De Volkskrant, 21-06-2007, van correspondent Gert-Jan van Teeffelen |
11 jul.2007 |
Dankzij filosofieles op de lagere school kunnen kinderen helderder denken en
worden toleranter
Schotland kweekt kleine wijsneuzen
Sinds 2001 krijgen Schotse kinderen op de lagere school les in filosofie. En wat
blijkt? Hun IQ gaat blijvend omhoog.
‘Wie wil deze meneer iets vertellen over de filosofieles?’, vraagt de juf aan
een klas van St. John’s Primary School, een openbare lagere school in het
Schotse plaatsje Alloa. ‘Ikke!’, en er schieten vijftien handen omhoog.
‘Vooruit, allemaal dan, maar wel rustig graag.’
‘Ik heb geleerd over moeilijke vragen na te denken’, vertelt Kyra (9).
‘Bijvoorbeeld wat je moet doen als je een pinguïn bent, en je mag kiezen tussen
de Noordpool en Frankrijk. Op de Noordpool wonen al je vrienden, maar in
Frankrijk is het lekker warm. Mijn moeder vindt het maar gek als ik het over dat
soort dingen heb.’
Een klasgenootje meldt dat het soms geoorloofd is te liegen.
‘Als je iemand geen pijn wilt doen bijvoorbeeld.’ Een ander valt het jongetje in
de rede en begint een lang verhaal over een paard. ‘Het gaat over eerlijkheid’,
verduidelijkt ze trots. De lessen vinden ze zonder uitzondering geweldig.
Sinds 2001 krijgen kleine kinderen in de Schotse gemeente
Clackmannanshire filosofieles, philosophical enquiry geheten. Niet in de
leer van bekende filosofen, maar aan de hand van plaatjes en (dieren)verhalen,
waarover ze met elkaar en de onderwijzer discussiëren. Prikkelende voorbeelden
die voor velerlei uitleg vatbaar zijn.
Neem deze fabel van Aesopus. Een man die een lange reis moet
ondernemen, huurt een ezel voor het dragen van zijn tassen. De eigenaar van de
ezel vergezelt hem, en na enkele uren lopen is het tijd voor een pauze. Het is
bloedheet, en de reiziger gaat in het stukje schaduw naast de ezel zitten om bij
te komen.
Het duurt niet lang of de eigenaar van de ezel krijgt het ook
erg warm. ‘Wil je even aan de kant gaan?’, zegt hij. ‘Het is mijn ezel, dus ook
zijn schaduw is van mij.’ De reiziger is verbaasd. ‘Ik heb de ezel gehuurd, dus
zijn schaduw ook!’ Er ontstaat ruzie. En terwijl de mannen bekvechten, verdwijnt
de ezel in de verte.
Na het voorlezen begint de onderwijzer vragen te stellen. Met
wie zijn jullie het eens? Waarom? Wat is een schaduw eigenlijk? Kun je eigenaar
zijn van een schaduw? Waarom wel/niet? Was er een andere oplossing mogelijk? Om
via deze socratische methode bij het onderliggende thema te komen: waarom delen
mensen dingen? En waarom soms niet?
‘Het mooie van dit soort filosofische vragen is dat ze al in
de aard van kinderen zitten’, zegt Paul Cleghorn, tot voor kort hoofdonderwijzer
in Alloa en tegenwoordig adviseur van de gemeente. Hij is de grote aanjager van
het project. ‘Maar thuis of op school zijn we niet gewend hen geleide vragen te
stellen. Het stimuleert ze tot rationeel, onafhankelijk denken en leert ze
argumenteren. De leraar heeft een rol als bemiddelaar, in plaats van de
overdrager van voorgeschreven informatie.’
De lessen duren maar een uur per week, maar de resultaten
zijn verbluffend. Onder toezicht van hoogleraar Keith Topping onderzocht Dundee
University een groep van ruim honderd leerlingen. Bij hen lag het IQ na
anderhalf jaar gemiddeld 6,5 punten hoger dan bij een controlegroep die het
gewone onderwijsprogramma had gevolgd. Uit een vervolgstudie bleek dat deze
winst behouden blijft op de middelbare school, ook al krijgen de filosofielessen
geen vervolg.
Intussen zijn duizenden Schotse kinderen op deze manier
geschoold. In Clackmannanshire gebruiken 25 scholen de methode, elders in
Schotland nog eens vijftig, schat Cleghorn. Hij is bezig met een nieuwe
oefen-dvd. Het is de bedoeling dat onderwijzers, zonder zelf filosofisch
onderlegd te zijn, na twee dagen cursus aan de slag kunnen.
De gemeten sprong in IQ is mooi meegenomen, maar de positieve
gevolgen voor de kinderen liggen ook op het sociale en emotionele vlak. Behalve
dat ze effectievere denkers en betere probleemoplossers werden, kregen ze meer
zelfvertrouwen en begrip voor elkaar. Kinderen die vroeger hun mening niet
durfden te geven, deden dat nu hardop en beargumenteerd.
‘De kinderen zijn toleranter geworden en kunnen het met
elkaar oneens zijn zonder dat het agressief wordt’, is een andere waarneming. Ze
leren vanuit verschillende perspectieven kritisch naar een situatie te kijken,
en ontdekken dat er niet alleen maar ‘goede’ of ‘foute’ antwoorden zijn. Dit
onafhankelijke denken komt goed van pas bij andere vakken.
De Schotse overheid heeft geld beschikbaar gesteld om ook op
middelbare scholen te beginnen. In het buitenland is de methode hier en daar al
opgepikt. Zo zijn de boeken van Cleghorn vertaald in het Koreaans. Enkele
scholen gebruiken de methode ook voor kinderen vanaf 4 jaar.
Veel onderwijzers staan verbaasd over de diepte en helderheid
van de gedachten bij leerlingen. Zo kwam Hannah (7) bij het bespreken van het
thema geluk tot de volgende conclusie: ‘Geluk komt niet van dingen. Die zijn als
een prettige deken over je heen, waardoor je denkt dat je gelukkig bent. Maar
daaronder zit nog steeds de zelfde jij. Geld zal je niet gelukkig maken. Je moet
het zien als een tevredenheid die binnenin je zit.’
Terug naar Onderwijsbeleid, lijst
,
Rijnlands beleid
, Rijnlands beleid,
overzicht , of naar
site home
.
|