Groep, cultuur en etnie

In Groep en individu zijn simpele voorbeelden als lengte gebruikt om het bestaan van het sociologische begrip "groep" aan te tonen, staande los van eigenschappen van individuen - dat wil zeggen: je kan een uitspraak doen over twee groepen die niet waar is voor ieder individueel paar uit de groepen.

Het toeschrijven van kenmerken aan groepen geeft geen probleem zolang het om positieve kenmerken gaat. Maar net zoals ieder mens positieve en negatieve persoonskenmerken heeft, heeft iedere groep positieve en negatieve groepskenmerken. En ook dat is vaak niet een probleem: tot voor een jaar of tien geleden hadden maar heel weinig Nederlanders moeite met het toeschrijven van negatieve groepskenmerken aan Duitsers. Of, mede denkende aan het voorbeeld van lengte: Japanners.

Maar die laatste zijn toch een beetje een uitzonderingen van een andere regel - die regel zijnde: je mag geen negatieve kenmerken toeschrijven aan etnieën - want groepen kunnen natuurlijk ook etnieën zijn. De meest bekende voorbeelden van de regel van het niet-mogen-toeschrijven van negatieve groepseigenschappen zijn die van Joden en negers, of gekleurde mensen in het algemeen. Alleen al het opschrijven van deze paragraaf is in feite al een overtreding van deze etiquette. Tussen twee haakjes: aan deze niet-Westerse culturen is het wel toegestaan om negatieve eigenschappen aan de Westerse cultuur toe te schrijven. Zo zien Japanners Westerlingen toch als redelijk onbeschaafd en daarom enigszins inferieur, en Joden hebben dat zelfs in hun geloof gegoten .

De naam van het niet-mogen-toeschrijven van negatieve kenmerken aan niet-blanke groepen en etnieën en de bijbehorende etiquette is "politieke correctheid" . Ze is sterk in opkomst geraakt sinds de jaren zestig, als reactie op de gebeurtenissen in de oorlog (wat betreft de Joden), en de periode van de dekolonisatie (Europa) en de rassenscheiding (Amerika). En zoals zo vaak in dit soort gevallen: de reactie op een voorgaande afwijking veroorzaakt een doorslaan in de andere richting .

De reactie op de misstanden van holocaust, kolonisatie, en rassenscheiding is dus dat er een de facto verbod is gekomen op het constateren van negatieve eigenschappen van etnische groepen in het algemeen, en de betrokken groepen in het bijzonder. En vermoedelijk om een vergelijking met andere gevallen te voorkomen, was er ook een uitbreiding hiervan naar het idee dat er helemaal geen verschillende verschillende mensenrassen bestaan.

Dat laatste is opzichtige onzin, omdat iedereen uitstekend in staat is een onderscheid te maken tussen, bijvoorbeeld,  99 (en meer) procent van alle Japanners en 99 (en meer) procent van alle negers.

Een variant is de wat minder principiële stellingname dat de verschillen binnen de rassen groter zijn dan die tussen de rassen; de waarde daarvan hebben we gezien in Groep en individu .

De sterkte van het verbod op etnische- of rassenverschillen en de mate van gevoeligheid ervan wordt het best geïllustreerd aan de hand van een eigenschap waarvan men zou zeggen dat die bijna zo neutraal was als lengte, namelijk hardlopen. In sportprestaties ziet men negers excelleren in het hardlopen, maar als onderwerp wordt deze relatie zelden besproken, zie onderstaande bron (de Volkskrant, 09-04-2005, door Mark van Driel):
  In de genen of gewoon hard trainen

Tussentitel: 'Voor ons bleekneusjes zal het weer heel lastig worden in Rotterdam'

