Bronnen bij Groep en individu: fouten, politiek

Onderstaand een voorbeeld van hoe moeilijk sociologische verschillen liggen. Ten einde een eigen ideologie omtrent verschil of gelijkheid te ondersteunen, beweert men dingen die regelrecht tegen alle werkelijkheid in gaan.

We beginnen met een klassieker zou kunnen zijn, afkomstig van een media-prominent (VARA TV Magazine, nr. 32-2008, column door Paul Witteman):
  Swinging Nelson

Het is ongetwijfeld een racistisch vooroordeel dat zwarte mensen een beter ontwikkeld ritmegevoel hebben dan blanken. We zien krijgers rond een dampende pot dansen. Ze hebben speren in de hand en bewegen op het strakke ritme van trommels die door andere zwarte mannen met blote handen worden bespeeld. Of we denken aan de exotische dansjes die voetballers uit Kameroen rond de cornervlag uitvoeren wanneer ze een doelpunt hebben gemaakt. En we vergelijken dat met de blanke majorettes van de fanfare die met hun stokjes allemaal tegelijk 1-2-3 in de maat slaan wanneer de plaatselijke drogist, de dirigent van de harmonievereniging, dat met onduidelijk zwaaiende armen aan geeft. Ja, denken we dan, zwarten kunnen beter trommelen, beter zingen, beter swingen en dat zal wel in de genen zitten.
    Ter gelegenheid van de 90ste verjaardag van Nelson Mandela keek ik naar de herhaling van een fraaie documentaire die David Dimbleby voor de BBC maakte over het leven van de Zuid-Afrikaanse leider. ... In iedere reportage over de Maagdenhuisbezetting in Amsterdam zie je het beeld terug van studenten die op dat ritme in hun handen klappen. Mandela werd gevraagd hetzelfde te doen voor een reclamespot van zijn politieke beweging. De regisseur deed het voor. Mandela sloeg er naast. De regisseur deed het nog een keer voor, en nog een keer en nog een keer maar hoe Mandela ook zijn best deed, het ritmegevoel liet hem volledig in de steek. ...

Werkelijk om te gillen van de lach: omdat Nelson Mandela, leeftijd 90 jaren, niet meer in het ritme kan klappen, is bewezen dat het idee van het ritmegevoel van negers een racistisch vooroordeel is. 
    Afgekort: "Er is een uitzondering, dus de regel bestaat niet".
    Volledig ten overvloede: buiten dit soort discussies is het muzikaal gevoel van negers als iets dat met trots beschreven wordt (de Volkskrant, 10-02-2006, recensie door Clara Strijbosch):
  Wat is het wezen van zwartheid?

Martin Schouten gaat in roman op zoek naar de wortels van negers en jazz
... daarmee heeft Nederland, schrijft Martin Schouten in zijn Zelfportret als neger, een belangrijke bijdrage geleverd aan wat voor hem een hoogtepunt van de wereldcultuur is: de jazzmuziek.
    Martin Schouten vertelt in zijn Zelfportret het verhaal van een reis die hij in 2003 maakte van Amsterdam naar New York en het Amerikaanse zuiden, op zoek naar de wortels van zwart en jazz. ...

En je zou het sprookje van Paul Witteman bijna als een bewijs uit het ongerijmde beschouwen: als mensen zulke armoedige argumenten voor het tegendeel noemen, moet de oorspronkelijk bewering bijna wel waar zijn.

Als volgende een voorbeeld uit de lange reeks van dit soort fouten in het allochtonendebat (de Volkskrant, 27-09-2007, column door Marcel van Dam
  Debat over het debat

...   Als een welgestelde autochtone advocaat mocht kiezen tussen een allochtone vakgenote als huwelijkspartner voor zijn zoon of een wat grof uitgevallen ongeletterde schoonmaakster met een piercing in haar lip en een getatoeëerde zuigzoen op haar over een te laag decolleté uitpuilende borst, kiest hij blind voor de allochtone vakgenote.
    Ik wil maar zeggen: iedere samenleving kent een grote variatie subculturen, berustend op verschillen in opleiding en inkomen, wooncultuur, taalgebruik, godsdienst, hoge en lage cultuur, en natuurlijk land van herkomst. ...

