Psychologische krachten en begrippenEen verzameling van begrippen-met-korte-uitleg die de inventarisatie vormt van de relevante factoren zoals geïntroduceerd in Menswetenschappen, regels , voor wat betreft de psychologie. De onderlinge referenties binnen deze verzameling zijn een startpunt voor de tweede stap uit de regels: de bepaling van hun onderling belang. Voor nadere uitwerkingen verwijzen de items naar artikelen en bronverzamelingen elders op de site. Meer op de praktijk gerichte zaken staan in Psychologische praktijktips .Aandacht Sommige zaken zijn zo vanzelfsprekend en alom aanwezig dat ze niet meer opvallen en onbesproken blijven. In de tijd komt het item "aandacht" hier komt op plaats 98. Aandacht speelt op vele niveaus. Ten eerste dat tussen individuen. Zo veel van de activiteiten van een kind zijn gericht op het verkrijgen van de aandacht van de moeder, dat je gedurende een behoorlijk aantal eerste jaren kan spreken van "alles wat het kind doet". Dat wordt allengs minder, maar er zijn genoeg openlijke bekentenissen van mensen bij wie het nooit ophoudt. Dan krijg je qua kring een aantal tussenniveaus, dat eindigt bij: aandacht van de rest van alle overige mensen, oftewel de aandacht van de maatschappij - dan zijnde een psycho-sociaal begrip. Ook dat is iets dat zeer wijdverspreid is, en in alle mogelijke varianten van hevigheid. Zie je iemand op televisie, en de kans is dicht bij de 100 procent dat je een aandachtszieke ziet. En met een andere belangrijke correlatie: hoe aandachtszieker, hoe groter de kans op andere geestesziektes, en hoe ernstiger ze zullen zijn. Ernstige aandachtziekte eindigt niet zelden in zelfmoord. Bijna alle politiek-correcten in de media, oftewel bijna de hele media, zijn aandachtszieken. Met als een andere nevenkwaal hoogmoed, gepaard gaande met het gebruik van termen als "fatsoen" en "moraal", slaande op zichzelf, zie een gelijktijdig genoteerd geval hier . Bronnen over aandacht hier . Abstractisme Abstractisme is als denkfout gedefinieerd als "het denken in abstracties, zonder ooit de meer praktische gevolgen van de conclusies van dat denken te bekijken". Abstractisme is een soort van beroepsrisico van iedereen die zich min of meer beroepsmatig bezighoudt met abstract denken, zoals wetenschappers van de niet-praktische soort zoals sociologen enzovoort, en natuurlijk dan met name filosofen. Abstractisme is ook een psychologisch item, omdat er bepaalde vormen van geestessamenstelling zijn, "karakter", die er meer vatbaar voor zijn dan anderen. Die vallen natuurlijk grotendeels samen met de bezetters van de al genoemde groepen. Plus daarbij natuurlijk die mensen die zich bezig houden met zaken die in het geheel geen voet in de realiteit hebben: religieuzen. Wat betreft de religieuzen geldt dat in ernstig versterkte mate voor degenen die er religies op na houden die abstracter zijn dan andere. Het meest abstract zijn natuurlijk de religies met één enkele entiteit die het hele heelal schept, toeziet en bestuurt: de monotheïsten. Van de monotheïsten zijn weer diegenen het ergst, waarvan het monotheïsme het ergst is. Dat is simpel: dat zijn de uitvinders ervan (althans: van de courante versies): de Joden. De overeenkomst tussen de beroepsmatige-risicogroep en de groep van religieuzen, is dat in de beroepsrisicogroep het voor vrijwel de volle honderd procent gaat om een factor die strikt genomen buiten het wetenschappelijke beroep ligt: het ideologisch denken. Ideologisch denken en religieus denken zijn conceptueel identiek, in dat men ideeën gevormd in de geest stelt boven de werkelijkheid. In ideologie zijn dat de meest abstracte ideeën, en in de monotheïstische godsdienst is dat dus hetzelfde, en dan nog wat erger. In de wetenschappelijke omgevingen hebben vormen van ideologie ook heel vaak een naam: het zijn "ismen", met voorbeelden als "kapitalisme", "communisme", socialisme", "objectivisme", enzovoort. Als je gaat kijken naar al die verschillende vormen van ismen en met name degene die er als abstractisme vorm aan hebben gegeven, komt men met overdaad dezelfde groep mensen tegen die vorm hebben gegeven aan het monotheïsme: Joden. Zelfs in de natuurwetenschappen is dat zo: het praktische voorbereidende werk voor de relativiteitstheorie is gedaan door Hendrik Lorentz, Nederlander, en Henri Poincaré, Fransman. Het theoretisch raamwerk kwam van Albert Einstein - geïllustreerd door het feit dat in alle natuurkunde-handboeken waarin het gaat over de praktisch toepassing van de relativiteitstheorie, je vrijwel alleen de naam van Lorentz treft: Lorentz-transformatie, Lorentz-invariantie enzovoort. Andere beroemde voorbeelden van "ismisten" zijn natuurlijk Freud, Marx enzovoort, en in Nederland was de laatste Dick Swaab, die op grond van enkele dunne aanwijzingen meteen maar het hele concept van vrije wil afschafte, invoerende het absolute determinisme . Of zie de iPad-scholen van Maurice de Hond . Let er hierbij op dat slechts een percentage van 10 procent in het voorkomen van Joden een sterke oververtegenwoordiging is, omdat ze numeriek op de bevolking meestal minder dan 1 procent uitmaken. Voor de genoemde verschijnselen ligt het werkelijke percentage in de enkele tientallen - controleer bijvoorbeeld eens een item als "Frankfurter Schule" in Wikipedia . Het abstractisme op dit niveau bedreven valt onder de term "neuroticisme", aanduidende een verschijnsel dat op neurose lijkt, maar een specifieke eigenschap betreft. Dit neuroticisme is allang bekend als een eigenschap van alfa-intellectuelen, schrijvers en weer met name, kijkende naar de incidentie, Joden . Dit item heeft niet alleen wetenschappelijk belang, maar ook praktisch. Het laatste "isme" van Joodse origine van maatschappelijk belang is namelijk dat van het neoliberalisme . En neoliberalisme is niets minder dan bijl aan de wortel van de beschaving . Het neoliberalisme beoogt, impliciet of expliciet , de triomf van het nomadisme boven de residente cultuur , en uiteindelijk dus een terugkeer naar een wereld waarin men op kamelen tussen oases rondtrekt, elkaar niet verder vertrouwend dan de loop van het eigen geweer. De wereld van de Midden-Oosten woestijn waar de semitische volken, Joden en Arabieren, vandaan komen. De wereld waar het monotheïsme vandaan komt. Conclusie: abstractisme en intellectueel neuroticisme zijn zeer ernstige geestelijke kwalen, die totaal onderschat worden. Beide zijn nauw verwant aan zwart- witdenken . Alfa's (In ontwikkeling) Voorlopig alleen een doorlink naar het hoofdartikel . Algemene semantiek Geestelijke kwalen komen net zoals alle andere menselijke eigenschappen in een continu spectrum: van hele lichte naar hele ernstige gevallen en alle tussenliggende varianten. De hele ernstige zijn voornamelijk van neurologische aard, en vereisen psychiatrische behandeling - de slachtoffers functioneren grotendeels buiten de gewone maatschappij. De minder ernstige gevallen functioneren daarbinnen, en richten oneindige veel meer schade aan. De manier waarop die mensen met niet-psychiatrische geestelijke kwalen met hun ziekte de rest van de maatschappij belasten, is voornamelijk via woorden. Omdat in ieder geval het verwoorden van het denken via woorden gaat, bestaat er zelfs het vermoeden dat die geestelijke kwalen in het hoofd zitten middels woorden. Voor de bestudering van niet-psychiatrische geestelijke kwalen lijkt een studie van woorden dus een geschikt startpunt. Daartoe zijn al een aantal pogingen ondernomen in de eerste helft van de twintigste eeuw, met als meest systematische poging die van de algemene semantiek , gedefinieerd als de studie van de relatie tussen woorden en de werkelijkheid waar ze voor staan, met als kern-uitspraak "The map is not the territory" (Wikipedia), oftewel: de woorden zijn niet de dingen waar ze voor staan. "De mate waarin iemand woorden gebruikt die overeenkomen met de werkelijkheid is een goede maatstaf voor zijn geestelijke gezondheid", is een regel die verborgen zit in talloze andere uitspraken over verstand en denken. Psychiatrische patiënten hebben een innerlijke wereld die dusdanig afwijkt van de werkelijke wereld, dat ze niet meer in de maatschappij kunnen functioneren - daarvoor bestaan woorden als "wanen" en dergelijke. Mensen met niet-psychiatrische geestelijke afwijkingen hebben een wereldbeeld dat licht tot ernstig afwijkt van de werkelijkheid, maar niet zodanig dat ze daardoor niet kunnen functioneren. Door gebruik te maken van de woorden van die werkelijkheid in hun hoofd, kunnen ze de werkelijkheid in het hoofd van anderen verstoren. Door bijvoorbeeld te wijzen op een oude vrouw met een zwarte kat, die in hun gestoorde beleving een kwaadaardig persoon is, aan te wijzen en te roepen "Dat is een heks", kunnen ze andere mensen ertoe brengen om de oude vrouw met een zwarte kat ook te gaan zien als een "heks", dat wil zeggen: iemand met kwaadaardige bedoelingen. Dit voorbeeld stamt in Europese context uit tijden van honderden jaren geleden (in Afrika is het nog steeds geldig). Inmiddels is in Europese context bekend dat heksen beschreven als in voorgaande niet bestaan. Aangezien er vele onschuldige slachtoffers gevallen zijn door het aanwijzen van oude vrouwen, al dan niet met zwarte katten, als heks, is het in Europese context dus duidelijk dat niet de oude vrouwen, maar degenen die gewezen hebben tezamen met de woorden "Dat is een heks" kwaadaardig zijn. Iets dat je gunstiger geformuleerd een "geestelijke kwaal" kan noemen. Het kunnen aanwijzen van een oude vrouw in combinatie met de woorden "Dat is een heks" kan alleen werken als die woorden voor degenen tot wie ze gericht zijn ook een betekenis hebben. Dat wil zeggen: die andere mensen moeten weten dat "heks" staat voor "iemand met kwaadwillige bedoelingen". Oftewel: het specifieke voorbeeld maakt deel uit van een reeks soortgelijke gevallen, waarin de betekenis van woorden wordt losgemaakt van datgene waar ze werkelijk voor staan. Of van het ontstaan van woorden die niet staan voor zaken in de werkelijkheid, zoals "heks", in de zin van "oude vrouw met een zwarte kat". Het losmaken van woorden van de werkelijke wereld waar ze voor staan is vermoedelijk begonnen op het moment dat er individuen kwamen die bemerkten dat ze op die manier voordeel konden behalen ten koste van anderen, zonder meteen daarop betrapt te worden, zoals bij daadwerkelijke materiële diefstal. Voor dit om te werken impliceert ook dat een deel van de betrokken leefgroep wel doorhad dat er een valse relatie met de werkelijkheid werd gelegd, maar het grootste deel niet. Op dat moment ontstond dus een nieuwe manier om macht uit te oefenen over de groep van de medemensen, naast het oudere door middel van fysieke kracht. In de moderne tijd heeft deze verbale manier van machtsuitoefening de fysieke manier vrijwel volledig overvleugeld. In de hogerontwikkelde westerse maatschappij zijn hele beroepsgroepen ontstaan die namens de machtigen, de rijken, de verbale wereld domineren om deze vervolgens vol te stoppen met valse woorden - te denken valt aan diverse intellectuele groepen als bijvoorbeeld sociologen en economen , en dus zelfs een paar specifieke daarvoor ontstane groepen, gezamenlijk aangeduid als "de media" . De algemene semantiek bestudeert in het algemeen de manier waarop woorden zich verhouden tot de werkelijkheid, en signaleert dus ook de manieren waarop die relatie niet klopt. Op deze website wordt de algemene semantiek gebruikt om niet-kloppende relaties bloot te leggen op zo veel mogelijk maatschappelijke vlakken. In de huidige context dus die van de psychologie, en het vlak van de minder ernstige geestelijke kwalen, ook wel aan te duiden als cognitieve ziekten . Dat heeft binnen de psychologie op min-of-meer autonome wijze als plaatsgevonden, in dat de meest effectieve vorm van bestrijding van minder ernstige geestelijke kwalen, cognitieve therapie , rationeel-emotieve therapie en dergelijke, op deels expliciete en deels impliciete wijze gebruik maken van de methoden van de algemene semantiek. Angst Angst is de emotie die verbonden is met het gedrag van vlucht en vermijding. Van psycholoog William James is het gezegde dat: "Je vlucht niet omdat je bang bent, maar je bent bang omdat je vlucht." Wat James daarmee wilde zeggen, is dat het vluchtgedrag basaler is, eerder is, dan de emotie - het vluchtgedrag is een gevolg van reflexen plaats vindende in het autonome zenuwstelsel of reflexensysteem , die sneller zijn dan de hogere en langzamere emoties, zie de drie lagen . Het vluchtgedrag van de reflexen (ruggemerg en hersenstam ) is eenduidig, snel, automatisch en vindt altijd plaats. De emotionele angst (emotionele hersenen , met name amygdala) kan meerdere oorzaken hebben, werkt langzamer, en kan al dan niet tot vluchtgedrag leiden. De mate van angst en vluchtgedrag kan in zekere mate variëren onder invloed van ervaringen - vogels die vroeger wegvluchtten van de mens, gaan er nu naar op zoek. De derde vorm van "vluchtgedrag" of vermijding is ten gevolge van rationele overwegingen in de grote hersenen. Dit komt tot stand over langere tijden dan emotionele, hoeft niet tot fysiek vluchtgedrag te leiden, en kan met rationele overwegingen weer verdwijnen. Angst is vermoedelijk de belangrijkste emotie, op alle drie de niveaus, omdat het datgene is dat het individu en dus de groep en soort behoedt voor gevaar. Er zijn drom talloze soorten angsten, die bij de mensensoort ook makkelijk uit de hand kunnen lopen, waarna ze bekend worden als "fobieën". Daarnaast zijn er paar meer algemene angsten die niet niet samenhangen met specifieke gevaren als leeuwen en tijgers, maar met potentieel gevaar, waarvan de belangrijkste is de angst voor het onbekende en het vreemde - hetgeen ook logisch is omdat het onbekende altijd de mogelijkheid tot gevaar in zich heeft. De variant met betrekking tot mensengroepen heet xenofobie, en is sociologische gezien een van de belangrijkste krachten bij de contacten tussen verschillende groepen en culturen . De op een na belangrijkste algemene angst is die voor onzekerheid, bijvoorbeeld over een bepaalde gewaarwording. Onzekerheid houdt namelijk ook onduidelijkheid over het al dan niet gevaarlijk-zijn in. Deze vorm van angst is vermoedelijk zeer veel sterker in de mens dan andere soorten .Ter verzachting van dit soort angsten heeft de mens eerst allerlei soorten religie uitgevonden, en daarna andere vormen van ideologie . De taak waarvan is het kunstmatig verschaffen van zekerheden middels bovennatuurlijke krachten of vaststaande regels. Bij de mensensoort is angst dus een zaak die in zekere mate te sturen is. De mate waarin individuele mensen zich laten leiden door angsten is in hoge mate bepalend voor hun gedrag in de mensengroep, de maatschappij, en de bijbehorende voorkeuren blijkende uit politieke stellingnames. Grofweg is de verdeling: hoe angstiger, hoe rechtser . Zo zitten bijvoorbeeld vrijwel alle lijders aan de fundamentele angstbezweerder, religie, aan de rechtse kant (merk op: religie is dus geen erg goede angstbezweerder, wat logisch is, want er zijn geen bovennatuurlijke krachten). En ook alle egoïsten en strevers