Misschien is de hoofdprijs voor Felix Limo. Misschien voor Titus Munji. William Kiplagat kan ook. Het is zelfs mogelijk dat een debuterende landgenoot van het drietal met de eer gaat strijken. Maar dat een Keniaan zondag in Rotterdam de marathon wint, spreekt haast vanzelf.
    Zes maal achtereen zijn atleten uit Kenia als eerste op de Coolsingel gearriveerd. ...
    Een controversiële verklaring voor het succes van de Kenianen geeft Entine in zijn boek Why black athletes dominate sports and why we're afraid to talk about it. Hij stelt dat het succes van zwarte atleten op loopnummers (alle wereldrecords zijn in handen van zwarte sporters) deels genetisch is bepaald. ...
    'Mensen denken bij het horen van dat soort theorieën snel aan Hitler-achtige praktijken', zegt Maase.'Maar zonder de verkeerde bijsmaak van het woord te willen gebruiken: Kenianen behoren natuurlijk tot een totaal ander ras.'
    De marathonloper, microbioloog van opleiding, is ervan overtuigd dat Kenianen beter zijn gebouwd voor de lange afstand. 'Een poedel is een hond, een hazewind is ook een hond. In 999 van de 1000 gevallen zal de hazewind harder lopen dan de poedel, tenzij je met een kreupele te maken hebt.' ...

Het onderwerp is kennelijk zo controversieel dat men de voor de hand liggende uitbreiding niet durft te maken, namelijk die naar de het andere uiteinde van het hardlopen; de sprintnummers. Als de trainings- en andere omgevingverklaringen waar zouden zijn, zouden ze ook moeten gelden voor de korte afstanden. Maar een snelle blik op een willekeurige finale in een grote wedstrijd ziet wel een sterke dominantie van Afrikanen, echter geen enkele Keniaan. Noch een andere Oost-Afrikaan. Wel staan die finales boordevol West-Afrikanen. Maar voor het overgrote deel niet West-Afrikanen zelf, maar hun afstammelingen uit Amerika of de Caribische eilanden, bijvoorbeeld Jamaïcanen of Cubanen. Omgevingsfactoren zijn voor deze mensen al enige honderden jaren heel verschillend, en het enige dat ze gemeen hebben is hun West-Afrikaanse afstamming. Allemaal bewijs voor een genetische factor. (Addendum: dit artikel is van januari 2006; in mei 2006 verschijnt een apart artikel over de de sprint, zie
hier , maar hierin wordt niet vermeldt dat het om West-Afrikanen gaat)
    Voor we verder gaan eerst een tweede bron (VARA TV Magazine, nr. 51-2005, column door Midas Dekkers):
  De rashond

... Doen mensen zelf wel aan rassen? Over zulke vragen wordt alleen fluisterend gesproken, of juist keihard met vette grappen. Het is niet in de mode om mensen in rassen op te delen. Groot was dan ook de schrik toen de afgelopen jaren in het stadion bleek dat de zwarte mensen harder lopen dat witte. Verder springen doen ze ook. En beter boksen. Eerst hoopte men nog dat het toeval zou wezen, maar nu het ene na het andere record door zwarten is gebroken, vragen witte mensen zich bezorgd af of zwarte mensen dan toch negers zijn.
    Uitwegen worden gezocht. Het zou toch een culturele kwestie zijn. Die zwarte mensen waren opgevoed om hard te lopen of ze aten raar of ze kenden geen faalangst of ze hadden als kind al zo hard moeten lopen om op tijd te komen op het afgelegen missieschooltje. Het zal wel. Feit blijft dat het bloed van zwarten roder is. Met name in de streek waar de zwarte marathonkampioenen vandaan komen, brengt het bloed meer zuurstof naar de spieren. Dat mag je nog net zeggen, zachtjes. Als je maar niet beweert dat het ene ras ergens beter in zou kunnen zijn dan het andere. Dat is taboe.
    Toch zijn er verschillen tussen mensengroepen. Ook al verschillen de blanken met-z'n-allen niet meer van de negers met-hun-allen dan een Amsterdammer uit de lste Anjeliersdwarsstraat van een Amsterdammer uit de 2de, iedereen kan zien wie de neger is en wie de blanke. Het is niet moeilijk te raden uit welk deel van de wereld iemand komt. Je ziet het aan de neus.
Of aan zijn huidskleur, de dikte van zijn lippen, het krullen van zijn haar. ...
    Die paar details vormen nu net de eigenschappen waarop je bij een liefdespartner valt, die door dichters wordt bezongen. Hier is de voortplanting in het geding of, zoals biologen zeggen, de seksuele teeltkeus. Zoals mensen een voorkeur hebben voor een partner die even groot en rijk en slim is, kiezen ze vaak ook voor een van dezelfde kleur.
    Verschillen krijgen zo de neiging zich in stand te houden. Het zal in Amsterdam dan ook langer duren dan noodzakelijk voor Zuid-Oost en Oud-Zuid door eenzelfde chocoladekleur worden bewoond.  ...

