de samenleving, wat ervan uitgaat dat iedereen in ieder situatie probeert zijn eigen opbrengst te maximaliseren, zelfs als dit ten koste gaat van anderen (Mandeville, Adam Smith, ). Het probleem met deze opvatting is dat zelfs als in theorie iedereen dit probeert, het in de praktijk alleen mogelijk is voor degenen die de vrijheid hebben dit te doen, bijvoorbeeld degenen die hun eigen inkomen bepalen: de top in het bedrijfsleven. En dat het tevens zo is dat die top ook het inkomen van de mensen eronder bepaalt. En nog steeds van het eigenbelang-model uitgaande, dus het eigen inkomen zo groot probeert te maken, en het alles eronder zo laag mogelijk. In het eigenbelang-model van economie en wereld zou je de top dus ook kunnen definiƫren als die groep mensen die hun eigen inkomen kan bepalen.

Hoe men dit systeem verder ook wil noemen, voorstanders gebruiken vaak "zelfregulering" en tegenstanders "graaien", wat het in ieder geval niet is, is loon-naar-werken. Dat laatste wordt natuurlijk ontkent door de zelfreguleerders, die beweren dat hun werk zo moeilijk, ingewikkeld en veeleisend verreikend is, dat ze recht hebben op alles wat ze zichzelf toebedelen => . Hier gaat het over deze claims.

De claim van de verreikendheid van de beslissingen van topmensen is deels juist: de toekomst van bedrijven hangt af van keuzes van producten, markten, investeringen en dergelijke. Maar dat dit verreikende beslissingen zijn, rechtvaardigt op zich nog geen hoge betaling. Daarvoor moet eerst aangetoond worden dat degene die die beslissingen nemen, het ook goed doen. En dat laatste blijkt in de praktijk niet bewijsbaar. Natuurlijk komt het veelvuldig voor dat topmensen goede beslissingen nemen. Maar ook dit zegt niets, want het blijkt ook veelvuldig voor dat topmensen foute beslissingen nemen. Een hoge betaling voor dit soort functies is dus alleen gerechtvaardigd als degenen die het doen beter scoren dan fifty-fifty bij het resultaat van hun beslissingen. En daarvoor is geen enkel wetenschappelijk bewijs, en er zijn wel aanwijzingen dat dit of nauwelijks beter is dan fifty-fifty, of misschien zelfs slechter - dat laatste verband houdende met het feit dat het eigenbelang van de top bij heel hoge beloningen, maar vooral bij fusies en splitsingen enzovoort, niet meer samenvalt met het eigenbelang van de onderneming - voor voorbeelden van dergelijk slecht functioneren van de bedrijfstop, zie hier .

Naast de concrete voorbeelden waarin het fout gaat, is er nog een aanwijzing voor de juistheid of onjuistheid van de claim op expertise in dit soort beslissingen, door te kijken naar nog een stap hoger op het beslissingen-niveau, en wel die naar de grootschalige financiĆ«le beslissingen, de wereld van high-finance. Ook daarover gaan de meeste verhalen over de successen, de mensen die miljoenen en miljarden verdienen met hun beleggingen of speculeren. En ook dit zegt niets -want je kan alleen kijken naar de resultaten van alle beleggings- en financieringsbeslissingen. En daarover bestaan wel een paar uitkomsten: professionele beleggers scoren nauwelijks tot niet beter dan willekeurig gokken op de beursfondsen, bekend als het apen-experiment, waarin beleggers het moesten opnemen tegen apen uit de dierentuin, zie ook hier

Het argument van deskundigheid voor de bijzonder hoge beloningen van de top is dus onjuist. Er zijn ook nog andere argumenten, zoals dat van "de markt": de hoge salarissen van bedrijf A zijn nodig om de goede mensen te krijgen in concurrentie met bedrijven B en C. En de topsalarissen zijn nodig om de topmensen in het land te houden. Deze argumenten zijn nu ook een klap ongeldig: want als de topbestuurders niets bijzonders kunnen en dus kennelijk hoeven, is er ook geen noodzaak om te zoeken naar de beste: ze toen toch niets beters dan fifty-fifty bij hun beslissingen, en dan is het onbelangrijk of Jantje of Pietje dat doet - of George.

Kortom, er zijn geen echt goede argumenten voor de een extra beloning voor topmensen, behalve dan wat ze op grond van hun arbeidsinspanning verrichten. Gewoon loon-naar-werken. En dat valt makkelijk af te schatten. Neem een modale werknemers, neem aan dat  een topman meer gestudeerd en wat meer capaciteiten heeft, vermenigvuldig een modaal salaris met deze factoren, en je komt op een topsalaris. Neem de factoren wat ruim en rond af naar boven, en je komt op maximaal tien keer modaal. Hoe die verhouding voor de huidige werkelijkheid ligt, staat hier .


Naar Loon naar werken, algemeen , Economie lijst , Economie overzicht , of site home .