naar macht. Egoïsten denken meer aan zichzelf dan strikt nodig en wenselijk is uit angst iets nu of in de toekomst tekort te komen. En strevers naar macht zijn bang dat als anderen macht hebben, zij iets tekort zullen komen. De gevoeligheid van de mensensoort voor angst blijkt erin dat ook de minder angstigen, de "linksen", zich sterk vastklampen aan kunstmatige zekerheden, zij het wat minder ernstige, in de vorm van ideologie (ideologie verdwijnt makkelijker dan religie, zie nazisme en communisme). Wat meer over onder andere het duale aspect van angst hier . Associatie Associatie is letterlijk "het in verband brengen van twee of meer zaken". Zo is alle "in één groep"-plaatsen of -samenvatten een vorm van associatie, en dus zijn ook het benoemen van een verzameling dieren in "vee", of "koeien", in feite vormen van associatie. Omdat deze associaties heel natuurlijk zijn en voor de hand liggend, vallen ze niet meer op. "Associatie" wordt meestal gebruikt voor verschijnselen waarbij een vorm van verband minder voor de hand liggend is. Ook in de geest vinden vele vormen van associatie plaats. Het vermoeden van deze redactie is dat associatie ook binnen de hersenen één van de belangrijkste processen is, en voor zover zaken betreffende "denken" mogelijkerwijs het belangrijkste. Zo belangrijk en zo veelvoorkomend dat het totaal niet meer opvalt. Behalve in uitzonderlijke gevallen, zoals die mensen waarbij in hun hersenen geluid en kleur of smaak-ervaringen met elkaar gekoppeld worden - dit noemt men dan "synesthesie" , maar het is natuurlijk een vorm van associatie. En dit is dus bij zintuigen. Bij het hogere denken is de neiging tot associatie zodanig sterk dat er diverse spreekwoorden aan zijn gewijd, zoals het uit de oudheid afkomstige Post hoc ergo propter hoc - oftewel: omdat het na elkaar komt, wil dat niet zeggen dat het verband met elkaar heeft . Voor het idee dat associatie een generaal achterliggend principe van heel veel hersenprocessen is, zijn ook aanwijzingen. Zo verklaart het het verschijnsel dat functies van uitgevallen organen of hersenonderdelen deels overgenomen kunnen worden door andere hersendelen. Dat wijst op gelijkheden in functionaliteit - een wasmachine kan niet de rol van een auto overnemen ook al wacht je honderd jaar, hoewel er toch ook veel draaiende wielen in zitten, maar een moderne telefoon kan wel steeds groter deel van de taken van een computer overnemen - omdat ze een overeenkomstige functionele achtergrond hebben: het doorgeven van informatie. Het idee van de hersenen als een grote associatie-machine kent vele aantrekkelijkheden . Attitude De term attitude,"de houding die iemand aanneemt", slaat normaliter op een beperkter bereik van tijd en omstandigheden. Hier wordt dit uitgebreid tot een algemener geldend begrip, staande naast "karakter". Hier wordt "karakter" gebruikt als term voor in hersenstructuren vastgelegde voorkeuren van gedrag en reactie, en "attitude" als term voor door interactie met de medemens vastgelegde voorkeuren van gedrag en reactie. Implicerend: dat zijn twee verschillende dingen. Zo expliciet uitgeschreven, een open deur: een groot deel van de openbare uitingen wordt gedaan aan de hand van wat men denkt dat wenselijk geacht wordt, niet door wat men werkelijk vindt - mensen die consequent zeggen wat ze werkelijk vinden wordt snel "sociaal onaanvaardbaar" gedrag verweten. "Attitude" is hier de term voor de algemene en meer permanente kenmerken in dat patroon. Tot het "karakter" behoort de mate waarin dit patroon bepaald wordt door het karakter. Basaal Wat hier heet "basale" psychologie is datgene dat je ook kan aanduiden met "banale" psychologie, namelijk de meest primitieve overwegingen die het individu maakt bij de eerste waarderingen van de waargenomen werkelijkheid. Eraan vooraf gaan de reacties van het reflexieve systeem, zoals uitgevoerd door de hersenstam, die bijna uitsluitend gericht zijn op het individuele voortbestaan en overleven. De basale psychologie is de eerste laag van reacties van het meer genuanceerde emotieve systeem, dat hier direct boven ligt. Welke je kan samenvatten in een handvol uiterst simpele en eigenlijk overbekende regels: - "Ik heb altijd gelijk". - "De schuld ligt altijd bij de ander" (het "afschuiven"). - "De vijand van mijn vijand is mijn vriend" (ook wel: "De vriend van mijn vijand is mijn vijand") . - "Wat de ander heeft, wil ik ook". - "Wat ik niet heb, mag jij ook niet hebben" (deze laatste twee staan bekend "jaloezie"). - "Ik moet er voordeel bij hebben" (ook wel bekend als "inhaligheid"). - "Iedereen is hetzelfde als ik". - "Iedereen wil hetzelfde als ik". - "De ander moet begrip tonen voor mij maar ik hoef geen begrip te tonen voor de ander" (het tegenovergestelde van empathie). - "Andermans emoties zijn soms best wel een beetje overdreven" - "Mijn emoties zijn krachten die het heelal draaiende houden" . - Uitspraken aangaande slechte drijvingen en intenties van anderen zijn hoogstvermoedelijk op de uitspreker van toepassing ("Wat je zegt dat ben je zelf") - uitspraken aangaande eigen goede drijvingen en intenties zijn vermoedelijk niet waar ("Goede wijn behoeft geen krans") . - Andermans uitspraken zijn meningen - eigen uitspraken zijn feiten . - Eigen foute en kwaadaardige gedachten en meningen projecteer je op anderen . - Andermans goede en sympathieke gedachten en meningen projecteer je op jezelf . - Wensdenken. - Voorspelhopen (de Volkskrant-nieuwjaarsvoorspellingen: "Hillary Clinton wordt eerste vrouwelijke president", "PVV wordt marginale partij", "Oekraïne wint oorlog van Rusland", enzovoort ). Enzovoort. Zo ongeveer in de volgorde van prioriteit en ba(s/n)aliteit. Deze regels zijn een voortvloeisel uit door iedereen waar te nemen processen, en zijn op zich weer een afgeleide van nog primitievere processen, ontstaan door de evolutie van het leven zelf: hoogstvermoedelijk heeft er vanaf het ontstaan van het leven zich een strijd voorgedaan tussen levensvormen om voedingsstoffen, waarbij het eigen voortbestaan een hoogste prioriteit is geworden . Voor de ietwat minder primitieve mens is de werking ervan is iets van een nood- of terugval-procedure: komen de ingewikkeldere overwegingen er niet uit, treden de ba(s/n)ale regels in werking. De mate van beschaving van een individu kan uitgedrukt worden in de hoeveelheid verwarring en/of tijd die ervoor nodig is voor de ba(s/n)ale procedures in werking treden. In aansluiting op de basale regels is er natuurlijk een oneindige hoeveelheid afgeleide. Een direct afgeleide van de eerste is "Ik heb Principes, jij hebt een mening", met als vervolgen "Wij doen aan informatie, jullie aan propaganda", "Wij ontdekken plannen, jullie doen aan complottheorieën", enzovoort. Ook een groot deel van de voorbeelden van het onregelmatige werkwoord , in de standaaardvorm van Russell: "I am firm, you are obstinate, he is a pigheaded fool", zijn toepassingen ervan - het gegevene tevens introducerend een "mate van ander(s) zijn". Wat het eerste voorbeeld het duidelijkst laat zien en voor de andere in diverse mate geldt, is wat het probleem is van de basale aanpak: het maakt een dialoog of discussie onmogelijk. Bij het eerste voorbeeld: de dialoog of discussie met religieuzen en ideologen is onmogelijk. Wat hier in het kader van "psychologie" wordt geformuleerd voor individuen, geldt in een groot aantal gevallen ook voor groepen, zijnde in dat geval een simpele som van individuen ("Onze schepen voor hun kust zorgen voor vrede, hun schepen voor onze kust zorgen voor oorlog" ). Dit geldt sterker naarmate de gemeenschappelijke groepseigenschap primitiever is, te beginnen met de genetische: gezin, familie, clan enzovoort . Aan de andere kant van de "psychologie": de basale psychologie heeft zijn origine in evolutionair primitievere processen, hier dus eerst de neurologie . Vanaf het ontstaan van leven, oftewel reproductie, hebben die levensvormen die gedrag ingebouwd hebben dat hun voorbestaan bevordert een grotere voortbestaanskans. Oftewel: gedrag leidend tot eigen voortbestaan boven dat van de ander is evolutionair voordelig. Dat is in alle fasen van leven het geval, en heeft zich dus voortgezet in de neurologische structuren, en dus verder in de psychologie als de basale regels. Nog wat afgeleide varianten: - "De ander is/moet zijn zoals ik ben". - "De wereld is/moet zijn zoals mijn wereld is". - "Wraak is de zoetste emotie". - "De beste vorm van vermaak is leedvermaak". - "Onderhandelen is een teken van zwakte". De bas/nale psychologie heeft tegenkrachten van de soort die werkzaam bij groepsvorming - dat kan leiden tot gedrag dat voordeliger is voor ander dan voor het eigen ik, als eerste ontstaan natuurlijk bij de zorg voor nakomelingen. Die tegenkrachten zijn bekend als empathie, sympathie, enzovoort. De mate van de verhouding van zelfzuchtige versus basale krachten zijn evolutionair duidelijk afhankelijk van soort en bij de mensheid van etnie. Meer over deze verhouding elders . Bewustzijn Bij het bestuderen van de neurologie in wat meer detail is de kans aanzienlijk dat men opmerkingen tegenkomt over het bewustzijn, met name als het gaat om de structuren geheten het claustrum en insula , de insula of "eiland" zijnde een sterk uitstekend deel van de cortex (beter is dus eigenlijk "schiereiland") en het claustrum (of "kloostergang", die ligt tussen binnentuin en gebouwen) een vrij dunne laag neuronen tussen de insula en onderdelen van de emotionele hersenen, zoals de caudate nucleus (en putamen?). Een vrij algemeen gehuldigde andere opvatting is dat het bewustzijn iets is dat niet toe te wijzen is aan specifieke structuren, maar meer zit in het geheel of ook wel de verbindingen tussen verschillende onderdelen. Door beschrijvingen van psychologen over mensen met denkproblemen, met name Phillip McGraw in Self Matters (2001) , ontstond bij deze redactie steeds sterker het idee van het belang van cirkelprocessen . In de behandelpraktijk bijvoorbeeld door verschijnselen als "piekeren". Cirkelprocessen zijn nauw verbonden met het idee van een "zelf", en "zelf" is nauw verbonden met het idee van bewustzijn. Het verband tussen cirkelprocessen en het begrip "zelf" is analytisch. Neem een persoon en laat deze wat aanwijzen - je krijgt een uitgestoken arm, hand en vinger. Een pijl (in wiskundige taal: een vector). Teken die pijl en geeft de persoon de opdracht om er staart-aan-kop pijlen aan toe te voegen, op een geleidelijk manier, telkens meer wijzend richting van zichzelf. Wat je krijgt is een cirkel. "Jezelf aanwijzen" is een cirkel. Over jezelf praten is een cirkelproces. Het advies bij piekeren is standaard om je te richten om dingen buiten jezelf. Enzovoort. Er zijn eindeloos veel voorbeelden die een verband tussen zelf en denk-cirkelprocessen inhouden. Maak ervan "Zelf is een denkcirkelproces" en de stap naar "Het bewustzijn is een denkcirkelproces" is bijzonder klein. Op een gegeven moment werd het dus geformuleerd als volgt: "Het bewustzijn is een cirkelproces in het brein dat voortdurend de geheugenbanken in het brein afloopt". Omdat al dit soort dingen uiteindelijk geconcretiseerd moeten worden als fysische processen, volgende psycho-fysisch parallellisme dat hier aangehangen wordt: denkprocessen zijn neurologische processen in het brein. Waarna je een hoogst belangrijke aanvullende stap kan maken, namelijk die naar de evolutiegescheidenis van een neurologisch verschijnsel. Bewustzijn is ontstaan, en als je verder kijkt dan de mens: geleidelijk ontstaan. Sinds het besef is doorgedrongen dat dieren (zoog- bijna altijd) individuen herkennen aan uiterlijk, en de meest ontwikkelde ook een besef hebben van het eigen individu als verschillend van die van hun soortgenoten, zou men moeten weten dat ook bewustzijn een geëvolueerd proces is. Waarna het volgende werd bedacht: vroeg in de geschiedenis van het primitieve zenuwstelsel zijn er al neurologische structuren ontstaan die een cirkelproces doorlopen, zoals levendig geïllustreerd in de voortgang van een duizendpoot: iedere afzonderlijke poot doorloopt in een cirkeltje dezelfde beweging, en de beweging van de reeks poten als geheel doorloopt ook een cirkel. In de mens: zaken als het hartritme en het "kauwen" worden aangestuurd door cirkelprocessen in kernen in de hersenstam. Dat alles zou kunnen leiden tot de conclusie dat het bewustzijn een volledig gedecentraliseerd gebeuren is bestaan uit heel veel onafhankelijk werkende cirkelprocessen. Er is echter een sterke aanwijzing van het tegendeel, namelijk het verschijnsel slaap. Bij de ingaan van de slaap wordt het bewustzijn uitgeschakeld. En wel op een manier die "aan-uit" is op een zeer sterke manier, vooral het "uit". Dat lijkt alleen mogelijk met duidelijk aanwijsbare structuren die door duidelijk aanwijsbare signalen aan en uit worden gezet. In ieder geval is dat laatste zo voor het bewegingsapparaat, dat tegelijk met het bewustzijn wordt uitgeschakeld. En de structuren die het aan-uitzetten doen zijn bekend genoeg, die zitten in de hypothalamus. Net als het mechanisme, sinds het bestaan van algemene anesthesie: het bewustzijn wordt uitgeschakeld door de toediening van chemische stoffen. En hier is zelfs de toevoeing "bio-" onjuist want het bekendste algemene anesthaesie-middel is NO, een stikstof-oxide, ook bekend als lachgas. En van NO is bekend dat het in het brein ook een werking heeft als neurotrnamsitter. Oftewel: het bewustzijn wordt aan- en uit-geschakeld door het afgeven op de juiste plaats van neurotransmitters. Volgende vraag: van waar wordt dat aangestuurd? Dat is meer gokken, maar er kan al veel afgeleid worden dat slaap al op behoorlijk primitieve fasen in het leven voorkomt, plus dat die slaap en het slaapritme verstoord en ernstig verstoord kan worden door zaken als opwinding en andere primitieve processen, die allemaal hun zetel hebben in de hersenstam, dan is dat de meest voor de hand liggende plaats om met zoeken te beginnen. Vermoeden: het bewustzijn wordt aangestuurd vanuit de hersenstam. Waarna er, na kennis genomen te hebben van de hele structuur van het brein , best wel een mogelijke plaats is aan te wijzen als knooppunt voor de aansturing: de subthalamische kern, of STN in vaktermen. Maar let op: dat is de aansturing; het bewustzijn zelf is dus vermoedelijk een hele verzameling van cirkelprocessen, zoals (vermoedelijk) blijkt uit het EEG : is het brein in rust, zie je duidelijke golven, is het aan het werk, zie je juist weinig golven. Dat laatste komende omdat als je veel verschillende golven tegelijk aan het werk hebt, het nettoresultaat nul is. Conclusies, alle vermoedelijk: het bewustzijn bestaat uit een verzameling cirkelprocessen die de geheugenbanken van het brein doorlopen, qua start en stop aangestuurd vanuit de hersenstam. De sociologische variant van bewustzijn is, verrassenderwijs, de media - die ook in een cirkeltje ronddraaien, genaamd "politieke-correctheid". Binding Binding behoort tot de emoties , en is vermoedelijk één van de basale emoties aldaar verondersteld, basaal betekend dat het optreden ervan verbonden kan worden aan een specifieke chemische stof - in