Het onderwerp is zelfs voor Midas Dekkers, bioloog en bekend vrijdenker, nog zo controversieel dat hij stelt dat blanken en negers minder verschillen dan de bewoners van twee verschillende straten in Amsterdam. In de context van het geval de lengte van Japanners en Nederlanders in Groep en individu zou dit betekenen dat de bewoners van die twee straten aanzienlijk in gemiddelde lengte verschillen - iedereen weet dat dit zeer onwaarschijnlijk is.
In feite beseft vrijwel iedereen dat er rasgeboden cultuurverschillen bestaan. Als het over kunstzinnige culturele uitingen gaat, heeft men er zelfs weinig problemen mee (uit: De Volkskrant, 10-02-2006, recensie door Clara Strijbosch)::
  Wat is het wezen van zwartheid?

Martin Schouten gaat in roman op zoek naar de wortels van negers en jazz

...    Martin Schouten vertelt in zijn Zelfportret het verhaal van een reis die hij in 2003 maakte van Amsterdam naar New York en het Amerikaanse zuiden, op zoek naar de wortels van zwart en jazz. Eigenlijk had hij zijn reis zullen maken met zijn vriend Willem de Vrede, die aan de Universiteit van Amsterdam een afscheidscollege gaf over blanke en zwarte identiteit onder de titel 'Zelfportret als neger'. ...
    Willem en Martin zijn geen van beiden zwart, maar ze lijden aan een 'omgekeerd racisme': ze zijn verliefd op alles wat zwart is en zijn er ook van overtuigd dat alleen zwarten echte jazzmuziek kunnen maken - hoewel ze in een van hun gesprekken ook moeten toegeven dat deze opvatting bij een geblinddoekte luistertest niet wordt bevestigd. Eigenlijk hadden ze dat willen zijn: zwarte jazzmuzikanten. Zwarten hebben swing, muzikaliteit en gevoel voor humor. Of, zoals Schouten met instemming citeert uit Jack Kerouacs On the Road: 'Ik wilde maar dat ik een neger was', omdat 'de blanke wereld niet extatisch genoeg was, niet genoeg vol leven, vreugde, lol, duisternis, niet genoeg nacht'.
    ... Voor een deel gaat het boek over 'zwarte' literatuur die zich heeft beziggehouden met negritude: is er zoiets als 'zwartheid', en zo ja, behoort die dan tot de aangeboren natuur of is die gevormd door de geschiedenis? Martin Schouten laat allerlei kanten van het vraagstuk zien, zonder echt te laten weten of hij denkt dat aangeboren 'zwartheid' bestaat - maar door het hele boek heen loopt de gedachte dat alleen zwarten goede jazzmuziek konden maken. ...