Van Dam begaat hier de sociologische fout om te wijzen op de verschillen binnen de groep, om het verschil tussen groepen, allochtonen en autochtonen, te ontkennen.

De multiculturalist (Volkskrant.nl, 07-10-2007, ANP):
  Vogelaar betreurt polarisatie rond rede Máxima

Minister Ella Vogelaar (Integratie) vindt het jammer dat de toespraak van prinses Máxima over de Nederlandse identiteit leidt tot polarisatie. De prinses heeft volgens de minister willen zeggen dat de Nederlandse identiteit geen statisch gegeven is, maar dat er wel een aantal gemeenschappelijkheden zijn.


...    Dat koningin Beatrix in een troonrede van een paar jaar geleden wel repte van de Nederlandse identiteit, is daarmee in Vogelaars ogen niet in tegenspraak. ‘Dat ligt in elkaars verlengde.’
    Identiteit is geen mal waar iedereen in past. ‘Alsof wij allemaal klonen van elkaar zijn.’

De impliciete redenatie van Vogelaar: omdat Nederlanders niet allemaal even lang zijn, bestaat er niet zoiets als "de" lengte van de Nederlander. Terwijl dat getal met hoge precisie kan worden uitgerekend, als "de gemiddelde lengte van de Nederlander" - een getal. Dat tezamen met andere, gebruikt wordt om de maten van kleding te bepalen. Die voor dezelfde kleding voor Japanners dus heel anders liggen.

De wetenschapsjournalist, van opleiding cultureel-atropoloog, ook een soort socioloog (de Volkskrant, 03-11-2007, column door Maarten Keulemans):
  Lucia-effect

Tussentitel: Er is altijd wel een verdacht statistisch verband

Ik heb de beste vrouw nooit ontmoet, maar afgaand op wat ik lees, zou ik Lucia de B. vast niet erg vertrouwen als ze aan mijn ziekbed verscheen.
    Dat rare mens, met die tarotkaarten. De ex-prostituee met de touwharen en het geheime dagboekje, waarin ze in kriebelig heksenschrift over haar stiekeme compulsies schreef.
    Maar dat betekent nog niet dat ze een engel des doods is, een ijzige moordenares die met bleke, dunne handen dodelijke doseringen toedient aan haar patiënten.
    Ook de Hoge Raad is daar nu achter. Het ‘statistische bewijs’ dat er wel erg veel patiënten stierven als zuster Lucia ten tonele verscheen, had in elk geval niet mogen meetellen in Lucia’s rechtszaak, betoogde de Commissie Evaluatie Afgesloten Strafzaken deze week. ...
    Het Lucia-effect treft soms zelfs hele bevolkingsgroepen. Ook Marokkaanse jongeren worden vanuit de wetenschap voortdurend bekogeld met allerlei duistere statistieken: ze zijn viermaal zo crimineel als Nederlandse jongeren, viermaal zo vaak werkloos en vierenhalf maal zo vaak schizofreen.
    Ook op die statistieken valt van alles af te dingen. Maar intussen zijn er steeds minder Nederlanders die bij het zien van een jonge Marokkaan denken: goh, 41 procent kans dat die een eigen bedrijf of een vaste baan heeft.
    De huiskamerstatisticus onthoudt maar één correlatie – die tussen criminaliteit en een olijfkleurig buitenkantje.
    Statistiek is wetenschap en ziet er reuze imponerend uit, met al die cijfers. Maar dat zeiden ze vroeger ook van het wegen van rare vrouwen op de heksenwaag.

