Bronnen bij Alfa's en bèta's, sociologisch: vorm

Een van de psychologische voorkeuren van de alfa-geest is die van de vorm boven inhoud  . Dat uit zich natuurlijk ook op sociologisch terreinen. Het meest opvallende geval is dat van de politiek, waarin de manier waarop een politicus zijn standpunten formuleert steeds belangrijker is geworden ten opzichte van wat hij zegt. Een trend die de hartelijke steun heeft van de alfa-geest (de Volkskrant, 02-03-2005 , column van Jan Blokker
  De vorm

Waar het aan schort, dat is de vorm ...
    Het land schreeuwt om een verlossende vorm, maar blijkbaar ontbreekt het ons aan de creativiteit waarmee van het algehele ongenoegen nog iets aardigs zou kunnen worden gemaakt....
   Elke dag hoor je ze in Den Haag om inhoud vragen. Onzin. Het is de vorm, stupid.

Het hele stuk gaat over Haagse politiek, en is inhoudelijk verder onbelangrijk. Dat ze in Den Haag om inhoud zouden vragen, is dus een bediscussieerbare uitspraak - misschien wordt het wel eens gezegd, maar in ieder geval wordt er te allen tijde gezondigd tegen de gewenste keuze voor inhoud. Een groot deel van het hele politieke bedrijf gaat om vorm. Dat een archetypische alfa als Jan Blokker de politiek daar nog eens op wijst, past bij zijn rol als cynicus  . Dat laatste heeft natuurlijk directe te maken met het eerste: wie in het leven de inhoud minacht ten opzichte van de vorm, minacht de inhoud van het leven - en wordt dus gemakkelijk een cynicus.

De nadruk op vorm heeft allerlei verbanden met zaken die niet deugen. Nog een paar van die zaken. Als eerste eentje die op zijn minst net zo belangrijk is als de politiek: het onderwijs (de Volkskrant, 09-03-2010, van verslaggever Robin Gerrits):
  'We zijn aan de verkeerde kant begonnen'

Mbo-wereld komt in verzet tegen competentiegericht onderwijs: ‘Eerst vakkennis aanleren, dan de juiste houding.’

Tussentitel: 'Niemand weet meer waar een mbo-opleiding nu eigenlijk voor staat

‘Natuurlijk is het fijn als de loodgieter niet met zijn vieze schoenen door het huis banjert’, zegt collegevoorzitter Kees Tetteroo van ROC Eindhoven. ‘Maar wat heb je aan iemand die netjes bij de deur zijn schoenen uitdoet, als hij de verwarming niet kan repareren? Dát is toch de volgorde: eerst vakkennis, dan de houdingsaspecten die erbij horen. Bij competentiegericht leren zijn we aan de verkeerde kant begonnen.’
    Volgens steeds meer directeuren van roc’s (regionaal opleidingencentrum, mbo-school) heeft de invoering van het competentiegericht onderwijs (CGO) de balans van vakkennis en houdingsaspecten stevig verstoord. Vroeger was het duidelijk: als je lts had gedaan en je ging nog niet werken, volgde mts. Ook bij meao wisten ouders, decanen, leerlingen en bedrijfsleven wat ze konden verwachten. ‘Nu staat er een opleiding tot leisure assistant of zoiets in de folder, en tast iedereen in het duister over welk niveau dat is’, zegt Tiny Pheninckx van horeca-beroepsopleiding De Rooi Pannen in Tilburg. ‘Als je zo het onderwijs inricht, roep je de ellende over jezelf af.’    ...

Competentiegericht onderwijs gat uit van het idee dat je de leerlingen een aantal vorminstrumenten in handen geeft, archetypisch: hoe moet je zoeken op het internet,endat ze daarna zichzelf de bijbehorende inhoudelijk vaardigheden aanleren"Waarom zaken leren als ze die gemakkelijk kunnen vinden op het internet?" En dat laatste is geen grapje - zo is het vaak gezegd in discussies over het competentiegerichte leren.
     Dat vele vaardigheden op het niveau van het beroepsonderwijs handvaardigheden zijn, en dat internet of wat voor schriftelijke methode dan ook daar geen moedertjelief bij helpt, net als je voetvallen niet van het internet kan leren, is iets dat niet besteed was aan de voorstanders van het competentiegerichte leren. En waar de voorstanders zitten, kan je ook afleiden uit het artikel, namelijk de eerste regel van de kop:
  Veel kritiek van directeuren op verplichte vernieuwing mbo