Of in een ander  kunstrichting (uit: De Volkskrant, 18-01-2006, interview door Jean-Pierre Geelen):
  Flamenco als uitlaatklep

Tussentitel: 'Van twee studenten met hetzelfde talent zal de Spanjaard altijd beter zijn dan de Nederlander. Maar ik wil niemand ontmoedigen.'
Flamencogitarist Paco Peña is op tournee in Nederland. Hij componeerde een 'requiem voor de aarde', uitgevoerd door een flamencogroep en een klassiek koor. Gesprek met een ambassadeur van de grote emotie. 'Er schuilt een bijna spirituele kern in wat flamenco probeert te zeggen.'

Die uitspraak uit de tussentitel is kort en duidelijk. En tezamen met de vorige bron over jazz als negermuziek kunnen we dit verband tussen muziek en etnie wel als bewezen beschouwen. En het zou wel  bijzonder eigenaardig geval zijn als dit verband tussen cultuur en etnie beperkt was tot muziek. Het geldt ongetwijfeld in mindere of meerde mate voor iedere cultuureigenschap.
De grote controverse die achter dit soort verhalen is natuurlijk ten gevolg van de conclusie die iedereen kan trekken: wat geldt voor sportieve en culturele talenten, geldt in principe voor alle talenten, inclusief de sociale en intellectuele talenten. Die conclusie is dusdanig controversieel dat de redactie lange tijd zelfcensuur heeft gepleegd door ze uit de inhoud van In het kort te houden. Nog gevoeliger liggen zaken rond joden .
Ondanks al deze gevoeligheden is het voor de beschrijving van de actuele (2005) zaken rond de allochtonenproblematiek noodzakelijk om op een aantal sociologische aspecten van het rassenverschil verder in te gaan. Dit is uitgewerkt in Gedragsonderscheid en
rasonderscheid
.

Addendum feb. 2007:
Eén van de heel gevoelige onderwerpen in de relatie tussen gedrag en ras of cultuur is dat van "hard werken". "Dat "negers lui" zijn is iets dat al decennia lang niet gezegd mag worden. Want wat er eigenlijk staat is dat "negers zijn luier dan blanken". Het grappige is dat het taboe grotendeels verdwijnt, zodra men het blanke eruit haalt, en niet-blanke groepen gaat vergelijken. Dan zijn zelfs chocoladekoppen toegestaan (de Volkskrant, 15-02-2007, van correspondent Hans Moleman):
  India ligt straatlengte achter op China

‘Chinezen werken harder dan Indiërs’

India probeert China te evenaren op economisch gebied. Beide landen hebben een levendige onderlinge handel.

...    Er is nog een ander belangrijk, meer cultureel verschil. Een Europese onderneemster die in beide landen actief is in de textielproductie ervaart dat Indiase werknemers niet zo hard werken en vaak de discipline missen van hun collega’s in China. ‘Bij Chinezen is het werk, werk en nog eens werk; Indiërs vinden hun gezin belangrijker, die willen geen lange dagen maken.’ ...

En die liggen alle twee weer straatlengtes voor op heel Afrika ...

Sport (de Volkskrant, 13-04-2007, door Daniëlle Serdijn):
  Atletiek zit de Marokkaan niet in het bloed

Schrijven als een hardloper; de roman Feldman en ik is amper een half jaar uit of daar is al een nieuw boek van Abdelkader Benali (1975). ...
    Voorbeeld voor de jonge Benali was de Marokkaanse atleet Saïd Aouita, die in de jaren tachtig furore maakte op de middenafstanden. Benali merkt op dat het bijzonder was dat juist een Marokkaan zo'n gedreven renner bleek, want atletiek zit hen niet direct in het bloed. Door te rennen wist hij 'de armoede onder de brandende zon van Casablanca te ontlopen'.
    Benali's familieleden begrijpen weinig van zijn belangstelling. Zijn vader gaf er de voorkeur aan uitsluitend zijn auto te laten lopen. Ook alle anderen in zijn migrantenfamilie conformeerden zich aan de regel dat 'lopen iets is voor klunzen en armoedzaaiers'. Voor het uitgekiende dieet van de hardloper kan de familie evenmin enig begrip opbrengen. Want, zo denken ze: 'Wie het goed heeft, is niet dun.' En zo gebeurt het dat Benali lijnrecht tegenover de gewoonten en tradities van zijn familie komt te staan.
    In een aantal passages gaat de schrijver in op het veranderde voedingspatroon van migranten. Een mooi mededogen blijkt uit regels als 'In Europa zijn ze gaan uitdijen, de Marokkanen', en 'Mayonaise is een tranquillizer. Hij stopt de paranoia die hen graatmager hield'. ...