geval van binding de stof oxytocine. De werking van oxytocine is nog niet zo lang bekend, en de gebruikelijke koppeling is die met de emotie van liefde , maar zoals de beschrijving van liefde al laat zien, is dat vermoedelijk een term voor een veelvoorkomende combinatie van basalere emoties - waarvan binding er één is . "Binding" staat dus voor alle gevallen waarin een persoon zich aangetrokken voelt tot een medemens, en vermoedelijk is deze emotie ontstaan tijdens en essentieel voor het groeps- en kuddedier. Wat ook inhoudt dat de emotie van binding niet slaat op niet-leden van de groep of kudde. Hetgeen men in recent onderzoek terugziet in dat oxytocine ook afstoting ten opzichte van (leden van) andere groepen kan veroorzaken. De sociologische equivalenten van binding aan de binnen-groepse kant kent men ook onder de namen van solidariteit en loyaliteit, en het ontbreken ervan aan de buiten-groepse kant als xenofobie . Burn-out Burn-out is is het volledig "platvallen" van zowel lichaam als geest, waarvoor een periode van herstel nodig is die meestal maanden en meer duurt. Dat geeft aan dat er fundamentele processen bij betrokken zijn, en in de psychologie betekent dat neurologische processen. Voor de uitleg van specifiek burn-out is dus een zekere minimale hoeveelheid neurologische kennis nodig, en de relevante is te verwerven vanaf hier . De verwijzing naar burn-out komt dan automatisch langs. Opgemerkt zij dat die ondertussen verworven kennis ook voor het begrip van andere psychologische processen uiterst verhelderend tot cruciaal is. Cirkels Veel psychologische processen gedragen zich als cirkelprocessen. Op deze pagina staat het voorbeeld van drugs , allerlei neurosen uiten zich in herhalings- of cirkelgedrag, en sommige (bio-)psychriatrische ziektes gaan gepaard met zich voortdurend herhalend gedrag. Op wat minder ernstig niveau zijn hardnekkige houdingen en attitudes toegeschreven aan cirkel-redenaties die mensen zich voorhouden, of onbewust uitvoeren (bijvoorbeeld de loops van Dr. Phil in Dr. Phillip C. McGraw, Self Matters). Gebruik makende van hetgeen opgemerkt in kwalen , nemen we hier aan dat deze afwijkingen staan voor cirkelprocessen als een basaal hersenproces, waarvan de ziektebeelden de extremen vormen. Deze aanname sluit direct aan bij die van de compartimentalisatie en modules , omdat een cirkelproces geen (te) direct contact heeft met naburige processen, ook cirkelprocessen - een (te) direct contact zou de cirkels verstoren. Om het cirkelproces stabiel te houden onder externe verstoringen, gebruikt het onderliggende proces meestal een mechanisme van zelfregulering: bij een kleine afwijking wordt het proces automatisch teruggestuurd naar zijn evenwicht. Een fysiologische voorbeeld daarvan is het dag- en nachtritme - de fysiologische klok die dit regelt draait op circa 25 uur - de daadwerkelijke frequentie wordt het autonome zenuwstelsel bijgeregeld aan de hand van licht en donker van dag en nacht en komt dus uit op 24 uur. Het is dit terugkoppelingsysteem dat ontregeld raakt door vliegreizen, hetgeen nu "jetlag" heet. Meer in het algemeen over terugkoppeling hier , en toepassingen in de neurologie, de ondergrond van psychologie, hier . Cirkelprocessen zijn ook makkelijk te classificeren. De min of meer stabiele zijn de gezonde, en de cirkels die steeds sterker worden, zoals die van verslaving, zijn ongezond, als een soort tumor. Ook ongezond zijn de cirkels die onderweg een omkering inhouden - in getallen uitgerukt en nemende de cirkel als staande voor 1, en de omkering voor vermenigvuldigen met -1, krijgt het cirkelproces een voortdurende flipperende uitkomst: +1, -1, +1, -1, enzovoort. Zo'n flipperende uitkomst heeft vast ook allerlei verstorende werkingen in de buurt van dit proces. Eén van de zeer veelvoorkomende voorbeelden van zo'n omkering is liegen, en de bijbehorende flipperende cirkel is die van de beroemde uitspraak van de Kretenzer die stelt dat alle Kretenzers leugenaars zijn . Op deze website gaan we er vanuit dat zeer veel tot vrijwel alle kleinere en veel van de grotere geestelijke kwalen van persoon en maatschappij te herleiden zijn tot ongezonde denkcirkels . De methodes om dit soort cirkelprocessen te genezen zijn al bekend, zij het onder andere namen. Zoals Dr. Phil zijn loops en dergelijke aanpakt door een verbaal beroep op het verstand van de slachtoffers, net als de cognitieve therapie in het algemeen , kan een groot deel van flipperende cirkels, die met allerlei negaties , oftewel onjuistheden in logica en redenatie, verholpen worden door een juiste analyse van de gebruikte woorden, zijnde de verbalisaties van de redenaties. Het aanleren van het gezonde gebruik van woorden is het topdoel van deze site, omdat uiteindelijk het meeste denken uitgerukt wordt in woorden. Voor dit doel gebruiken we hier de algemene semantiek, en de centrale stelling van de algemene semantiek is dat de betekenis van woorden altijd met enige regelmaat aan de praktijk moet worden getoetst, als een vorm van de wetenschappelijke methode, zie . Wat het diagram aldaar laat zien, is dat dit ook een cirkelproces is. Net als de cognitieve therapie de cliënt voortdurend door een cirkel van gezonde redenaties leidt om de foute te bestrijden. Men kan de methodiek van cognitieve therapie en algemene semantiek dus ook omschrijven als een cirkelproces, in dit geval een proces dat een genezing vormt voor de ongezonde cirkelprocessen van de geestelijke kwalen van persoon en maatschappij . Voor een fysiologisch voorbeeld, zie hier . Ook geeft de cirkelanalogie een goede omschrijving van de meest gevaarlijke kwaal waaraan het denken kan leiden: ideologie . Een aantal cirkelprocessen zijn dusdanig belangrijk dat ze apart behandeld worden. Alle vormen van verslaving zijn ook cirkels, namelijk cirkels die versterkt worden door een genotsgevoel - het meest bekende en al genoemd zijn de chemische varianten, de drugs. Minder als zodanig bekend, maar maatschappelijk belangrijker, zijn koop- en geldverslaving . Een ander veel voorkomend cirkelproces is depressie . Er is ook een toepassing op het vlak van de intellectuele inspanning, die de kwaal van het intellectualisme beschrijft . Dat het bestaan en belang van dit soort cirkelprocessen ook intuïtief ingezien kan worden blijkt bijvoorbeeld uit de uitdrukking "alles op een rijtje zetten", dat wil zeggen: stoppen met piekeren of malen of draaien in een cirkeltje , en ook visueel hier . Cognitieve dementie Het begrip "cognitieve therapie" is een bestaand en zelfs (zeer) bekend begrip. Het omgekeerde: "cognitieve ziekte", wordt meestal gebruikt voor fysiologische aandoeningen zoals bijvoorbeeld Alzheimer - daarop is cognitieve therapie niet van toepassing. Het hier geïntroduceerde "cognitieve dementie" staat voor een cognitief (sterk) verminderd functioneren veroorzaakt door cognitieve processen. Cognitieve therapie is de behandeling van de meer individuele, psychologische, varianten daarvan zoals de vele fobieën tot aan vormen van depressiviteit. Cognitieve dementie is het eindstadium van een continu spectrum van verschijnselen, waarin cognitieve processen leiden tot verminderd cognitief functioneren. De voor de hand liggende aanname is dat dit een cumulatief proces is, en tevens dat het veroorzaakt is door cirkelvormige processen - teruggekoppelde processen zoals standaard in de hersenen, zie een voorbeeld rechts. De "ziektevormende" processen zijn gevallen waarin er sprake is van meekoppeling: een aanvankelijk kleine afwijking wordt steeds groter. Een bekende psychologische term te gebruiken als samenvatting is "valkuil" . Een fobie ontstaat daar waar een kleine afwijking, bijvoorbeeld de gelijkstelling "spin = gevaarlijke spin", voortdurend versterkt wordt. De afwijking zijnde die tussen de werkelijkheid ("een Nederlandse dus ongevaarlijke spin") en de ingebeelde werkelijkheid ("spinnen zijn gevaarlijk"), ook wel bekend als cognitieve dissonantie . Waar een cirkelvormig proces zijn natuurlijke voorstelling heeft in een cirkel, is die van het proces met een afwijking richting "valkuil" die van een naar binnen gekeerde spiraal - het individu raakt "in de knoop". Cognitieve therapie is dan het proces om weer "uit de knoop te raken", zie de afbeelding zoals gebruikt door een therapeut rechtsonder. Omdat teruggekoppelde oftewel cirkelprocessen bijna de standaard zijn in de hersenen, kunnen dit soort negatieve bijeffecten op zeer veel manieren optreden. Degenen die vallen onder de "psychologie" zijn degenen waarbij de emoties sterker betrokken zijn, en ook de voorinstellingen daarvan zoals bepaald door de hersenstam - het "karakter". Deze hoeven niet noodzakelijkerwijs te leiden tot verminderd cognitief functioneren. Verminderd cognitief functioneren is het gevolg als het meegekoppelde cirkelproces (voornamelijk) plaatsvindt in het rationele deel der hersenen. Het rationele denken werkt met abstracties van de werkelijkheid, zoals "koeien" een abstractie want er bestaat geen aanwijsbare "de koeien". Bij abstracties is het dus veel makkelijker afwijken van de (onderliggende) werkelijkheid, wat progressief werkt voor hogere abstracties, zoals "vee". Cognitieve dementie is het stadium waarin de door het individu uitgesproken opvattingen dusdanig zijn dat iedereen die niet behept is met dezelfde afwijking kan nagaan dat ze niet overeenkomen met de werkelijkheid. Het bestaan van groepen met dezelfde afwijking tussen ingebeelde en daadwerkelijke wereld is bewezen door het bestaan van de verschijnselen van religie en ideologie. De beelden die de betreffende groepen van de werkelijkheid hebben, hebben de reeds bekende aanduiding van "hallucinaties". Zo is een fobie als die van spinnen een overduidelijke "hallucinatie", van de emotionele soort. En zo is het idee "De PVV is gevaarlijker dan de islam" een "hallucinatie" van de cognitief rationele of cognitief demente soort. Met daar tussenin die van "De Almachtige Godheid". Meer over de herkenning, oorzaken en behandeling cognitieve dementie hier . Cognitieve dissonantie De Wikipedia definitie gebruikend: cognitieve dissonantie is een term die de onaangename spanning aanduidt die ontstaat bij het kennis nemen van feiten of opvattingen die strijdig zijn met een eigen overtuiging of mening, of van het deelnemen aan gedrag dat strijdig is met iemands overtuiging. Die onaangename spanning kan reiken van vage of zelfs onbewuste onrustgevoelens tot lichamelijke onpasselijkheid. Dit hangt af van de mate waarin er verschil bestaat, en de mate van verwevenheid van de conflicterende bestaande opvatting in de geest met het geheel van opvattingen. Ook is het sterk afhankelijk van de manier en de snelheid waarmee de conflicterende observatie of werkelijkheid zich aan het slachtoffer opdringt - hoe sneller en hoe onverwachter, hoe groter de schok . Dat heeft te maken met de mate waarin het slachtoffer in staat is defensies tegen de conflicterende observatie of werkelijkheid op te bouwen, defensies die er normaliter voor zorgen dat er geen cognitieve dissonantie optreedt, door de talloze vormen waarin de mens in staat is zichzelf dingen wijs te maken die er niet zijn of niet zo zijn - dit gaat middels compartimentalisatie . Een in filosofische kringen bekend voorbeeld van cognitieve dissonantie en defensie is de uitspraak van Friedrich Hegel, die bijvoorbeeld de opvatting huldigde dat op grond van goddelijke symmetrieën en dergelijke er zeven planeten moesten bestaan, het toenmalig bekende aantal. Tijdens een lezing riep iemand uit het publiek: "Uw beweringen zijn in strijd met de feiten!" Hegel's antwoord: "Des te erger voor de feiten!" Als mensen zaken die niet kloppen met de werkelijkheid opnemen in hun geest als waar, is er ook sprake van cognitieve dissonantie, hoewel dat dan dus niet gepaard gaat met een schok - men kan dit geïnternaliseerde cognitieve dissonantie noemen. Het gevolg is dan meestal of een vaag gevoel van onrust dat kan leiden tot andere geestelijke ongemakken, en het maken van diverse redenatiefouten , het gebruiken van retorische trucs , en soms tot het omarmen van cognitieve dissonantie als een normaal geestelijk gebeuren. Bij dat laatste komen we dan bij zaken als cynisme en nihilisme. Hoewel de term normaliter anders gebruikt wordt, kan cognitieve therapie ook gezien worden als een methode om geïnternaliseerde cognitieve dissonantie te verhelpen. Een korte versie van wat cognitieve therapie doet staat hier . Cognitieve psychopathie Cognitieve psychopathie is het extreme eindproduct van wat in het begin een onschuldige kwaal lijkt: de werkelijkheid weerspreken, oftewel: liegen, en het onderhouden van contradictoire ideeën en dit allemaal uiten. Als dit wat erger wordt, ontstaan er al snel diverse cognitieve ziektes , met als meest voorkomende symptoom dat van compartimentalisatie . Het proces als geheel is inmiddels neurologsch nader beschreven als dat van de cognitieve dementie . De term "compartimentalisatie" is een afkorting voor "barrières tussen diverse onderdelen van het brein", en het minder gaan functioneren op terreinen waarvoor de connectie tussen deze twee delen belangrijk is. Als één van de afgescheiden onderdelen het emotionele medegevoel voor de medemens betreft, kan dat in extreme gevallen leiden tot cognitieve psychopathie. Gewone psychopathie is vermoedelijk grotendeels aangeboren, betreft het overgrote deel of het gehele sociale of empathische gevoel, en volgens psychologen grotendeels ongeneeslijk. Gewone psychopathie wordt gewoonlijk geassocieerd met misdaad, in welk geval er meestal sprake is van zeer ernstige misdaad zoals seriemoord. Bij cognitieve psychopathie is de kwaal niet aangeboren, maar ontstaan door schadelijke denkprocessen, betreft meestal maar een deel van de sociale of empathische gevoel, en wordt zelden of nooit "met de eigen hand hand" bedreven. Cognitieve psychopaten zijn meestal mensen die regels voorstellen, ontwerpen, en invoeren die andere schade berokkenen, en vrijwel altijd voordelig zijn voor henzelf en de eigen groep. Een gewone psychopaat vermoordt, bij wijze van spreken, "oude vrouwtjes met de blote hand", en een cognitieve psychopaat vaardigt regels uit die het effect hebben dat "oude vrouwtjes tot de bedelstaf gedreven worden, waardoor velen ervan ziek worden en doodgaan en andere tot zelfmoord gedreven worden". Welke omschrijving meteen laat zien dat cognitieve psychopathie traditioneel vooral iets van rechts denken en rechtse politiek, en in recente tijden gekwalificeerd wordt als neoliberalisme. Een paar voorbeelden staan hieronder Zijnde van links naar rechts huidig (schrijvende maart 2013) huidig premier Mark Rutte, de politieke aanvoerder van het neoliberalisme, minister van Wonen Stef Blok die huurders voor de villasubsidies laten betalen, en werkgeversvoorzitter Bernard Wientjes, die al een decennium of meer de lonen van de lagerbetaalden omlaag wil zodat die van de hogerbetaalden omhoog kunnen. Verdere voorbeelden van cognitieve psychopathie staan hier , en ook bij de sociologie, zie hier . Meer portretten van diverse soorten cognitieve psychopaten zijn te vinden vanaf hier , met