Want die verplichting komt van het ministerie. En op dat ministerie zitten onderwijs specialisten: pedagogen, didactici, en dergelijke. Gamma's. Diezich laten adviseren door weer andere gamma's. Mensen die allerlei socilologische opleidingen hebben gedaan, meetsal van de universitaire soort, en een puur theoretisch gerichte blik hebben. En zoals de socioloog eigen is:vanuit een of andere theorie proveren de werkelijkheid te vormen. In dit geval de theorie van: wie je aanleert hoe het leert, gaat vanzelf leren. Het schriftelijke-cursus-voetbal syndroom.
   Met een zeer naargeestige bijbehorende eigenschap: het-niet-willen-luisteren:
  Coen Free, directeur van het Koning Willem I College in Den Bosch, zag het getob jarenlang aan, en besloot in de kerstvakantie een manifest te schrijven. Eerdere kritische notities van zijn hand hadden geen effect. ‘En intussen denderde die stoomwals van het competentiegericht onderwijs door’, zegt Free. ‘Ook een tussenrapportage in februari schetste weer een papieren werkelijkheid, dat het allemaal zo goed gaat. Wie houdt hier wie nu voor de gek?’ Zijn manifest stuurde hij naar andere roc’s en de Tweede Kamer. Het vliegt met honderden de deur uit.
    Want bijna het gehele veld van het middelbaar beroepsonderwijs mag dan inmiddels zijn overgegaan op het competentiegericht onderwijs, beter ingrijpen voor het te laat is, vindt Free. ‘Het competentiegericht onderwijs is in deze vorm een mission impossible.’

Want als je vanuit de theorie en ideologie de waarheid in pacht hebt, hoef je natuurlijk niet te luisteren naar signalen uit de werkelijkheid. Zorg voor de vorm, en de inhoud komt vanzelf ...
    En als derde naargeestige bijverschijnsel dat daar waar je je houvast aan de werkleijkheid hebt opgegeven, je er natuurlijk voor moet zorgen dat in plaats daarvan je de papieren werkelijkheid nauwkeurig omschrijft:
  Bovendien moeten al die aspecten van die competenties per beroep en per niveau zo omschreven zijn dat ze kunnen worden getoetst. Het leidt tot onwerkbare kwalificatiedossiers van 200 pagina’s. ‘Leerling en leraar gaan over tot afvinkgedrag’, ziet Free. ‘Docenten moeten hele lijsten met aspecten van competenties afgaan. Het leidt tot een enorme bureaucratie en je kunt je afvragen wat de waarde van dat diploma is.’
    De volgorde in het beroepsonderwijs is zo op zijn kop gezet, vindt hij. ‘De focus in het CGO op gedrag en houding ging ten koste van kennis.’
    Veel collega-directeuren steunen Free. Vooral de onwerkbare papierwinkel is bron van ergernis. ‘Stel je voor: ruim 700 kwalificatiedossiers van elk een telefoonboek dik’, zegt Max Hoefeijzers van het Dordtse Da Vinci College. ‘Wij moeten al die pagina’s in onderwijs vertalen, en de inspectie controleert dat. Alleen al voor die verantwoording heb ik 10 fte’s nodig.’

Een duidelijker bewijs van de waanzin waartoe het "de vorm gaat boven de inhoud"-denken leidt kan nauwelijks gegeven worden.