Wel bij andere rassen ...

Addendum aug. 2008:
De al jarenlang zichtbare trend is van de gekleurde dominantie in het hardlopen is nu zo pregnant, dat het door niemand te ontkennen valt (de Volkskrant, 25-08-2008, van verslaggever Mark van Driel):
  Goud wordt synoniem aan zwart

Nooit zo veel hoofdprijzen voor zwarte lopers/loopsters | Atletiek begint overbodig te worden voor westerlingen


Bij de vele ereronden door het Vogelnest waren opvallend vaak dezelfde vlaggen te zien: de Jamaicaanse, de Ethiopische en de Keniaanse.
    De kleurrijke doeken illustreerden een onmiskenbare ontwikkeling in de atletiek. De loopnummers zijn in handen van Afrikaanse atleten en atleten met Afrikaanse voorouders. Nooit wonnen zwarte atleten zo veel hoofdprijzen.
    Bij de mannen werden alle nummers tussen de 100 meter en de marathon gewonnen door zwarte lopers, met uitzondering van de 1500 meter. Die titel ging naar een Marokkaan die voor Bahrein liep. Bij de vrouwen was het beeld niet anders. Alleen op de marathon wist een Roemeense de zwarte overheersing te doorbreken.
    De looponderdelen met hindernissen toonden hetzelfde beeld. Alleen de 3000 steeple voor vrouwen kende een winnares uit Rusland. Op de drie afstanden waarop zwarte atleten geen goud wonnen, werden ze tweede. Ook het brons was in verreweg de meeste gevallen voor een donkere sporter.
    Dit proces is al langer gaande. De sprintafstanden zijn al jaren zwart, al werd de hegemonie van de VS-sprinters in Peking doorbroken door de Jamaicaanse mannen en vrouwen: zesmaal goud. Op de langere afstanden zijn Oost-Afrikanen traditioneel sterk. Maar niet eerder waren Ethiopiërs en Kenianen zo dominant.   ...
    Die resultaten zijn geen toeval. Evenmin zijn ze simpelweg het gevolg van de superieure genen van de zwarte atleten, zoals sommige atletiekliefhebbers graag beweren. Er zijn, zeker op de middellange afstanden, nog steeds veel blanke atleten die zich kunnen meten met zwarte.
    Ondanks de grote verschillen tussen Jamaicaanse sprinters en Oost-Afrikaanse hardlopers hebben ze allerlei sociaal-maatschappelijk factoren gemeen, die hun krachtige greep naar goud kunnen verklaren. ...
    ...Ook Hermens verwacht niet dat de trend te keren is. Goud en zwart worden op de loopnummers synoniem. Atletiek is overbodig voor westerlingen. ‘Wij willen feesten, niet werken’, meent hij. ‘Het is als met de val van het Romeinse rijk. Het is onvermijdelijk.’

De overblijvende verklaringen worden ook steeds absurder. Dat er nog steeds blanke atleten zijn die nog een beetje mee kunnen doen is een gevolg van simpele statistiek - het is geen kwestie van totaal wel en totaal niet, maar van gemiddeldes . En de verklaring van sociale omstandigheden is erg armoedig: er zijn aanzienlijk veel meer Aziaten in vergelijkbare omstandigheden, maar die zien we niet of nauwelijks bij het hardlopen.