de gevaarlijkste hier . Verder is er ook nog de sociologische vorm van cognitieve psychopathie: culturele psychopathie . Cognitieve therapie Methode om contraproductieve emoties en gedragingen te verhelpen met behulp van op kennis, verstand, of rationele overwegingen gebaseerde argumenten, voorgehouden door middel van woorden aan het slachtoffer van die contraproductieve emoties of gedragingen. Het wordt vaak gecombineerd met gedragstherapie , en dan cognitieve gedragstherapie of CGT genoemd. Het verschil met andere psychologische methoden is dus dat de laatste in eerste instantie een beroep doen op de emoties van het slachtoffer , en de cognitieve methode doet een beroep op het verstand. Dit zijn min of meer gescheiden delen van de hersenen, dus de methodes verschillen fundamenteel. Professionele definities en doelstellingen zijn beschreven hier . Merk op dat uit die definities volgt dat cognitieve therapie voor een flink deel voldoet aan de wetenschappelijke methode . Merk ook op dat het voornaamste middel der cognitieve therapie de verbetering van het gebruik van verbaal geformuleerde ideeën, dus woorden, is, en dat cognitieve therapie dus het psychologische aspect vertegenwoordigt van de algemene semantiek, de wetenschap van de relatie tussen woorden en werkelijkheid . Cognitieve therapie, samen met de aanverwante rationeel-emotieve therapie, is een van de succesvolste (vele uitkomsten zeggen: de succesvolste) therapieën gebleken . Deze therapieën maken deels expliciet en deels impliciet gebruik van de methoden van de algemene semantiek - de algemene semantiek kent ook een eigen wat algemenere vorm van therapie ter voorkoming van geestelijke kwalen, zie hier . Compartimentalisatie Uit de ervaringen van mensen met gelokaliseerde hersenbeschadigingen, zoals bijvoorbeeld gerapporteerd door Oliver Sacks (Wikipedia), is inmiddels duidelijk dat de werking van de hersenen geen grote brei is, maar opgebouwd uit zelfstandige onderdelen . Dat valt samen met het idee dat vele gedachteprocessen een cirkelvormige structuur hebben . Tussen die onderdelen of modules bestaat wel een vorm van samenwerking, mogelijkerwijs weer door andere processen of modules, anders was geen samenhangend beeld mogelijk - het ultieme samenhangende beeld is natuurlijk het "ik" . Waar hersenbeschadigingen een mechanische vorm van een onderbreking van die samenwerking zijn, zijn er ook bio-chemische en geestelijke oorzaken, die zich voordoen in de vorm van allerlei geestelijke ziekten als schizofrenie. Schizofrenie is de ernstige versie van een algemeen geestelijke conditie, waarvan de minder ernstige varianten worden hier compartimentalisatie genoemd: het verschijnsel dat de uitkomsten van een gedachten proces, een module, worden genegeerd door andere. Het meest voorkomende maar nooit als zodanig benoemde voorbeeld is de negeren door het "ik" van de uitkomsten van de ratio : staande voor een keuze tussen emotie en ratio wordt de ratio genegeerd zelfs als deze duidelijk gelijk heeft . Volgens het psycho-fysische parallellisme moet er voor compartimentalisatie ook een materieel proces zijn. Dat is het neurologische proces van inhibitie . Neuronen , de schakelaars van het denken kunnen door naburen gestimuleerd, of juist geremd worden. Door de neuronen van een verbindingspad systematisch te inhiberen, kunnen twee onderdelen van de hersenen min of meer van elkaar geïsoleerd raken - gecompartimentaliseerd. Het tegenovergestelde van compartimentalisatie is integratie. Het proces van integratie ligt waarschijnlijk ten grondslag aan een flink deel van de creativiteit. Het werkt in de mens een gevoel van plezier en geluk op, en is vermoedelijk een van constructiefste processen in de geest . Compartimentalisatie als probleem is vermoedelijk een extreme vorm van een normaal proces van scheiding tussen hersenonderdelen, gewenst om taken apart te kunnen uitvoeren. Dit wordt ondersteund door de hersenontwikkeling van een kind. Jonge hersenen hebben ten opzichte van volwassen exemplaren niet minder, maar juist een overdaad aan verbindingen, welke door het proces van opgroeien en leren voor een deel verdwijnen. Dit klopt tevens met de relatie gelegd met creativiteit - dat wordt ook voor een deel ervaren als "denken als een kind", dat wil zeggen: met meer verbindingen. De normale sociologische versie van compartimentalisatie is groepsvorming - de meer extreme vormen zijn zaken als "taboe" en xenofobie . Conformisme Conformisme, de neiging te gaan doen en denken als andere mensen, is een proces dat vrijwel precies op het midden van psychologie en sociologie ligt - daarom wordt het vermeld zowel hier als bij sociologische krachten . Het kan gezien worden als een evolutionair vervolg op zwerm- en kuddegedrag, waarbij er simpele regels gevolgd worden: vlieg jij naar rechts, dan vlieg ik ook naar rechts - en de hele zwerm vogels draait die kant op. Waaruit meteen een andere regel kan worden afgeleid: naarmate de groep die iets gezamenlijk doet groter is, zijn de regels van het conformisme simpeler. In de mensengroep komt conformisme op meerdere niveaus voor. Van de oude variant in massamenigtes bij stadions en festivals, tot meer specifieke in vergaderingen in groepen die groter zijn dan drie à vijf personen - en ook in zulke kleine groepen kan conformisme optreden, indien er duidelijke machts- of gezagsverschillen zijn. Waar in de oudere vormen het verschijnsel vrijwel altijd een positieve invloed heeft (daar zorgt de evolutie wel voor), is dat bij de recentere menselijke varianten minder het geval (de evolutie heeft zijn kans nog niet gekregen). De reden daarvan is dat conformisme een drift is van het autonome of emotionele deel van de hersenen, terwijl de meeste huidige beslissingen te nemen door de mensheid beter af zijn met een beslissing door de rationele geest - de reden dat die rationele geest is ontstaan. Het is dus een geval van de afweging of strijd tussen denksystemen, zie de uitgebreide behandeling daarvan in Beslissingen . Voorbeelden van conformisme en haar gevolgen staan hier . Creativiteit De term "creativiteit" heeft twee gebruikelijke betekenissen: de engere die slaat op het gebruik in de context van kunstuitingen, en de meer algemene voor elders in de menselijk activiteiten. De eerste hoort bij de "Romantische" kijk op de wereld, de tweede erkent dat de kunstzinnige vorm een speciaal geval is van de algemenere vaardigheid om iets nieuws of een nieuwe aanpak in te voeren - ook wel samen te vatten als "iets leren zonder instructie". De eerste wordt geacht geregeerd te worden door het ongrijpbare "inspiratie", oftewel letterlijk: "ergens de geest in blazen". Het tweede lijkt een proces dat wat meer vatbaar is voor analyse. De essentiële stap in die analyse is de waarneming dat waar creativiteit iets opvallends is, dit dus gebeurt in een zee van zaken die onopvallend zijn. De normale gang van zaken. Uit de neurologie is bekend dat de normale gang van zaken de gebruikelijke en wenselijke is - bij een niet-normale gang van zaken gaan onmiddellijk diverse alarmbellen af, door mensen vertaald in termen als "schrik" en "angst". Creativiteit is kennelijk een wenselijke vorm van de afwijking van de normale gang van zaken - ook daar gaat een alarm af, maar de evolutie heeft hieraan een positieve stimulus gekoppeld, zoals vreugde Het uitgangspunt is dus de toestand van normaliteit. Omdat de stimuli van angst en dergelijke plaatsvinden in de reflexmatige en emotionele delen van de hersenen, vinden de normale processen vermoedelijk ook voor een belangrijk deel daar plaats. Een van de centra van die "normale" processen zijn vermoedelijk de basale ganglia , liggende in de emotionele hersenen, in samenwerking met de hippocampus , die het geheugen aanstuurt. De basale ganglia en hippocampus werken vermoedelijk niet met losse gewaarwordingen maar met scenario's, die geëvalueerd worden en opgeslagen via de hippocampus in het geheugen. Goede scenario's worden herhaald. Gevaarlijk gebleken scenario's gemeden. Zo ontstaan patronen van "normaal" gedrag. Patronen van scenario's. Die herkent kunnen worden aan deelaspecten van die scenario's. Met deze gegevens in handen, plus nog een ander, kunnen bepaalde vormen van creativiteit verklaard worden. Dat andere gegeven is dat tot die scenario's ook de plaats waar ze plaatsvonden behoort - en dat onderzoek heeft uitgewezen dat verplaatsing naar een andere locatie de herinneringen aan de ervaringen in de eerste locatie doet vervagen . Een van de bekendere en veel voorkomende verschijnselen van creativiteit is dat de oplossing van een probleem waar je al een aantal uren op de dag achter je bureau mee bezig bent. Tot je komt op het moment dat je de kamer verlaat, bijvoorbeeld om naar het toilet te gaan - een andere bekende vindplaats van creativiteit is de douche. De verklaring van deze vorm van creativiteit is dus dat het normale patroon van doen plaatsvindt door patronen en herhalingen van scenario's, mede inhoudende de locatie. Het vertalen van de locatie doet die patronen deels verzwakken en mogelijk doorbreken, waardoor er ruimte ontstaat voor mogelijke andere en nieuwe scenario's. Waaronder de mogelijke oplossing van het probleem. Het "Eureka!"-moment. Creativiteit. Meer koppelingen tussen creativiteit en dit soort zaken hier . Cynisme Cynisme, het ontkennen van alle idealen of goede bedoelingen, is een levenshouding die een aantal voordelen lijkt te bieden, met name dat ze goed overeen lijkt te komen met de werkelijkheid. Zodra de werkelijkheid niet overeenkomt met de goede wensen van de mensen, kan de cynicus zich op de borst kloppen met de mededeling dat hij het al voorspeld had. Natuurlijk is zijn situatie wat minder eerzaam dan dat, omdat de leden van de groep van cynici vaak dezelfde zijn die de goede wensen van de mensen in de war sturen. Dat het niet noodzakelijkerwijs dezelfde cynici zijn als de cynici die de voorspellingen doen, is niet ter zake, soms doet de een het foute en wijst de ander op zijn gelijk, en dan weer is het andersom. Red-Eye/Roodoog uit de parabel Red-Eye the Atavist is een goed voorbeeld van de houding van de cynicus, en haar gevolgen. Cynici maken veelal deel uit van de groepen politici (vooral de rechtse), machthebbers (alle), en intellectuelen (links en rechts, ). De groep der cynici is gevaarlijk, met name de intellectuelen onder hen. De cynicus bestrijdt niet alleen idealen, maar alle vormen van goed (willen) handelen, en schept daarmee een moreel vacuüm waarin het slechte kan gedijen - meer over de relatie tussen cynisme en idealen hier . Depressie, neurologisch De term "depressie" of "depressief" wordt in gewone taal gebruikt voor alles lopende van "Ik voel me wat depressief vandaag" oftewel "Ik geen zin om dingen te gaan doen" tot en en met de medisch-psychologisch betekenis van maanden tot jaren op je bed liggen zonder iets te kunnen doen. Hier gaat om het laatste. Een van de criteria voor dat laatste is het gebruik van medicijnen. In dat geval is ook formeel depressie een epidemie, want meer dan een miljoen Nederlanders gebruiken anti-depressiva. Die alleen voorgeschreven mogen worden door artsen. Met zo veel gewaarmerkte depressieven, en een groter aantal dat er tegenaan zit (dit soort dingen heeft altijd een op "normaal" lijkende verdeling ) moet de oorzaak van depressie een zeer algemene zijn. Een oorzaak die, gezien de voorgestelde medicinale oplossing, een biochemisch en dus ook neurologisch aspect moet inhouden. De vraag is: hoe verloopt het pad van redelijk normale leefomstandigheden naar neurologische problemen? Er zijn vele manieren om psychologische problemen te krijgen. Vele daarvan hebben gemeen dat het cirkelprocessen zijn. Piekeren: dat is het voortdurend in de geest langs laten komen van hetzelfde probleem. Een valkuil : dat is het voortdurend toepassen op een probleem van dezelfde oplossing die het juist erger maakt. Enzovoort. Onderstaande illustratie links is een representatie van drie onderdelen van de hersenen (A, B en C) betrokken bij het oplossen van een probleem. Onderdeel C stuurt de gevonden oplossing verder. De linkervariant is een recht-toe-recht-aan boom-model, zoals gebruikt in vele technische besturingstoepasing van de soort: "schakelaar om, hamer valt". De rechtervariant is een kringmodel, staande voor terugkoppeling , zoals nodig voor het handhaven van een vaste koers in een boot: afwijking naar links, stuur naar rechts. De rechtervariant laat cirkelprocessen toe, met in ongunstige gevallen: bij C wordt de oplossing niet gevonden, waardoor het probleem teruggaat naar B, die het weer terugstuurt naar A, en die het stuurt naar C. En is dat een nog minder goede oplossing, dan enzovoort. Wat je kan voorstellen als een spiraal: En elke keer als de oplossingscirkel langskomt bij C, gaat er een besturingssignaal richting rest van de hersenen. Dat besturingssignaal vermeldt tevens dat er geen oplossing is gevonden. Gedrag en situaties staande voor gewenste zaken en oplossingen worden gesignaleerd met de neurotransmitter dopamine, gedrag en signalen die vermeden moeten worden met een andere neurotransmitter, vermoedelijk acteylchlorine. Bij veel ervan, zoals wanner in de spiraal, leidend tot overstimulering elders. Er zijn een groot aantal aanwijzingen dat er naast de "meer van dit, meer van dat" oftewel lineaire systemen, het brein ook allerlei noodmechanismen heeft type "afsluiten", zoals flauwvallen. In dit geval: te veel negatieve stimulering: zet het hele systeem in een niks-doe stand. Depressie. Ter bestrijding van depressie dient met een stof toe die de hoeveelheid van een derde neurotransmitter, serotonine, verhoogt - serotonine zorgt voor het tot rust brengen van neurologische systemen. De alternatieve methode is het bestrijden van de foutief werkende denkcirkels. Een voorbeeld daarvan is cognitieve therapie . De keuze van de aanpak hangt af van de ernst van de depressie en het karakter van de persoon, dat laatste ook staande voor allerlei neurotransmitter-balansen. Depressie, psychologisch De "depressie" in de vorm van "depressief" meerdere betekenissen, lopende van die in "Ik voel me wat depressief vandaag" oftewel "Ik geen zin om dingen te gaan doen", tot en en met de medisch-psychologisch betekenis van maanden tot jaren op je bed liggen zonder iets te kunnen doen. Het eerste is gewoon een uitdrukking voor een negatieve fase in de stemmingswisselingen horende bij het normale leven, bijvoorbeeld veroorzaakt door een paar donkere dagen achter elkaar. Het tweede duidt op een neuro-biochemische-pyschologische kwaal. Depressie wordt de laatste jaren, schrijvende 2011, veel besproken omdat er een soort epidemie van lijkt te zijn met genoemde aantallen lijders van rond de miljoen, wat deels lijkt toe te schrijven aan een verschuiving binnen de normen van het beschreven spectrum . Het verband tussen de twee vormen kan gelegd worden door introductie van het (vicieuze) cirkelproces: mensen gaan zich slecht voelen omdat ze zich slecht voelen - een vorm positieve terugkoppeling , waaraan nooit een einde komt zonder in een kwalitatief andere toestand te komen: de