Hier wordt een zeer dubieuze redeneertruc toegepast: omdat er een slechte statisticus heeft gewerkt aan de zaak Lucia de B., deugt statistiek niet, dus deugt de groepskwalifacatie van Marokkanen niet.
    De weerlegging. Ten eerste: het is slechts één "amateur"-statisticus die het slechte rapport heeft geschreven met kansberekeningen van aan de hand van correlaties, de rest van de gemeenschap der statistici heeft dit rapport gekraakt. Ten tweede de cijfers omtrent Marokkaanse criminaliteit zijn geen kansberekeningen of correlaties, maar pure gegevens uitgedrukt in procenten.
    Het punt is dat deze columnist de gemaakte statistische fout gebruikt om het begrip groepseigenschap te ontkennen. En dit is een column in de wetenschapsbijlage. Deze wetenschapsjournalist ontkent sociologische groepseigenschappen.

Het misverstand is natuurlijk inherent bij dit soort mensen (de Volkskrant, 06-12-2007, door Peter Abspoel, antropoloog en stafmedewerker bij Vluchtelingen-Organisaties Nederland):
  Spreek niet van ‘de moslim’

Zowel Geert Wilders als zijn critici spreken ten onrechte over ‘de moslim’. Dat is een gevaarlijke ontwikkeling, betoogt Peter Abspoel


Tussentitel: Voor 11 september had je Turken, Marokkanen, Iraniërs en Somaliërs

Doekle Terpstra roept op tot het vormen van een beweging die een tegengeluid laat horen tegenover de discriminerende en xenofobe uitingen van Wilders, waardoor het debat zou worden ‘gegijzeld’. Terpstra wil laten zien dat het in Nederland helemaal niet zo slecht gaat tussen moslims en autochtonen als Wilders wil doen voorkomen.
    Het voorstel heeft naast steunbetuigingen allerlei bedenkingen opgeroepen: zo zou een beweging gericht op een persoon die persoon te belangrijk maken, zij zou polariseren door mensen te dwingen zich tot een van beide kampen te bekeren en de Wilders-aanhang zou er weer een bewijs in kunnen zien dat naar hen niet wordt geluisterd.
    Een minstens zo belangrijk probleem is echter tot dusver over het hoofd gezien. Dit is het feit dat de reactie essentiële onderdelen van het begrippenkader van de bestreden visie overneemt. Wilders’ definitie van het probleem wordt gebruikt om aan te tonen dat het zo gedefinieerde probleem eigenlijk geen probleem is.
    Wilders ziet de moslims in Nederland als het probleem. De reactie bestaat in het laten zien dat er vele voorbeelden te geven zijn van harmonieuze en verrijkende relaties tussen moslims en autochtone Nederlanders. De categorisering van burgers als moslim en niet-moslim wordt dus overgenomen. Nederland heeft meer dan een miljoen moslims, horen we regelmatig. ...
    Het is dit beeld van een homogene moslimpopulatie dat het debat gijzelt, en dat weersproken moet worden. Wilders heeft het niet gecreëerd; het was er al voor hij ten tonele verscheen met zijn partij. En zijn tegenstanders worden evenzeer door het beeld gegijzeld.
    Zorgwekkend is dat ook de overheid de laatste jaren de neiging heeft om burgers te verdelen in moslims en niet-moslims. Zo is er een koepel gevormd van religieuze organisaties (CMO), in de veronderstelling dat deze namens ‘de moslims’ konden spreken en aangesproken konden worden. De vraag hoe representatief ze zijn voor de groep die gemakshalve als ‘de moslims’ wordt aangeduid, werd in elk geval aanvankelijk niet gesteld. ...
    Al maakt het de wereld misschien een stuk minder overzichtelijk, ik pleit voor de vrijheid van individuen om zelf te bepalen wat ze zijn, en in de praktijk zijn dat meestal vele dingen tegelijkertijd. Want de diepste aspiraties en het engagement van mensen komen normaal tot bloei als antwoord op praktische omstandigheden, en in veel mindere mate langs de leidraad van een ideologie. ...
    Integratieproblemen bestaan, maar ze vragen om doordachte oplossingen. Potentiële wegbereiders (moslims en niet-moslims) bij voorbaat van de rest van de Nederlandse samenleving doen vervreemden, lijkt mij geen goede strategie. Via een selffulfilling prophecy sluiten we zo de mogelijkheid uit tot het vinden van een gedeeld engagement.