Weer een opmerkelijk artikel van Mark van Driel (de Volkskrant, 27-01-2009, van verslaggever Mark van Driel):
  Wachten op de eerste zwarte nummer 1

Tennis Australian Open | Mogelijk binnenkort drie gekleurde spelers, Tsonga, Blake en Monfils, in toptien


...    Voor het eerst speelden twee donkere spelers uit de toptien tegen elkaar tijdens een Grand Slamtoernooi. De Fransman Jo-Wilfried Tsonga (zevende op de wereldranglijst) plaatste zich voor de kwartfinales door de Amerikaan James Blake (tiende) te verslaan in drie sets: 6-4, 6-4, 7-6.
    Het unieke karakter van het duel kreeg nauwelijks aandacht, misschien omdat alle Grand Slamtoernooien al een zwarte kampioen hebben gehad. Arthur Ashe won de US Open (1968), de Australian Open (1970) en Wimbledon (1975). Yannick Noah was in 1983 de sterkste op Roland Garros. Maar Ashe en Noah waren eenlingen. Hun carrières overlapten slechts kortstondig.
    Blake en Tsonga zijn in het tenniscircuit geen uitzonderingen meer. Sterker nog, het is denkbaar dat binnenkort drie gekleurde spelers in de toptien staan: de Fransman Gaël Monfils staat nu dertiende. ...
    De 23-jarige Tsonga en de 22-jarige Monfils hebben de kans de laatste historische stap te zetten: een zwarte nummer 1 hebben de mannen nog niet gekend. Ashe stond eens tweede, Noah derde. De 29-jarige Blake bereikte de vierde plaats en is nu te oud voor de eerste plaats.
    Ashe heeft de doorbraak van zwarte spelers twintig jaar geleden al voorspeld. Hij voorzag dat ze het tennis zouden domineren zoals destijds al het geval was in de atletiek, het basketbal en het honkbal. Volgens Ashe vereist tennis dezelfde atletische gaven als die sporten. De vraag was slechts wanneer donkere spelers de kans zouden krijgen uit te blinken.
    Vooral Tsonga en Monfils, die maandag geblesseerd uitviel, beschikken over een opvallend atletisch talent. Het zijn lange, gespierde en spectaculaire spelers, die zich bij het publiek geliefd hebben gemaakt met wonderlijke capriolen en riskant krachtspel. ...
    Blake, die Obama tijdens de verkiezingscampagne financieel heeft gesteund, heeft de top bereikt via het universitaire tennisteam van Harvard. ...
    ‘Het Franse tennis is gedemocratiseerd’, zei Louis Borfiga, de voormalige hoofdcoach van het Franse jeugdtennis vijf jaar geleden in de Volkskrant. ...
    ‘Wie talent heeft, kan in ons systeem doorbreken, ongeacht zijn huidskleur’, zei Borfiga destijds. Hij schreef de opkomst van gekleurde talenten tevens toe aan de populariteit van tennis bij de zwarte middenklasse. Omdat steeds meer kinderen spelen, wordt het opleidingssysteem gevoed met talent.
    Blake en Monfils hebben geregeld hun bewondering uitgesproken voor Arthur Ashe en diens opvattingen over raciale gelijkheid. Tsonga, die vorig jaar in Melbourne de finale bereikte, lijkt minder geëngageerd.
    Hoewel hij fysieke gelijkenis vertoont met Muhammad Ali, spreekt hij zich zelden uit over sociaal-maatschappelijke kwesties, zoals de bokser vroeger deed. ...
    Misschien ontwikkelt Tsonga nog uitgesproken sociaal-maatschappelijke opvattingen. ...