neuro-biochemisch-medische depressie . De mate waarin mensen bevattelijk zijn voor het geraken in dit cirkelproces is weer afhankelijk van diverse factoren, waaronder karakterologische en genetische aanleg . Een gemeenschappelijk thema bij alle vormen van depressie het gebrek aan zin om iets te ondernemen, bij de medische depressie uitgedrukt in sterkere termen dan "zin", maar uiteindelijk allemaal neerkomende op een barrière om iets te gaan ondernemen . Iets dat kennelijk een veelvoorkomend verschijnsel is. Dan, zegt het idee van evolutie, moet er ook één of andere zin zitten in dit proces. Die zin is te vinden in het idee van het functioneren van het deel van het onbewuste beschreven bij slaap : tijdens de slaap is de mens bezig met het verwerken van ervaringen. Een fundamenteel proces, want houdt je mensen of dieren langdurig uit de slaap, worden ze gek. Dus is het kennelijk van enorm belang dat de hersenen de tijd krijgen om ervaringen te verwerken. En van even groot belang om dat proces soepel te laten verlopen. En als dit niet lukt bij normale hoeveelheden slaap, is er een andere methode om daarvoor te zorgen: het beperken van de hoeveelheid ervaringen om te verwerken. Hetgeen te verwezenlijken is door minder te gaan ondernemen. Hetgeen het uiterlijke kenmerk is van depressie in zijn diverse vormen. Bij mensen met een optimistische karakterologische grondhouding is de normale reactie op een tijdelijke overbelasting van het ervaringssysteem om meer te gaan slapen. Lukt dit niet om een of andere reden en houdt men dit tijdelijk vol, krijgt men stress. Moet de stress te lang worden volgehouden, krijgt men burn-out. En stopt het ondernemen plotsklaps in een keer. Depressie is de reactie op ervaringsoverbelasting van mensen met een pessimistische karakterologische grondhouding - overigens is het voorkomen van beide grondhoudingen ook weer een evolutionair (vermoedelijk noodzakelijk) gegeven, en geen waardeoordeel. Deze mensen lossen de ervaringsoverbelasting op door minder ondernemen. In zijn lichte vormen even effectief als het meer slapen en doorwerken van de optimist. In zijn meer extreme vorm iets minder plotseling maar wel even drastisch als de optimist: de medische depressie. Overigens volgt uit deze beschrijving dat er wel degelijk een objectieve oorzaak kan zijn van de ervaren toename van de hoeveelheid depressieve klachten; de maatschappij in zijn geheel ontwikkelt zich de laatste razendsnel met name in de mogelijkheden van met elkaar omgaan, dat wil zegen: het opdoen van ervaringen. Terwijl de capaciteiten van de mensheid om ervaringen te verwerken zich vermoedelijk veel minder snel ontwikkelen. De toename van depressie gaat hand in hand met de toename van stress, eveneens een ervaringsfeit. In 2015 is aan de hand van een individuele ervaring mogelijkerwijs meer te zeggen over de start en de neurologische locatie van het proces, zie hier . De behandeling van depressie verschilt natuurlijk sterk met de soort. De lichte vormen kunnen behandeld worden met aanpassingen van gedrag gepaard gaande met aanpassingen in denken, de zwaardere vormen die hier beschreven zijn als "neuro-biochemisch" of "medisch" zijn waarschijnlijk moeilijk te behandelen zonder gebruik van medicijnen . De drie lagen De eerste indeling die men van de hersenen kan maken is die van het drie-lagen model, in feite ook het evolutionaire model, en tevens zichtbaar in de globale neurologische structuur van het brein . De onderste laag is die van de reflexen , die van "vuiltje in oog" - "knipperen" en "brandt hand" - "trek hand weg"; in evolutionaire termen: die van de reptielen. De gevoels- en spierzenuwen werken hier alsof bijna direct verbonden, en de reflexen werken in tienden van seconden. Er is een beetje variatie in de tijden, zoals de oog en hand voorbeelden laten zien. De tweede laag is die van de emoties, angst, liefde enzovoort; in evolutionaire termen: die van de zoogdieren. De voorbeelden geven al aan dat emoties korter en langer kunnen werken, maar zelfs de snelste duren iets in de orde van seconden, veel langzamer dan reflexen dus. Maar van de fundamentele emoties neemt men steeds meer aan dat ze aan de snelle kant zitten - bekend is het razendsnelle oordeel dat mensen van elkaar hebben bij persoonlijke ontmoetingen ("Is 'ie 't of is 'ie 't niet?"), sollicitaties, en dergelijke. Er zijn zelfs aanwijzingen en een toenemende stroom boeken en artikelen die zeggen dat dit soort beslissingen betere uitkomsten geven als ze snel worden genomen . Ook is duidelijk dat emoties veel gemakkelijker te veranderen zijn dan reflexen; een computerdeskundige zou reflexen, de directe verbindingen, een vorm van hardware noemen, in het apparaat ingebakken regels, en de tweede firmware: regels die je van tijd tot tijd zelf kan aanpassen. De derde laag is die van het verstand, de ratio; evolutionair gezien: die van de mens. De beslissingen die men neemt en de handelingen die men verricht, komen vaak nog veel later dan die ten gevolge van emoties. "Daar moet ik nog even over nadenken" is een veel gewonere uitdrukking als "Daar moet ik nog even over navoelen". En dat denken is ook veel flexibeler dan de emoties, zoals het proces van leren aantoont. Mensen uit culturen die zo ver elkaar uit elkaar staan dat ze elkaar niet kunnen verstaan of begrijpen, kunnen wel degelijk emotioneel met elkaar meevoelen - de universaliteit van vele emoties is door onderzoek aangetoond. Het veel flexibele karakter van denken wordt, in aansluiting op de eerdere analogieën van hardware en firmware, voor de handliggend uitdrukking als zijnde software. De drie lagen zijn dus drie vormen van besluitvorming tot gedrag, die niet noodzakelijkerwijs dezelfde uitkomst zullen geven, en dat dan ook meestal niet doen - zie de uitgebreidere versie van dit verhaal hier . Voor de vergelijking van reflexen en emoties, zie hier - wat bronnen over de drie lagen staan hier . - het sociologische analogon van de drie-lagenstructuur staat hier . De neurologische achtergrond van reflexen staat hier , die van emoties hier . Doorzettingsvermogen Doorzettingsvermogen is één van die "karakter"-eigenschappen die men gewoonlijk rekent tot de meer algemene trekken die een mens heeft, zijnde een samenspel van meer primitieve zaken waarvan men vermoedelijk nooit een precieze "oorzaak' zou kunnen aanwijzen. iets wat je "ziet"in mensen maar nooit echt kan wetenschappelijk kan verklaren. En daarom normaliter niet zou voorkomen in deze verzameling, waarin de focus is op zaken die wel beschreven en verklaard kunnen worden. Maar dat nu wel doet, omdat beschrijfbaarheid en verklaarbaarheid ook blijken te gelden voor "doorzettingsvermogen" (de Volkskrant, 05-12-2013, van verslaggever Mark Mieras):
Het is dus uiterst aannemelijk dat iets dergelijks geldt voor vrijwel alle zogenaamd onverklaarbare karakterologische en psychologische trekken en verschijnselen: ze horen bij specifieke modules en onderdelen van de hersenen. Een duidelijke ondersteuning voor het algemene principe van het psycho-fysisch parallellisme . Dromen Beelden in de gedachten die zich tijdens het onbewustzijn van de slaap aan ons voordoen. Of die beelden er ook zijn tijdens het bewustzijn maar zich niet daaraan voordoen, is onbekend. Mogelijkerwijs is er een verband met intuïtie. Een vaker gehoorde theorie is dat dromen ontstaan tijdens de verwerking van de vele zintuiglijke waarnemingen gedurende de dag, waarbij tevens een soort van filtering voor het geheugen plaatsvindt . Drugs Drugs zijn alle stoffen die onze emoties veranderen. Het aspect van verslaafdheid valt daar ook onder, want kennelijke veranderen die stoffen onze wil, namelijk de wil naar die stof, of beter, naar die emotie. Het kenmerk van verslaafdheid is dus weer een cirkelproces: de wil naar de stof/emotie kweekt de wil naar de stof/emotie. Het feit dat chemische stoffen invloed hebben op emoties heeft een simpele verklaring: in onze hersenen worden emoties overgebracht door chemische stoffen - er zijn al allerlei heroïneachtige stoffen ontdekt, en laatst (feb. 2006) ook een cannabis-achtige - heel voorspelbaar. Het innemen van drugs wordt algemeen gezien als een onnatuurlijke zaak, en is het gevolg van een emotioneel tekort, gebrek of anderszinse kwaal. Drugsgebruik door het individu zegt dus iets over het individu, drugsgebruik op maatschappelijke schaal zegt dus iets over die maatschappij. Individueel drugsgebruik heeft diverse oorzaken, die in Psychologische praktijktips al deels uitgesplitst zijn ; de lichtere gevallen, de meerderheid, zijn eigenlijk alleen een teken van andere problemen . En een deel van dat dat drugsgebruik wordt mede gestimuleerd door maatschappelijk omstandigheden. Daarover kunnen we ook kort zijn: hoe meer gebruik: hoe slechter de maatschappij. Een gelukkige maatschappij is een die in de materiële en emotionele behoeftes van zijn burgers voorziet, en zoals al gesteld: drugsgebruik wijst op een onvervulde emotionele behoefte of emotionele kwaal. In Drugsgebruik, waarom , is uitgelegd dat in de westerse maatschappijen drugsgebruik gerelateerd is aan maatschappelijk opvattingen samengevat in het Angelsaksische model, en in wat algemenere economische termen hier . Dyslexie Deze verzameling concentreert zich op psychologische begrippen met een sociale, maatschappelijke, impact, en dat geldt niet voor dyslexie: dat heeft vrijwel uitsluitend gevolgen voor het betrokken individu. Het wordt hier genoemd vanwege een andere connectie, die naar beneden, met de neurologie. Dyslexie in een storing in het vertalen van een woord bestaande uit letters, naar de opeenvolgende losse letters: in het brein wordt een begrip opgeroepen, voor het uitspreken ervan wordt het woord opgehaald, en in het schrijfcentrum wordt het woord ontleed in letters die achtereenvolgens op papier worden gezet. Het gaat mis in het omzetten van het woord, de parallelle informatie, in de opeenvolgende letters, de seriële informatie. In een computer worden dergelijke functies uitgevoerd door speciale circuits of zelfs chips. Die dat doen onder aansturing van een klok (-signaal). Waarbij er voordurend een rondje wordt gedraaid: pak letter, afhandelen, pak letter, afhandelen, enzovoort. Het dyslexie-probleem zit vermoedelijk in het rondje. Dat moet het brein voortdurend opnieuw maken, en dat is kennelijk lastig voor een biocomputer, want een silicium-computer heeft er geen enkele moeite mee. Dyslexie is als psychologische storing een veelvoorkomend verschijnsel. Met welke analyse er onmiddellijk een tweede kandidaat opduikt voor hetzelfde soort probleem: stotteren. Bij stotteren gaat het ook om volgorde, maar is de vertaling die van volzin naar losse woorden. Aanwijzing dat het ook een probleem met het rondje is: één van de manieren om een stotteraar te helpen, is het gebruik van een metronoom. Andere aanwijzing van de overeenkomst: in beide gevallen is de ernst van het verschijnsel onderhevig aan de invloed van stress. Emotie Volgens het veelgehanteerde drie-lagen model van de hersenen zijn emoties de middelste laag, gelegen tussen de laag van de reflexen en de laag van het denken . Waar de reflexen in tienden van seconden werken (zie: "brandt hand" - "trek hand weg"), en het denken een kwestie is van minuten en uren (zoals het denken over wat hier allemaal staat), zijn emoties meestal kwesties van seconden. Bekend is het snelle oordeel dat mensen van elkaar hebben bij persoonlijke ontmoetingen ("Is'ie 't of is'ie 't niet?"), sollicitaties, en dergelijke. Er zijn onderzoeken die aangeven dat dit soort beslissingen tot betere uitkomsten leiden als ze snel (binnen enkele seconden) worden genomen . Het evolutionaire nut van emotionele beslissingen boven reflexmatige beslissingen, in gevallen dat snelheid niet de absoluut essentiële factor is, ligt erin dat het een flexibelere dus een betere vorm van beslissingen-nemen is. Bij vogels lijkt de strijd tussen de twee methodes wel zichtbaar te zijn: hun reflex is om bij de minste geringste beweging op te vliegen, maar in de nabijheid van de mens, zoals op stations en terrassen leren ze, waarschijnlijk middels emoties, die reflex te beheersen. Bij zoogdieren zijn de emoties waarschijnlijk gewoonlijk al de doorslaggevende factor, in de meeste omstandigheden. Dat gaat zo ver dat mensen ook gedrag afkomstig van het autonome zenuwstelsel, reflexgedrag, toeschrijven aan emoties, terwijl het andersom is, zie angst en schaamte . Waar reflexen lopen als elektrische signalen min of meer direct van zintuigen naar ledematen en organen, en het denken loopt via elektrische signalen tussen zeer grote groepen van neuronen, is het dominante transportmiddel van emoties dat van chemische stoffen - stoffen van het type als adrenaline, oxytocine (Wikipedia), enzovoort. Schaamte komt overeen met het loslaten van een chemische stof die ook als reactie heeft dat de bloeddruk oploopt, met als gevolg "blozen". Op grond van dit soort observaties, en gezond verstand, lijkt het waarschijnlijk dat iedere basale emotie overeenkomt met zijn eigen chemische stof , bekend als neurotransmitters of hormonen , en mogelijkerwijs zijn eigen orgaan . Ook hebben de diverse onderdelen van de emotionele hersenen (zie voor een overzicht hier ) vermoedelijk een specifieke rol in het opwekken van emoties - een belangrijke rol speelt de amygdala, die zelf ook weer een aantal functionele onderdelen heeft (Wikipedia). Bij de mens is er voor het nemen van beslissingen, zoals bekend, nog een belangrijke derde factor in het spel, het denken of de ratio, die nog flexibelere en nog betere vormen van beslissingen mogelijk maakt; voor meer daarover, zie Ratio . Emotie-therapie Onder de term emotie-therapie worden hier alle vormen van psychologische therapie geschaard die niet gebruik maken van de ratio, in tegenstelling tot cognitieve therapie. Emotie-therapie lijkt één belangrijke toepassing te hebben: de verwerking van trauma - bijvoorbeeld het verlies van een kind. De meest effectieve vorm daarvan lijkt de tezamen-verwerking met lotgenoten te zijn. Andere vormen van emotietherapie lijken sterk verminderd betrouwbaar, tot het tegendeel is bewezen . Empathie Het vermogen om met de emoties van een ander mens of dier mee te voelen. Het is vermoedelijk gegroeid uit het simpelere proces van navolging: het ene dier in een groep kopieert het gedrag van zijn nabuur - zo ontstaat groeps-beschermend zwerm- en kuddegedrag. Dit gedrag houdt vermoedelijk weer verband met het bestaan van spiegelneuronen, die afgaan binnen een individu als een ander individu het corresponderende gedrag vertoont . Uit deze op het vlak van het autonome zenuwstelsel ontwikkelde functionaliteit is vermoedelijk, als in veel andere gevallen, een overeenkomstige versie in de emotionele hersenen ontstaan, zoals angst ontstaan is uit vluchtgedrag . Dat is wat normaliter bedoeld wordt met het dagelijkse woord empathie. Empathie voelen is makkelijker naarmate de emotie basaler is, of de persoon naaster staat . Empathie is de bron van zeer veel andere emoties, zie bijvoorbeeld Geweten . Empathie is een (of de?) emotie die roofdieren scheidt van de rest: roofdieren kunnen