Een uitgebreide vorm van de redenatie: er bestaan geen groepen, als ze niet homogeen van samenstelling zijn - oftewel: er bestaan geen groepen, want geen enkele menselijke groep is homogeen van samenstelling.
    Deze drogredenatie wordt natuurlijk veroorzaakt door ideologische vooringenomenheid. Moslims zijn bijna per definitie een groep, omdat ze een scherp omlijnd criterium hebben: het geloven in Allah, de koran, en dergelijke.  In de praktijk gaan ze dan ook nog zeer te onderscheiden, islamitische, gebouwen zitten, trekken ze zeer te onderscheiden, islamitische, kleding aan, en geven ze hun kinderen zeer te onderscheiden, islamitische, namen als Mohammed en Fatima. Kortom: een zeer duidelijk te onderscheiden, nauwkeurig te omschrijven groep.
    Merk op dat deze grove overtredingen tegen de sociologische dus groepsgebonden beschrijving worden gemaakt door een antropoloog, een ondersoort van de sociologen.

Nog een voorbeeld (de Volkskrant, 06-12-2007, Hedy d’Ancona is voorzitter van het Begeleidingscollege van het Sociaal en Cultureel Planbureau):
  Behandel individu niet als groepslid

We moeten allochtonen als individu behandelen, en niet volgens het negatieve beeld dat bestaat van de groep waartoe zij behoren, meent Hedy d’Ancona.


Tussentitel: Vogelaar kwam met veel feiten, maar kreeg geen oorverdovende bijval

...   Eén van de vier diva’s die een talkshow presenteren die gevolgd kan worden door 250 miljoen kijkers in Arabische landen (zie de documentaire van Brechtje van der Haak op het IDFA) draagt een hoofddoek. En ook zij stelt zaken aan de orde als masturbatie, homoseksualiteit, overspel en – juist ja – het dragen van een hoofddoek. Als vrouwen zeggen dat ze daar zelf voor gekozen hebben, wie zijn wij dan om te zeggen dat ze ook nog tragisch, want gehersenspoeld, zijn, stelt Désanne van Brederode in haar Brief aan de Gelukszoeker. En gelijk heeft ze. Want mensen niet als individu, maar als lid van een groep behandelen, levert ellende op. Zo blijkt uit de Discriminatiemonitor van het SCP, dat voor allochtonen vooral het verwerven van een baan moeilijk is. De sollicitant moet namelijk aantonen dat de negatieve beeldvorming over niet-westerse allochtonen niet op hem of haar van toepassing is. ...

Het allereerste dat moet gebeuren om ervoor te zorgen dat een individu niet als groepslid behandeld wordt, is voor dat individu om zich niet als groepslid te gedragen. Iemand die met een overdadig kruis of een monnikspij binnenkomt, kan kritische vragen verwachten - de allochtoon idem. Dat is geen discriminatie, zoals de Discriminatiemonitor van het SCP kennelijk stelt: wie zich als groepslid gedraagt, mag als groepslid behandeld worden.
    En let op: alweer komt de klacht over de groepsbehandeling van iemand met een sociologische functie: Het Sociaal Cultureel Planbureau kan niet bestaan, tenzij je mensen indeelt in groepen - het SCP kan moeilijk 16 miljoen puntjes langs de onderkant van haar grafieken zetten!

Een vertegewoordiger van een instituut dat beweert aan sociologie te doen (verslag debat De Thermometer 19, Rotterdam, Zaal de Unie, 20 januari 2006):
  Zijn de problemen van allochtone jeugd een gevolg van ontoereikende opvoeding?