Tussendoor staat hier weer dat er sprake zou zijn van discriminatie, terwijl de voorbeelden uit andere sporten laten zien dat dit volstrekte onzin is.
    Maar de belangrijkste kwestie is de tegenspraak tussen de ene soort opmerkingen waarin zwarten speciale atletische gaven worden toegedicht, en de andere opmerkingen waarin gepropageerd wordt voor raciale gelijkheid.
    Die twee dingen gaan niet samen: als de rassen gelijk zijn, maar het zwarte ras is ook nog atletisch beter, dan is in totaal het zwarte ras beter. Of als de rassen echt gelijk zijn, en de zwarten zijn atletisch beter, dan moet ze ergens anders slechter in zijn. Maar dat mag je weer niet zeggen. Een onoplosbaar dilemma, dus.
    In werkelijkheid is het natuurlijk het laatste: zwarten hebben speciale atletische gaven, en zijn minder getalenteerd in andere dingen. En die kunt u zelf invullen. Dagblad De Pers is wat minder omslachtig met zijn woorden (DePers.nl, 17-09-2009, door Thijs Zonneveld):
‘Moet ik mijn broek laten zakken?’

Caster Semenya: in recordtijd van wereldkampioene tot paria. Is Semenya wel een vrouw? Of toch een man? Of allebei niet? En wat nu?


...‘Caster is geen vrouw. ... Dat wordt door haar concurrentes, de bonden, de media en het publiek gezien als oneerlijk. Maar sport is per definitie oneerlijk. Er zijn ook mannen die meer testosteron hebben dan hun concurrenten. En als je sprinter bent en je voorouders komen niet uit West-Afrika, ben je ook kansloos.’    ...

Ook hier blijkt ras dus geen enkele rol te spelen.

Het volgende geval is eigenlijk ook al heel lang bekend, maar nog nooit over mogen/durven schrijven (de Volkskrant.nl, 06-09-2009, ANP):
  Stabiliteit belangrijker voor kind dan twee ouders

Kinderen die door één ouder worden opgevoed, zijn niet bij voorbaat slechter af dan kinderen die door twee ouders worden grootgebracht.
    Als het gezin stabiel is, ontwikkelen kinderen zich in beide situaties hetzelfde. Dat blijkt uit onderzoek van de Amerikaanse Universiteit van Ohio, dat zondag naar buiten is gebracht.
    De resultaten van het onderzoek gaan in tegen de aanname dat het traditionele gezin een betere plek is voor kinderen dan de moderne vormen. Volgens onderzoekster Claire Kamp Dush gaat de theorie niet op als het éénoudergezin wisselt van samenstelling, bijvoorbeeld doordat de ouder een partner krijgt.    ...
    De wetenschapster onderzocht bijna vijfduizend moeders en meer dan 11.000 kinderen. Ze ontdekte dat de theorie voor Afro-Amerikaanse gezinnen niet opging. Daar doen kinderen die opgroeien met twee ouders het beter op school en hebben minder gedragsproblemen dan kinderen met één ouder.

Ras speelt geen enkele rol ...
 
Hé, een verrassing (CNN.com, 01-11-2008, door Jesse Solomon):
  First U.S. man since 1982 wins NYC race

Dat was de kop, dus snel op de link geklikt:
 
  Meb Keflezighi finished 26.2-mile race in 2:09:15.
Born in Eritrea, Keflezighi emigrated in 1987 to San Diego, California
British marathoner Paula Radcliffe came in fourth among women

For the first time since 1982, an American man won the New York City Marathon on Sunday.
    Meb Keflezighi, 34, broke the tape in the 26.2-mile course with a personal best time of 2:09:15.
    Keflezighi emigrated in 1987 to San Diego, California. One of 11 children, Keflezighi fled with his family from war-ridden Eritrea during its bloody conflict with Ethiopia. He became a U.S. citizen in 1998.   ...

Nou, dat valt dan weer tegen ... De regel weer bevestigd.


Naar Groep en individu , Groep en samenleving , Gedragsonderscheid en rasonderscheid , of site home .

27 jan.2006; rev.27 jul.2009