geen empathie hebben met hun slachtoffer, en onderscheid maken in empathie tussen prooidieren en overige lijkt onmogelijk. Het verschil is duidelijk zichtbaar bij hond en kat - een kat deelt emoties met de mens, maar heeft overduidelijk geen empathie, daar waar een hond dat wel heeft . Dat verschil wordt veroorzaakt door het feit dat de kat een actief roofdier is - hond en mens delen een verleden van roofdier, dat ze min of meer afgeschaft hebben. Zie ook Psychopathie . Voor praktische toepassingen, zie hier . Evenwicht De meeste natuurlijke toestanden zijn evenwichtstoestanden, dat wil zeggen: het gevolg van processen waarin twee of meerdere krachten een rol spelen en die elkaar in evenwicht houden . De meeste, zo niet alle, processen in de hersenen zijn evenwichtsprocessen, zie hier , en het is dan ook waarschijnlijk dat dit ook geldt voor de meeste psychologische gedragingen. Degene die het niet zijn, zijn vermoedelijk ook dezelfde de voor beroepmatige behandeling in aanmerking komen - de neurologische versies bij de psychiater, de semantische en ideologische versies bij de diverse vormen van Cognitieve therapie . Extraversie Zie Introversie . Frustratie Frustatie is een verschijnsel in het emotionele deel van het brein dat overeenkomt met het vrijkomen van de neurotransmitter acetylcholine in het reflexieve , zoals elatie overeenkomt met dopamine. Dopamine is voor het geval van overeenkomst tussen ervaring en wereldbeeld, acetylcholine voor tegenspraak ervan. Frustratie is een meer algemene term voor het laatste, meer in het midden van het bereik ervan. De meest voorkomende verbale uiting van frustratie is het schelden - gebruikelijkerwijs het associëren van een persoon betrokken bij de werledbeeld-weersprekende ervaring, maar ook uitingen richting materiële voorwerpen zijn redelijk veelvoorkomend . Gedragstherapie Therapie die veel meer de nadruk legt op de gevolgen van psychische problemen, dat wil zeggen: gedrag, dan op de oorzaak. De bekendste hedendaagse (schrijvende 2011) proponent is de televisie-psycholoog Phillip McGraw, bekend als Dr. Phil . Gedragstherapie in het algemeen en Dr. Phil in het bijzonder worden kritisch bekeken en geminacht door de meeste andere psychologen en het overgrote deel van de intellectuele wereld, vermoedelijk omdat het de "mystiek van de geest" ontkent, of althans: ontdoet van haar mythisch geachte ingewikkeld en belang (Wikipedia.org, opgeslagen 16-04-2011):
Gedragstherapie wordt tegenwoordig meestal toegepast in een combinatie met het aanspreken van rationele argumenten, als cognitieve gedragstherapie, ook wel afgekort als cognitieve therapie . "Pure" gedragstherapie in de vorm van Dr. Phil en cognitieve gedragstherapie proberen beide goede argumenten te geven om gedragingen te veranderen, waarbij de aard van de argumenten verschilt - maar meestal is dit gradueel en gebruikt men een mengeling. Meer over gedragstherapie hier . Geldverslaving De verlangen naar geld kan in eerste instantie verklaard worden doordat geld tegenwoordig staat voor materiële goederen, dus ook de goederen die van belang zijn voor een fatsoenlijk leven. Het verlangen wordt een verslaving, zodra het verlangen blijft bestaan als aan deze eerste behoefte is voldaan. het verlangen staat dan los van de materie, en kan oneindig doorgaan, wat in de praktijk ook heel vak het geval is: mensen die al miljoenen hebben nemen risico's en doen enorme inspanningen, om nog meer te verwerven. Het genot zit dat meestal niet meer in de goederen waar het geld voor staat of kan staan, maar aan het geld zelf, of de bijbehorende status of macht. Dat laatste is meestal onontwarbaar met het eerste verbonden. Dat het een echte verslaving is, blijkt ook uit het feit dat het door gaat ondanks het meestal wel aanwezige besef dat het schade doet aan de eigen geest, en materiële schade aan anderen. Andere kenmerken zijn dat het heel vaak gebeurt als automatisme, en dat er heel moeilijk van af is te komen. De vermoedelijk gemeenschappelijke oorzaak hiervan is dat het als het meest abstracte geval van "het verkrijgen van voordeel" is ingebouwd in een redelijk basaal deel van de hersenen, genaamd de hippocampus - zie hier . Onder de noemer van "geldvalkuil" meer over de geldverslaving hier ; voor twee specifieke voorbeelden van dit verschijnsel, zie hier (de simpele versie), en hier . Met de sociologie voor een belangrijk deel als de optelsom van veel individueel gedrag, zijn er ook de sociologische versies, met als bekendste dat van de belastingmoraal, uitgewerkt hier . Voor een wijdere filosofische context, zie hier . Geloof Het woord geloof heeft meerdere betekenissen. Nu hebben alle woorden dat, maar dat dit hier zo staat, betekent dat die betekenissen in dit geval nogal uiteenlopen en/of elkaar storen. Het meest algemene "geloof", qua betekenis, staat voor het feit dat je in het leven oneindig veel meer aanneemt dan dat je het zelf kan bewijzen of de bewijzen van anderen controleren. "Zijn er mensen naar de maan geweest?". Hiervoor is moeilijk sluitend bewijs te vinden, omdat het er uiteindelijk op neer komt dat het meest sluitende bewijs: die stenen die ze meegnomen hebben, ook vervalst kunnen zijn, en je dus eerst de wetenschap van de geologie moet gaan bestuderen om zeker te zijn. Voldoende zeker. In dit soort situaties is het meestal beter om af te gaan op een ander proces dat onder "geloof" in algemene zin valt: intuïtie. Intuïtie levert ook een vorm van "kennis"of "weten" die niet gebaseerd is op directe waarnemingen. Maar afkomstig is van onbewuste denkprocessen. In het geval van de maanreizen zou die intuïtie als volgt verwoord kunnen worden "Het kost meer moeite om al die op zich dubieuze bewijzen voor maanreizen te fabriceren, plus het omkopen van een enorme massa mensen, dan het is om de reis daadwerkelijk te ondernemen". Kortom: mensen geloven altijd. In deze betekenis van het woord. De tweede betekenis is de meest algemeen gebruikte, en dat is als synoniem voor "religie". Het verschil tussen geloof in de eerste zin en geloof in de tweede ligt besloten in dat het eerste uit te drukken is in "Ik geloof dat de maan van steen is", en de tweede in "Ik geloof dat de maan van groene kaas is". Nu is het geloof dat de maan van groene kaas is ook ooit eens begonnen als een soort van geloof dat de maan van steen is, namelijk in tijden dat de kennis van de werking van de natuur dusdanig dunnetjes was, dat de gelijkenis met kaas logischer was dan die met steen. De maan heeft tenslotte een licht-gelige/groenige kleur, en dat lijkt meer op kaas dan op steen. En kaas is ook vaak rond, en steen veel minder. Met dat laatste is ook meteen het verschil tussen de twee soorten geloof te illustreren. Want het geloof dat de maan van groene kaas is bestaat nog steeds, omdat het vastgelegd is in regeltjes. het geloof dat de maan van steen is, is dat niet. Als er over tien jaar weer mensen op de maan staan, en die ontdekken dat de maan van beton is, en geconstrueerd door buitenaardse wezens om ons een plezierige nacht te bezorgen, dan is vanaf dat moment de maan een buitenaardse constructie bedoeld om ons een plezierige nacht te bezorgen. Dan gaan we niet nog eens 8000 jaar geloven dat de maan van steen is. Helaas is dat "we" in voorgaande alinea bedoeld voor een beperkte groep mensen, namelijk diegenen die er geen geloof in de vorm van religie op nahouden. Op de hedendaagse aarde een kleine minderheid. Het feit dát er mensen op de maan hebben gestaan, bewijst dat die gelovige minderheid er eigenlijk betrekkelijk weinig toe doet, behalve dat ze een potentieel gevaar zijn voor de niet-gelovige minderheid. De hardnekkigheid van geloof in de vorm van religie laat zien dat de behoefte van de mensheid zijn cirkel van niet-begrijpen en niet-bewijsbaarheden terug te dringen groot is. Die behoefte leidt ertoe dat een groot deel van degenen die afvallen van geloof in de vorm van religie, overgaan op geloof in de vorm van ideologie . Genot De meest algemene naam voor allerlei vormen van beleving als plezier, vreugde enzovoort. Emotie door de natuur ontwikkeld om het individu te stimuleren tot bepaald gedrag. Belangrijkste voorbeeld is het genot verbonden met seks, ten einde het individu te stimuleren tot voortplanting. Voortplanting is namelijk helemaal niet van groot belang voor het individu, zeker niet voor de moeder, omdat het zeer veel lichamelijke bronnen kost. Maar voor het voortbestaan van de soort is het essentieel, vandaar dat het gebrek aan individuele belang gecompenseerd moet worden met een grote hoeveelheid genot. Gestoordheid "Gestoord" is de algemene term voor alle vormen van gedrag die als te afwijkend worden gezien door de (grote) meerderheid der medemensen en slaande op de geest van de betrokkene. De kern van de groep bestaat uit die mensen die wat neutraler omschreven worden als hebbende een "psychische kwaal", waaronder dus bijvoorbeeld de klassieke gevallen van schizofrenie, autisme en dergelijke. Omdat "gestoordheid" nogal nadrukkelijk uitgaat van gedrag, kunnen er mensen onder vallen die geen psychische kwaal hebben, zoals bijvoorbeeld degenen met een "tick" (een onwillekeurige spierbeweging meestal in het aangezicht en meestal veroorzaakt door stress), en er mensen niet onder vallen die het wel degelijk zijn. Het voorgaande gaat impliciet eigenlijk alleen over gevallen die slaan op het functioneren van het emotionele deel der hersenen - de behandeling is tot nu toe ook voornamelijk beperkt tot medicijnen. Maar evengoed kunnen er in het rationele deel der hersenen vormen van disfunctioneren optreden die te karakteriseren zijn als "gestoord". Die zijn meestal niet zichtbaar in direct aanwijsbaar gedrag, en worden daarom zelden tot nooit onder "gestoord" geschaard, met als eenzame uitzondering het soort gevallen dat zich "Napoleon" of "God" waant, op een wat al te letterlijke of nadrukkelijke manier. Het lijkt dus wat moeilijk om een goede definitie tegen van gestoordheid van de rationele geest, maar dat is het niet: "Gestoordheid van de rationele geest is het hebben in de geest van een te groot verschil tussen het beeld van de werkelijkheid en de werkelijkheid zelf". Als iemand bijvoorbeeld hardnekkig volhoudt dat een brandweerauto die voorbijrijdt "paars" is terwijl hij in feite "rood' is, en die persoon in andere omstandigheden wel de kleur "rood" als zodanig kan herkennen, dan leidt deze persoon met betrekking tot die situatie aan een gestoordheid van de rationele geest. Een ietwat te concreet en materieel voorbeeld dat nodig is om de werking van het proces uit te duiden, maar als tussenfase kan men het geval nemen over de opvattingen van de samenstelling van de maan: als iemand gelooft dat de maan van groene kaas is, dan is dat al een sterke aanwijzing voor een gestoordheid van de rationele geest, en als die persoon dat vol blijft houden nadat hij een beetje maansubstantie in zijn mond geproefd heeft, dan er er sprake van een definitief vastgestelde gestoordheid. Deze voor een korte omschrijving wat lange inleiding is nodig voor de volgende stap, die namelijk is dat het geloof dat de maan van groene kaas is, denktechnisch gelijk staat aan het geloof in een godheid en soortgelijke vormen van religie. En dus het zonder meer zo is dat het onderhouden van religie een vorm van gestoordheid van de rationele geest is: het beeld in de geest van de betrokkenen komt niet overeen met de werkelijkheid. Welke stappen verder eigenlijk volkomen duidelijk zijn, maar waarvan de conclusie luidt dat een overgroot deel van de mensheid er aan lijdt, waardoor het voor groot deel van degenen die daar niet toe behoren toch een wat moeilijke denkstap is om te maken. Een situatie die nog verergerd wordt een tweede groep die die hoort tot de gestoorden: de ideologen. Ook zij onderhouden een beeld, een idee, dat ze werkelijker (waardevoller, waarachtiger) achten dan de werkelijkheid zelf. De tweede groep onderscheidt zich echter van de eerste, in dat de storing betrekking kan hebben op enigszins geïsoleerde delen van het denken - dat kan bij religie ook, maar daar is het te weinig en te zeldzaam om apart te benoemen. Bekende incarnaties van deze geïsoleerde vorm van gestoordheid van Marcel van Dam en Maarten van Rossem. Marcel van Dam is een scherpzinnig waarnemer van de sociale werkelijkheid, behalve als het op allochtonen aankomt - daarvan neemt hij aan dat het culturele verschil zo gering is dat het binnen afzienbare tijd, dat wil zeggen: voordat er een explosie plaatsvindt, goed ermee komt in de Nederlandse en westerse samenleving . En Maarten van Rossem, media-historicus en scherpzinnig waarnemer van vele zaken, paart dit ook nog aan volstrekt idiote uitspraken omtrent de gevaren van degenen die tegen de opzichtige gevaren van de islam waarschuwen . Maar voor de grote meerderheid van de ideologisch gestoorden geldt hetzelfde als voor religie: eenmaal besmet, neemt het het overgrote deel van de geest over (van religie is dan ook bekend dat het voor een intelligent persoon circa vijf jaar kost om er af te raken ). Hierbij lijkt sprake van een zelfversterkend proces of valkuil : bij een eerste confrontatie met een verschil tussen eigen beeld en werkelijkheid, kan het eigen beeld alleen verdedigd worden met een of meerde leugens. Het onderhouden van een leugen, een contradictie, in de geest wekt vermoedelijk eenzelfde reactie op als contradicties tussen waarnemingsysteem en geprojecteerde toekomst in het reflexen systeem dat doen: er gaat een waarschuwingssignaal af (in de amygdala) Waarschuwingssignalen veroorzaken een alarmering van de rest van het systeem. te veel waarschuwingssignalen veroorzaken stress. Te veel stress is niet goed voor het systeem, en die signalen moeten gestopt worden. Bij signalen afkomstig vanuit rationele delen van de geest, is dit mogelijk door de signalen vanuit die delen af te blokkeren. Te veel of te erg liegen leidt tot een beetje blokkeren van het waarschuwingssysteem. Daardoor is het makkelijker ideeën die in strijd zijn met de werkelijkheid te onderhouden en te verdedigen. Daardoor moet er meer gelogen worden. Enzovoort. Vermoedelijk treedt in dit proces ook een drempelwaarde op: eenmaal boven een bepaalde waarde, verloopt het (een tijd lang) zonder remming. Tot uiteindelijk de toestand van gehele blokkade van een deelsysteem is bereikt. De gevallen van Van Dam en Van Rossem. Bij de meeste mensen is echter het algehele onderscheidingsvermogen niet genoeg ontwikkeld, en wordt door de storing aan één deelsysteem en het algehele gevoel van alarmering dat dat opwekt, ook de rest van de waarschuwing voor contradicties met de werkelijkheid uitgeschakeld. Dit is waarneembaar is het verschijnsel dat op dus die enkele uitzonderingen na, de personen die aan een bepaalde storing behorende tot wat heet de politieke-correctheid lijden, aan de meeste tot alle van de bijbehorende storingen lijden. De emotionele en psychologische vormen van gestoordheid hebben weinig invloed op het functioneren van de maatschappij. De rationele vormen daarentegen des te meer - meer daarover bij Sociologische krachten . Geur Geur is één van de fundamentele