Debat over zin en onzin van opvoedkundige en culturele verklaringen van jeugdproblematiek.


Met: Trees Pels, onderzoeker Opvoeding en Ontwikkeling allochtone kinderen Verwey-Jonker Instituut; Marcia Luyten, econoom en cultuur-wetenschapper; Piet Boekhoud, bestuursvoorzitter Albeda College en Leon Hoek, Raad van de Kinderbescherming.
Gesprekleider: Jeroen Visser

Feit: allochtone jongeren plegen vaker overtredingen en misdrijven dan autochtone leeftijdgenoten. Ander feit: het percentage vroegtijdig schoolverlaters is onder allochtone jongeren hoger dan onder autochtonen. De oorzaak voor deze allochtone oververtegenwoordiging werd vaak verklaard door de sociaal-economische positie. Sinds enige tijd is het taboe doorbroken en wordt er ook gewezen op de rol van opvoeding en de culture achtergrond.

Lange tijd was het een taboe. Het gevaar om een cultuur als achterlijk weg te zetten was immers groot, maar volgens Marcia Luyten moeten we er toch aan geloven: de opvoeding en cultuur van allochtonen moet nader bekeken worden om de huidige problemen met jongeren te verklaren. Marcia Luyten kwam in haar onderzoek op de volgende verklaringen die de relatie tussen gedrag en herkomst bewijzen. Luyten: "Bij Marokkanen speelt de macho-factor een grote rol. De Marokkaanse cultuur is een masculiene cultuur. Vergelijk je die met de Nederlandse, dan is die cultuur hier erg feminien, zacht. Dat betekent dat die jongeren opgroeien in een sfeer waarin competitie, geldingsdrang en gezichtsverlies erg belangrijk zijn."
Ze vervolgt: "Een andere factor die een rol speelt is collectiviteit. De Nederlandse samenleving is erg individueel, de machtsverhoudingen zijn daardoor ook minder hiërarchisch als in een groep. Ook speelt respect en eer een grote rol binnen de Marokkaanse cultuur."

Maar dit zijn kenmerken van (in dit geval de Marokkaanse) cultuur. Waarom zouden die bijdragen aan deelname aan criminaliteit? Luyten: "Ik schets het nu zwart-wit. En ik weet ook dat dit met de generaties minder wordt, maar als een groep in een hoek gedrukt wordt, gaan deze factoren een rol spelen. Een - voor de samenleving - negatieve rol." Het groepsbelang wordt dan ingezet om zich samen tegen de Nederlandse samenleving af te zetten. Je positie binnen de eigen kring wordt door een gewelddadige geldingsdrang erkend.

Dit beeld is onderzoeker Trees Pels te ongenuanceerd. Pels heeft altijd oog gehad voor de culturele achtergrond, maar dan zowel bij geslaagde als mislukte pogingen van nieuwkomers in Nederland. Pels: "Er werd bij problemen met allochtonen altijd gewezen op sociaal-economische factoren, maar dat is sinds Pim Fortuyn volledig omgeslagen. Nu wordt er alleen nog maar naar culturele oorzaken gezocht. Er is daardoor angst voor de ander ontstaan. Mijn bezwaar is dat die culturele factor uitgaat van een wij-zij houding. Goed, de eerste generatie bracht sterk de eigen cultuur mee, maar de latere generaties zijn hier opgegroeid. Die jongeren zijn Rotterdams, Nederlands, moslim. Het directe negatieve verband leggen met de cultuur uit het land van herkomst, vind ik te simpel en bovendien stigmatiserend." ...

Een socioloog die de invloed van cultuur ontkent, omdat het uitgaat van "een wij-zij houding". Dit is een socioloog die maatschappelijke vooroordelen in een analyse stopt.