Het volgende voorbeeld is minder verstrekkend, maar een tijdlang een heet hangijzer geweest, vanwege de connectie met de discussie over de multiculturele maatschappij (de Volkskrant, 09-05-2009, van verslaggever Martin Sommer):
  De tijdbalk is weg, 'nu wordt het een een hutspot'

Interview Jan Marijnissen  | Een van de initiatiefnemers van het Nationaal Historisch Museum is boos, nu de canon uit zijn plan is verdwenen

Jan Marijnissen (SP) mag zich, samen met Maxime Verhagen van het CDA, geestelijk vader van het Nationaal Historisch Museum noemen. Dat museum komt er, in Arnhem. Maar nu is Marijnissen diep teleurgesteld en vindt hij dat de hele procedure nog eens opnieuw moet. Er was een ontwerp voor een gebouw, van de beroemde architect Francine Houben. Er was een gecombineerd plan met het Openluchtmuseum. En de leidraad voor de collectie zou de historische canon zijn. Nu gaat het museum aan de Rijnoever gevestigd worden, in een ander gebouw. De canon is uit het plan verdwenen. En Marijnissen is boos.
...
Inhoudelijk lijkt het ook te schuiven. De historische canon is uit het idee verdwenen.
‘Ja, de thematische ordening die ze nu hanteren, vijf ‘werelden’, ‘rijk en arm’, ‘oorlog en vrede’, ‘land en water’ – het is nogal postmodern en ik griezel als ik het zie. Het zijn heus zinnige thema’s. Maar zo’n nationaal museum moet een chronologie bieden. Zo simpel is het, heel veel mensen kennen die niet. Dat is het grote manco in Nederland, we hebben geen tijdbalk in ons hoofd. Het idee was: de chronologie moet je horen, zien, meemaken. Dat moet de hoofdtaak zijn. Al het andere is ook interessant, maar voor tijdelijke tentoonstellingen. Dat themagedoe komt later wel.’

Bent u als initiatiefnemer geraadpleegd?
‘Nooit. Ik ben door de twee directeuren nooit benaderd. Ik ben een bescheiden mens, maar ik vind dat toch een rare gang van zaken. Vooral nu er van alles op de proppen komt waar de politiek nooit om gevraagd heeft. Iets soortgelijks is met het Zuiderzeemuseum gebeurd, waar de ene directeur vandaan komt. En met het Zeeuws museum, de achtergrond van de andere directeur.
    Postmodern gedoe, met het idee dat historici maar saai zijn. Het museum is heus niet van historici, maar je moet wel een serieuze poging doen de geschiedenis van een land weer te geven. Al het andere is speeltuingedoe, terwijl er wel gemeenschapsgeld naar toe gaat.
    ‘Officieel weet ik helemaal van niks. Ik kan me best voorstellen dat die directeuren de historische canon met vijftig vensters te rigide vinden. Ik ben zelf ook niet voor een rigide indeling van de geschiedenis. Ze mogen ook de tien tijdvakken van Bank en De Rooij nemen. Maar het moet chronologisch. Nu wordt het een hutspot. Leuk voor yuppen, maar dat doen ze dan maar in hun eigen tijd.’

Postmodernisme - van Wikipedia de kenmerken ervan  :
  Het meest in het oog springende kenmerk van de stroming is het in twijfel trekken van lang gekoesterde begrippen als waarheid en - romantische - authenticiteit. In de beeldende kunst resulteert die twijfel vaak in eclecticisme met een flinke dosis ironie. Op filosofisch vlak houden zij die tot de postmodernen worden gerekend zich, meer nog dan hun voorgangers, bezig met taalkritiek. ... Het model waarin taal een afspiegeling zou zijn van de werkelijkheid wordt daarin nadrukkelijk verlaten. Men proclameert het einde van de 'grote verhalen' (vooruitgang door techniek, marxisme, christendom).
    Postmodernisten spelen een spel met citaten uit 'hoge' en 'lage' cultuur, die ze met elkaar laten botsen. Gespeeld wordt ook met verschillende stijl(element)en uit verschillende historische perioden. Daardoor wordt de kenbaarheid van de wereld eens te meer op de helling gezet.

Kortom: iets dat zo hard mogelijk afscheid probeert te nemen van de werkelijkheid. Dat gaat voor vorm. Precies wat de heren van historisch museum aan het doen zijn: vormovereenkomsten boven de werkelijkheid van hoe het gegaan is in de geschiedenis: achter elkaar!
    In het citaat staan nog meer zaken die met vormvoorkeur geassocieerd zijn. Allemaal totaal ongeschikt voor de werkelijke maatschappij.


Naar Alfa's en bèta's, vorm, bronnen  , Alfa's en bèta's  , of site home  .

24 mrt.2005