zintuigwaarnemingen, en behoort qua indeling in de drie lagen tot niveaus één en twee. Er zijn zeer primitieve aspecten aan geur, direct verbonden met het autonome zenuwstelsel, zoals definitief bewezen door de essentiële rol die geur speelt in de sociale interactie bij insecten, het meest duidelijk in de hooggeorganiseerde maatschappij van de mieren. Het verband tussen geur en emoties is al heel lang bekend , zoals bijvoorbeeld de essentiële rol die het speelt bij (vrije) partnerkeuze: de aantrekkelijkheid van de geur van de ander blijkt een directe functie van de samenstelling van de wederzijdse immuniteitspatronen - wat direct herleid kan worden tot levenskansen voor de nakomelingen, vanaf de conceptie. Dit komt zelfs terug in een relatie met ziekte . Ook heel bekend is de manier waarop geur bepaalde emotionele herinneringen kan oproepen. Geweten "Geweten" is een algemene en nogal abstracte term die door zijn algemeenheid veel aanleiding geeft tot misbruik, zoals blijkt uit een uitspraak van de Duitse filosoof Schopenhauer (Wikipedia) : "Het geweten is eigenlijk samengesteld uit: één vijfde mensenvrees, één vijfde bijgeloof, één vijfde gewoonte, één vijfde vooroordeel, één vijfde ijdelheid", hetgeen ook verkort kan worden tot "angst, domheid en luiheid". Er bestaat vermoedelijk ook een echt geweten, dat samenhangt met het feit dat de mens een groepsdier is - we mogen aannemen dat roofdieren geen geweten hebben. Een mogelijke formulering is: "Het besef nodeloos kwaad te doen of te kunnen doen aan anderen". Of een definitie die opkwam bij het lezen van een artikel over het gevangenendilemma : "Het geweten is datgene dat je ervan weerhoudt om iemand te benadelen terwijl je weet dat je het straffeloos kunt doen". Wat nog wat verder geconcretiseerd kan worden tot "Het bestaan in de geest van een verlies- en winstrekening aangaande de interacties met anderen". De "sterkte" van het geweten wordt dan bepaald door twee factoren: de mate waarin het belang van die verlies- en winstrekening gevoeld wordt, en de groepen waartoe men het opmaken van de rekening uitstrekt. Roofdieren hebben mogelijkerwijs wel een geweten met betrekking tot de eigen soort, maar dus niet ten opzichte van de prooi. Deze vorm van geweten hangt nauw samen met het hebben van empathie . Bij groepsdieren, zoals de mens is, is het hebben van een geweten ten opzichte van de eigen soort vermoedelijk in hoge mate aangeboren - het niet-hebben ervan wordt geclassificeerd onder de ergste vormen van psychologische afwijking, in het algemene taalgebruik aangeduid als psychopathie . Wel kan het met betrekking tot ondergroepen van de eigen groep variëren, en ook blijkt het in de praktijk mogelijk een deel ervan uit te schakelen. Tussen de diverse mensengroepen zijn handelingen bekend waarvoor de term "gewetenloos" toepasselijk lijkt - zaken als "oorlog", "genocide" enzovoort. Dit betreft veelal etnisch of cultureel onderscheidbare groepen. Maar binnen zulke groepen is er ook variatie in de mate van aanwezigheid van geweten. Zo zijn leiders van groepen ook heel vaak beperkt in de sterkte en omvang van hun geweten - op deze website zijn voorbeelden verzameld van Afrikaanse leiders , en westerse leiders . De manier waarop de beperkingen van het geweten tot stand komen kunnen verschillen. Er zijn aangeboren varianten, cultureel verworven varianten, en cognitieve varianten. Deze verschillen in het tijdstip waarop ze in de geest ingebracht worden: aangeboren vooraf, cultureel in de eerste levensjaren, en cognitief na het volwassen worden. Het is duidelijk dat de variant van Afrikaanse leiders voornamelijk bestaat uit de culturele en mogelijk ook ingeboren variant (Afrikanen die al generaties lang niet in Afrika geboren zijn, lijden er ook nog aan). Bij westerse leiders gaat het meer om de cognitieve variant - de oorspronkelijke Noordwest-Europese culturen hadden een relatief egalitair leiderschap. De aangeboren variant is vermoedelijk onbehandelbaar - er kan vermoedelijk alleen iets bereikt worden met de symptomen. De culturele variant vereist isolatie van oorspronkelijke cultuur, en is dus ook een bijzonder moeilijke zaak. Hetgeen ook nog eens blijkt uit de situatie rond de cognitieve variant, die ook al in de praktijk een moeilijk geval blijkt te zijn. Voor de behandeling van de cognitieve variant, ook wel te benoemen als cognitieve psychopathie , die als richtlijn moet dienen voor de eerste twee, dient deze eerst weer opgesplitst te worden naar de oorzaken ervan. Daarvan zijn drie hoofdgroepen bekend: religie, ideologie, en eigenbelang. In alle drie gevallen gaat het hier om het aspect dat de belangen van anderen gezien worden als fundamenteel minder dan het eigen belang In de rubriek "religie" gaat het, vanuit de westerse cultuur kijkende, om de drie monotheïstische godsdiensten . De originele, de Joodse of judaistische , heeft een absoluut heerser, en de rest zijn onderdanen die bijvoorbeeld bevolen kan worden een kind te offeren. En binnen die onderdanen is er ook nog een groep die absoluut boven de rest staat: het uitverkoren volk - de joden. Het onderhouden van een idee van onderdanenschap is hetzelfde als, door de de andere kant op te kijken, superioriteit. Dus de godheid en de religie is superieur aan alles en iedereen, en de joden zijn superieur aan de overige mensen. De islamitische godsdienst kent een aantal verschillen met de judaïstische, maar het idee van de superioriteit van haar aanhangers overgenomen. De derde godsdienst, het christendom, is een voortzetting van de judaïstische in vel;e opzichten, maar een sterke afwijking in het hier relevante, in dat er sterk wordt opgekomen voor de zwakke medemens, en het idee van religieuze superioriteit sterk afgezwakt is. Het idee als gelovige superieur te zijn aan anderen houdt automatisch het idee in dat de belangen van jou als gelovige superieur zijn aan de belangen van andere. En daarmee zijn het judaïsme en de islam factoren die bijdragen aan een verzwakking van het geweten ten opzichte van niet-gelovigen Voor ideologie in het algemeen gelden soortgelijke overwegingen. Iedere ideologie die ertoe leidt dat de aanhangers ervan als persoon meer meer denken te zijn dan niet-aanhangers, leidt tot een overeenkomstige verzwakking van het geweten. Zo achter de voorstanders van immigratie en de komst van andere culturen, multiculturalisten, zich niet allen voorstanders van immigratie en andere culturen, maar daardoor ook betere mensen. Voorstanders van immigratie menen daarom te mogen schelden op hun tegenstanders ("Xenofoben!", "Facisten!", "Racisten!"), terwijl als de tegenstanders dat terug doen ("Multiculti's!", "Islamofielen!"), men nog verontwaardigder is. Ook voorstanders van immigratie en de komst van andere culturen, en andere vormen van ideologie, hebben last van verzwakking van het geweten. En als derde hoofdgroep zijn daar de aanhangers van "eigenbelang". Nu zit in ieder individu een vorm van eigenbelang ingebakken, maar hier gaat het om die vormen die het eigenbelang stellen boven alle andere, inclusief de belangen van de groep. Deze groep is in de westerse cultuur sterk in opkomst sinds de jaren tachtig, onder de noemer "neoliberalisme", dat vroeger was "kapitalisme" oftewel de dominantie door het geld, en dat sociaal gezien gekenmerkt wordt door de houdingen "Ikke, ikke, ikke en de rest kan stikke", "Het recht van de sterkste", en "Winner takes all".. Onder de theoretici en aanvoerders van het neoliberalisme, vooral de financiële kant ervan, bevinden zich veel mensen uit de groep die op grond van religie al te maken hadden met een verzwakking van het geweten: het judaïsme. Het neoliberalisme kan in dit opzicht ook wel gezien worden als een seculiere voortzetting van het judaïsme . Ook het neoliberalisme heeft natuurlijk trekken van een ideologie, met name wat betreft de houding van "Het recht van de sterkste". Dat wordt als idee ontleend aan "De wetten van de natuur", en als absoute waarheid een ideologie. Voor al deze oorzaken van een verzwakt geweten geldt dat er twee manieren zijn waarop het getoonde gebrek aan geweten tot stand kan komen: het geweten zelf is zwakker geworden, of het geweten blijft hetzelfde maar wordt geblokkeerd door andere processen - datgene wat hier compartimentalisatie is genoemd. Het tweede geval is dat uit het gezegde God may forgive you for your sins, but your nervous system won't . Voor behandeling is dit geval het meest hoopvolle. Samenvattend: Geweten is het maken en bijhouden van een verlies- en winstrekening van daden ten gunste en ten nadele van andere leden van de sociale groep. Gebrek aan geweten wordt mede veroorzaakt door het beperken van de groep en door superioriteitsdenken. En de belangrijkste oorzaken daarvan zijn religie, ideologie en absoluut-eigenbelang. Gezond verstand Gezond verstand is hoogstwaarschijnlijk een combinatie van ervaringen en vele denkprocessen, een aantal waarvan beschreven zijnde hier , die een snellere manier verschaft om vooral complexe vragen of problemen op te lossen. Voorbeeld: "Je hoeft niet in China geweest te zijn om te weten dat de lucht daar ook blauw is." (aforisme toegeschreven aan Goethe) - voor niet-natuurkundigen is dit heel moeilijk te beredeneren, maar toch snapt iedereen de juistheid ervan. Een bijzondere eigenschap van gezond verstand is dat vrijwel iedereen denkt dat hij er genoeg van heeft, terwijl betrekkelijk weinig mensen dat daadwerkelijk hebben . Vermoedelijk vindt het proces erachter voor een (over)groot deel plaats in die delen van de hersenen die niet direct deelnemen aan of toegankelijk zijn voor het bewustzijn, hetgeen blijkt uit het feit dat de resultaten zich vaak plotseling opdringen en moeilijk onder redenaties te vatten, welk geval men ze vaak gewoonlijk aanduidt met de term intuïtie . Maar het omgekeerde is dus niet waar: niet alle "inzichten" die zich plotseling opdringen komen van gezond verstand, want diegene die komen van de emoties zijn dat in principe niet, en in veel gevallen juist daaraan tegengesteld. Bekende concentraties van dit laatste zijn te vinden bij echtscheiding en verdeling van erfenissen. Een vermoedelijke essentieel (tussen)resultaat van het gezond verstand is het kunnen inzien welke factoren voor een specifieke situatie van belang zijn, en het geven van een relatief belang aan die factoren. Een tweede vermoedelijk essentiële factor is het leren van ervaringen. Daarvan bestaat er verschillend lagen, omdat het leren in de kindertijd natuurlijk ook voor een essentieel deel het leren van ervaringen is, wat duidelijk ook op hiërarchische wijze gebeurd: bepaalde geleerde ervaringen zijn nodig om aan andere leerprocessen te kunnen beginnen. De regels voor dit soort processen lijken natuurlijk in hoge mate op, of zijn dezelfde als, de regels voor het meest bekende (bewuste) leerproces van de mensheid: de wetenschap (hetgeen in de wetenschap ook wel wordt uitgedrukt in uitspraken als "Natuurkunde is niets anders dan georganiseerd gezond verstand"). Het op deze website beschrevene onder de noemer "Algemene semantiek" verschilt van andere vormen van taalanalyse voornamelijk omdat het niet uitgaat van regels, maar van ervaringen met taal - met als specifiek voorbeeld de Informatieregels . Gezond verstand is dus niet hetzelfde als het kunnen oplossen van abstracte, formele, problemen zoals de meetkundige, rekenkundige en dergelijke testjes die deel uitmaken van de standaard intelligentietests. Het is een ervaringsfeit dat mensen die extra hoog scoren op deze schaal eerder lager dan hoger scoren op de schaal van gezond verstand dan het gemiddelde, leidende tot het geval van "intellectueel neuroticisme" . Gezond verstand heeft in ieder geval niets te maken met de capaciteit in taaluitingen. Hier geldt hoogstwaarschijnlijk het omgekeerde: hoe beter de taalvaardigheden, hoe minder het gezonde verstand - aanwijzingen daarvoor liggen onder andere in de kenmerken van de groepen van politici ("leugenaars") en literatoren ("fantasten"). De causale relatie is vermoedelijk dat taalvaardige mensen die taalvaardigheid (onwillekeurig) gebruiken om discrepanties tussen hun denkbeelden en de werkelijkheid weg te masseren middels hun capaciteit tot fantaseren, waardoor het gezond verstand-aspect van het leren van ervaringen minder effectief wordt. Gezond verstand als begrip moet waarschijnlijk gerangschikt worden naast het rationele denken en het emotionele denken als één van de drie basisfactoren van menselijke capaciteiten - zoals voor die andere twee al een IQ-test en meer recent een EQ-test bestaan, lijkt ook een GQ-test zeer wenselijk. De relatieve verhoudingen van de scores op deze drie schalen bepalen vermoedelijk in aanzienlijke mate de waargenomen evenwichtigheid en stabiliteit van het karakter. Scores die, zeg, binnen 20 procent van elkaar liggen, bijvoorbeeld 110-120-130, staan voor evenwichtigheid - iets als 100-130-140 is rekenkundig wel hoger, maar minder evenwichtig en daarom misschien wel minder effectief - voor de situatie dat de IQ-score aanzienlijk hoger is dan de GQ-score leidende tot al genoemde "intellectueel neuroticisme" . Een bijzonder geval van dit laatste betreft alle aanhangers van religie of andere vormen van ideologie. Religie en ideologie hebben vaststaande regels omtrent in principe het hele leven, dus ook alle specifiekere zaken, en die regels zijn volstrekt willekeurig. Dat betekent dat bij het vaststellen van de factoren die van belang zijn in een specifieke situatie, de religieus of ideoloog factoren kiest die in het geheel niet van belang zijn. Te illustreren met de aanpak van droogte - de aanpak van de religieus luidt: "De oplossing van droogte is bidden tot God" - de aanpak van iemand met gezond verstand luidt: "De oplossing van droogte is aanleggen van irrigatie". Religie en ideologie zijn dus letterlijk het tegenovergestelde van gezond verstand - het laatste zoekt de prioriteiten in oorzaken en regels op grond van wat werkt, het eerste wijst deze aanpak expliciet af. In deze zin zijn religie en ideologie in het algemeen min of meer ernstige vormen van geestesafwijkingen . Gezond verstand is, als er al een volgorde is aan te wijzen, misschien de belangrijkste van de drie basisfactoren, en zoals we gezien hebben, is het vermoedelijk, vooral in de hogere regionen van de maatschappij, helaas ook de zwakste. Maar het positieve nieuws is dat gezond verstand van de drie factoren waarschijnlijk degene is die, gezien de essentiële rol van ervaring, het makkelijkst is te verbeteren - suggesties daarvoor staan hier . Glijdende schaal Uit de sociologie is bekend dat alle eigenschappen voorkomen volgende normale verdeling, dat wil zeggen: er is een gemiddelde, de meeste mensen zitten in de buurt van het gemiddelde, en naarmate men verder van het gemiddelde is, zijn er minder mensen met die eigenschap: er zijn heel veel mensen rond de 1,80 meter, de normale lengte, weinig mensen van 2 meter of 1,60 , wat minder normaal, en uitzonderlijk weinig mensen van 2,40 of 1 meter - dat noemt men abnormaal (politieke-correctheid heeft het gebruik van deze term verminderd, maar het begrip blijft