Het multiculturalisme is een eindeloze inspiratiebron voor de "Er bestaan geen groepen"-ideologie. De onderstaande auteur acht zichzelf vermoedelijk een diepzinnig analyticus, want er worden zeel veel woorden gebruikt voor de bekende redenatie (de Volkskrant, 04-12-2010, boekrecensie Anet Bleich):
  De Eindstrijd is begonnen

Non-fictie | Is de islam in essentie gevaarlijker dan andere godsdiensten? Jazeker - stéllen de auteurs van een bundel kritische essays van bijna 800 pagina's.

...    Wat de islam is en wat zij wil, voor de samenstellers bestaat hierover geen onzekerheid: het geloof van de moslims vormt één coherent geheel waarvan de essentie is: 'de islam deugt niet'. Sam van Rooy: 'De islamappeasers in het Westen (...) beweren tegelijkertijd dat 'dé islam' niet bestaat (en hét Westen en hét christendom wel)'. Hier nu is sprake van een misverstand. Ongetwijfeld hoor ik in de ogen van de Van Rooy's tot de categorie van islamappeasers, maar ik geloof helemaal niet dat hét christendom of hét jodendom een hermetisch geheel vormen met een essentie die al dan niet 'deugt'.
    Laat ik een simpel persoonlijk voorbeeld geven. Zolang mijn ouders leefden, vierde ik elk jaar bij hen thuis het joodse Paasfeest, Pesach. De viering gaat in de vorm van een met gebeden en gezangen omzoomde rijkelijke maaltijd waarbij de uittocht van de joden uit Egypte ten tijde van Mozes centraal staat. Voor mijn ouders was het helder wat we vierden: de vrijheid, bevrijding uit de slavernij. Al het andere was bijzaak. De Joden hadden ruim 3000 jaar geleden voor het eerst gevochten voor het recht geen slaaf te zijn, maar vrije mensen. Later heb ik ook elders wel eens Pesach meegevierd. Dezelfde gebeden en liederen, hetzelfde type eten. Tot m'n verbazing werden de accenten vaak echter heel anders gelegd. Het ging dan over uitverkorenheid, over de almacht van het opperwezen, soms was er zelfs sprake van enig leedvermaak over de plagen waarmee God de Egyptenaren had gestraft. Niet mijn jodendom. Maar wat is het echte?
    Eenzelfde pluriformiteit bestaat in het christendom. Weinigen zullen staande willen houden dat het katholicisme van monseigneur Gijssen hetzelfde is als dat van Huub Oosterhuis of dat het geloof van Kees van der Staay niet verschilt van dat van Bas de Gaay Fortman. En dat zou bij de islam volkomen anders zijn? Terwijl juist de Koran bekendstaat als een vat vol tegenstrijdigheden. ...

Waarna we het verhaal maar afkappen, want de strekking is duidelijk: er zijn verschillen binnen het jodendom, er zijn verschillen binnen het christendom, en er zijn verschillen binnen de islam. Dus zijn er geen verschillen tussen jodendom, christendom en islam.

Een voorbeeld in dezelfde categorieën die op deze website als archetypisch voorbeeld wordt gebruikt: de Japanner (de Volkskrant, 26-03-2011, door Malou van Hintum):
  Japanners huilen ook

De Japanners als volk lijken wel erg gelaten - stoïcijns misschien zelfs - bij de ramp die hun overkomt. Typisch Japans? 'Het idee dat 'de' Japanner stoïcijns is, zegt vooral iets over het westerse stereotype denken,' zegt japanoloog Henny van der Veer (Universiteit Leiden), tevens boeddhistisch priester.

U klinkt een beetje geërgerd.
'Er verschijnen deze dagen veel rare uitspraken over Japanners in de media. Om te beginnen bestaat 'de' Japanner net zo min als 'de' Nederlander. ...

Inderdaad: geen enkel gemiddelde bestaat. Dus laten we het begrip "gemiddeld" maar afschaffen ...   


Naar Groep en individu , of site home .