hetzelfde). Zonder verder experimenteel bewijs nemen we op deze website aan dat voor alle psychologische eigenschappen precies hetzelfde geldt . Het rare is dat op het ogenblik er een trend in de maatschappij bestaat die het omgekeerde doet: lichte afwijkingen van het normale voor eigenschappen als autisme en ADHD worden met de abnormale term aangeduid, net als voor een slechte stemming en depressie . Heimwee Heimwee is één van de spontaan minder genoemde emoties, maar gezien het hoge percentage van mensen dat er last van heeft, één van de belangrijkere. Het leidt weinig twijfel dat dieren er ok last van hebben. En het leidt ook weinig twijfel wat de reden is dat de emotie van heimwee ontstaan is het spectrum van emoties: het verlaten van de bekendheid en dus relatief veilige omgeving brengt onbekendheid en dus onbekende gevaren met zich mee. En minder bekendheid met plaatsen van voedselbronnen, enzovoort. Het algemene karakter van heimwee bewijst ook dat migratie een tegennatuurlijk gebeuren is, dat de potentie van diverse vormen van geestelijke schade met zich meebrengt. Meer over deze aspecten hier . Hersenen en geest Psychologie gaat in principe over de werking van de menselijke geest. Volgens strikt wetenschappelijke opvattingen is dat hetzelfde als de werking van de hersenen. Dit is geformuleerd als het psycho-fysisch parallellisme : de opvatting dat ieder proces in de geest overeenkomt met een proces in de hersenen. Hersenhelften Naast de verdeling in drie evolutionaire, hiërarchische, lagen, is er nog een tweede globale deling in de hersenen: de tweedeling tussen linker en rechter hersenhelft. Globaal gezien ordent men de meer exacte, analyserende, en taalkundige denkfuncties in de linkerhelft, en de meer verbeeldende, synthetiserende, ordenende en dergelijke functionaliteiten aan de rechterkant. De meeste mensen hebben ook een duidelijke voorkeur in het gebruik van één van de hersenhelften - voor een directe, visuele test daarvan, zie hier . Homofilie Homofilie lijkt in strijd met de evolutie omdat de evolutie draait om maximale voortplantingkansen. Dus is het voorkomen ervan, van rond een (kleine) tien procent, een vorm van een raadsel. Een deel van het raadsel kan onmiddellijk worden opgelost door op te merken dat als snelheid van voortplanting het enige criterium was, dat de natuur dan had kunnen volstaan met simpelere procedures ervoor dan bij de mensheid gebruikelijk is. En er is weinig fantasie voor nodig om te bedenken waarvoor al die ingewikkelde procedures bedoeld zijn: dat gaat om de kwaliteit van het nakomelingenschap. Het mechanisme is als volgt: al dit soort fundamentele zaken liggen vastrgelegd in het genenpatroon. De ordening van het genenpatroon is niet één genstructuur per eigenschap (omdat dat te kwetsbaar zou zijn), maar per eigenschap meerdere genstructuren en omgekeerd. Dus stap één in de verklaring: homofilie komt overeen met genstructuren die ook voor één of meerdere andere zaken van belang zijn. Stap twee is dan simpel, want de eerste gemeenschappelijke eigenschap van hetero- en homofilie is dat het gaat over de band tussen mensen. Kennelijk is de band tussen mensen zo belangrijk dat de hoogte van de voortplantingssnelheid hier niet allesbepalend is, en de waarde van 10 procent homofilie geeft de overweldigende waarde van binding aan. Hoogsensitiviteit Hoogsensivititeit is één van de weinige psychologische kwalen waarvoor actieve belangstelling bestaat om het te hebben: "Ik ben sensitiever dan andere mensen en daarom kunstzinniger, een-goed-mensen-inschatter, en dergelijke. In feite natuurlijk alleen die aspecten of die mate ervan waardoor het niet echt de kwaal "hoogsensitiviteit" is. Mensen die het echt hebben, zijn er zelden blij mee, zie hier . Hoogsensitiviteit is last hebben van dermate sterke emotionele reactie op impressies dat het als vervelend tot kwaadaardig wordt ervaren. En,voor de echte kwaal: het normale functioneren verstoort. Op grond van de prevalentie van psychologische kwalen in het algemeen mag men aannemen dat het slechts een 2 of 3 of maximaal 5 procent van de mensen treft. Een andere eigenschap dat het tot een echte kwaal maakt, is dat het moeilijk tot niet te verhelpen valt. Wat gemeenlijk betekent dat het een sterke neurologische component heeft. Nu zijn bij de beschrijving van de neurologie op deze website een paar regels opgedoken: het totale ingewikkelde systeem is zo veel mogelijk opgebouwd uit simpelere subsystemen. En: de simpele subsystemen werken meestal volgens het basale evenwicht-model: twee krachten die elkaar in evenwicht houden . Toegepast hier: er is dus vermoedelijk een subsysteem dat de mate van emotionele reactie op impressies regelt. En hooggevoeligheid voor emotionele reactie op impressies is dan een extreem in de twee krachten-spectrum Waarop meteen de suggestie opkomt voor het andere uiteinde: dat is zeer laag niveau van emotionele reactie op impressies. Oftewel: psychopathie. Samengevat: hoogsensitiviteit en psychopathie zijn de extremen van een neurologisch subsysteem dat de mate van emotionele reactie op impressies vanuit de buitenwereld regelt. Van de neurologie is niet genoeg bekend om dit systeem met enige zekerheid te kunnen aanwijzen, maar voor een overzicht van de mogelijke kandidaten, zie hier . Humor Humor is tot nu toe één van de ongrijpbaarste menselijke emoties gebleken - wat de beste suggesties leken, zoeken een verband met wat er gebeurt tijdens het geconfronteerd worden met tegenstellingen in de hersenen, omdat veel humor dit soort tegenstellingen betreft. maar niet alle, terwijl de erop volgende emoties sterk gelijken. De nieuwste verklaring lijkt sterker: humor is de beloning voor een belangrijke doch onaangename taak: het verwerken van nare ervaringen . Het verwerking van nare ervaringen, ervaren met mogelijke negatieve gevolgen, is belangrijk om ervan te leren zodat je het de volgende keer niet doet, maar de erbij opgewekte emoties zijn dus naar. En dus is is het niet aangenaam die ervaringen te verwerken. Volgens de hier ontwikkelde theorie gebeurt het merendeel van dat soort werk dan ook in de slaap. Daar waar het om een of andere reden in het bewustzijn moet gebeuren, moet er evolutionair iets tegenover staan: het onaangename moet aangenaam gemaakt worden - en dat gebeurt door het vrijmaken van stimulerende stoffen. En de bijbehorende gedragingen: lachen. Er is nog een verschijnsel dat klopt met deze uitleg van humor: de afwezigheid ervan bij ideologen, en de afkeer ervan bij religieuzen. Ideologen en vooral religieuzen wíllen niet geconfronteerd worden met de tegenspraak tussen hun opvattingen en de werkelijkheid. Iets dat met name zichtbaar is bij moslims, die bij confrontatie met humor massaal de straat opgaan om de symbolen van de vijand te vertrappen en brand te stichten . Ideologie Ideologie is het onderhouden van een stelsel van vastomlijnde ideeën, meestal samen met een rijtje op schrift staande regels, en meestal ook slaande op gedragingen van mensen. Vastgelegde ideeën hebben het voordeel dat men over veel vragen niet hoeft na te denken, hetgeen met weinig twijfel ook de belangrijkste bestaansreden voor ze is - de natuur vertoont een sterke voorkeur voor processen die de afhandeling van zaken in de wereld sneller en effectiever maken. Echter: de werkelijkheid verandert voortdurend, dus ook ideologieën zullen op de kortere of langere termijn niet of niet meer goed werken en bijbehorende regels dus steeds minder toegesneden zijn op de werkelijkheid. Het proces van conflicten tussen ervaren werkelijkheid en in het hoofd vastgelegde ideeën is in zijn meest plotselinge vorm cognitieve dissonantie , zoals daar uitgelegd een onaangename ervaring die de geest probeert te vermijden, maar iets wat in talloze andere gradaties voorkomt. Het gaat er om hoe de geest met dit conflict omgaat: past het zijn ideeënwereld aan, of zijn beeld van de ervaren werkelijkheid. Indien dit laatste het geval is en het bij herhaling gebeurt, is er bijna per definitie sprake van ideologie. De aanpassing van het beeld van de werkelijkheid gebeurd door filtering van "ruwe" waargenomen werkelijkheid, iets dat altijd plaatsvindt , omdat de waargenomen werkelijkheid in het hoofd nooit identiek kan zijn aan de werkelijkheid zelf . Het gaat dus om de aanpassing van dit filtersysteem richting werkelijkheid of richting idee, en dat dan meestal in een proces van vele herhalingen. Omdat de aanpassing van het filter in één fase de uitkomst van de volgende, dan anders gefilterde, fase beïnvloedt, is hier sprake van een cirkelproces met terugkoppeling . Als terugkoppeling het filter versterkt, gaat de binnengekomen informatie steeds meer richting de ideologie, die daardoor versterkt wordt. Als terugkoppeling de ideologie verzwakt gaat de binnengekomen informatie steeds meer richting werkelijkheid. Dit tweede geval is ruwweg de methodiek gehanteerd door de wetenschap. De keuze tussen de twee methodes is afhankelijk van interne aanleg en externe stimulus. De externe stimulus bestaat voornamelijk uit de sociale omgeving, en hoe directer de sociale omgeving, hoe sterker de stimulus. En ook: hoe meer de sociale omgeving dezelfde ideologie aanhangt als het individu, hoe sterker de stimulus richting de ideologische keuze. De toename van de sterkte van de filtering gaat normaliter tot een bepaalde evenwichtswaarde, waarbij er zodanig weinig cognitieve dissonantie optreedt dat er geen verdere aanpassing nodig is. Afhankelijk van aanleg en de ernst van de ideologie, kan dat in extremere gevallen ertoe leiden dat sommige informatiekanalen gedeeltelijk of geheel uitgeschakeld worden, hier compartimentalisatie genoemd. Een probleem daarbij is dat in de menselijke geest noch de informatiestromen noch de functionaliteiten van de diverse onderdelen zo strikt gescheiden als in de digitale computer, dus als er in de geest bepaalde stromen of modules min of meer uitgeschakeld worden, gaat ook de werking van andere capaciteiten achteruit waarvan dat niet de bedoeling is. Voor wat betreft de primitievere vorm van ideologie, religie, is aangetoond dat die schade neurologisch is, in de zin dat ook de waarneming van de werkelijkheid erdoor wordt aangetast . Ervaring leert dat in geval van ideologie die schade nauwelijks minder groot is, het verschil zijnde dat van ideologie makkelijker af te komen is dan religie. Die schade is de achteruitgang in alle redelijke denken, met per onderwerp een mate die afhangt van de nabijheid van dat onderwerp tot de betreffende ideologie met als ergste slachtoffer de capaciteit tot kritisch denken. Illustratief is het geval van Marcel van Dam, die zich in vrijwel alle opzichten een scherpzinnig observator betoont, maar ernstig de mist in gaat aangaande de allochtone immigratie, waarover hij de opvatting huldigt dat "alles vanzelf goed zal komen" , ondanks bijvoorbeeld bewijzen uit andere landen dat dat zelden het geval is waar het moslims betreft. Die achteruitgang in kritisch denken en mogelijkerwijs denken in het algemeen , komt in diverse mate voor. Zowel voor religie als voor seculiere ideologie blijkt dit tot in sterke mate te kunnen opgaan, met voor het geval van het multiculturalisme in extreme en zeer extreme vorm . Er zijn ook zaken die gestimuleerd worden door ideologie. Met name tijdens discussies valt daarvan op het hanteren van vele denkfouten , met name de contradictie , en nog veel meer die van retorische trucs . Een wat uitgebreidere versie van dit verhaal staat hier . Ik Zoogdieren, met relatief gezien al vrij grote hersenen, verwerken een groot aantal zintuig-prikkels via bijpassende systemen in gedrag. De belangrijkste aspecten van dat gedrag liggen min of meer vast - die zijn bepaald door de soort. Minder belangrijke aspecten van het gedrag variëren, door de variërende sterkte van de verschillende deelsystemen in verschillende exemplaren (net als in: koeien zijn zwart-wit, maar ieder met hun eigen patroon). Het totaal van dit onderscheidende gedrag is het unieke van het exemplaar. Mensen hebben door de nog grotere complexiteit van hun hersenen de capaciteit verworven om werkelijkheid en gedrag te symboliseren, met als belangrijkste uiting de taal . Die symbolen kunnen ook toegepast worden op de eigen werkelijkheid en het eigen gedrag, en het unieke daarin noemt men het "ik". Afhankelijk van het sociale klimaat kent men een variërende waarde toe aan dit unieke gedrag in relatie tot het soort- en groepsbepaalde gedrag, waarbij in onze tijd de neiging bestaat het soort- en groepsbepaalde gedrag te ontkennen ("Ieder mens is uniek"). Het blijvende bestaan van het soortbepaalde gedrag blijkt uit opmerkingen van mensen als ze iets hebben gedaan wat ze zelf achteraf vreemd vinden: "Maar zo ben ik anders helemaal niet". Het "ik" kan ook weer gezien worden als een systeem, met zijn eigen regels. Dat systeem is, net als het lichaam, ongetwijfeld samengesteld uit een aantal onderdelen, die samenwerken - en soms niet - het zou zelfs zo kunnen zijn dat die samenwerking het "ik" is. Een van de regels van dat systeem is dat van (relatieve) stabiliteit. Een uiting van die stabiliteit van het "ik" is de "psychologische reactie of compensatie": is een persoon lange(re) tijd blootgesteld aan een extreem, heeft hij de neiging dit te compenseren door zich bloot te stellen aan het tegenovergestelde extreem . Een andere uiting van het "ik" is voorspelbaarheid: een individu gedraagt zich in sterk verschillende situaties niet sterk verschillend, maar meestal ongeveer hetzelfde, met kleine verschillen; individuen die wel sterke verschillen in gedrag vertonen, worden gezien als gestoord. Die voorspelbaarheid geldt voor ieder individu, en daarmee ook voor mensen als groepen . Voor een overzichtsartikel, zie hier . Impulsen / impulsief gedrag Gedrag geïnitieerd door of onder invloed van het reflexensysteem van de hersenen, gelegen in de hersenstam. Zie verder aldaar . Individualiteit In de algemene indeling "solitaire dieren - groepsdieren" staat de mens in hoge mate aan de kant van de groepsdieren, zoals blijkt uit vrijwel ieder dagelijks gedrag. Als om dit te benadrukken hebben sommige leden van die groep, die vooral onder de abstracter denkenden te vinden zijn, een theorie opgesteld die propageert dat de mens een individu is, samengevat in de slagzin: "Iedereen is uniek." Wat ieder van die abstracte denkers, meestal aangeduid als "intellectuelen", natuurlijk beweert is dat hijzelf uniek en een individu is. Helaas handelen ze daar in hun eigen dagelijkse leven in het geheel niet naar, want in tegenstelling tot de echte solitair bemoeien ze zich met van alles en iedereen, waarbij ze ook nog eens iedereen voorhouden dat iedereen uniek is, dus. Kortom, deze mensen zijn van de beroemde soort van de Kretenzer die beweert van alle Kretenzers liegen. Een kleine en amusante verhandeling over de praktische individualiteit van de mens is te vinden hier . De meest extreme vorm van individualiteit of individualisme is solipsisme . Integratie Integratie als psychologisch proces is het omgekeerde van differentiatie, verschil-maken, analyse (omdat dat ook meestal beperkt wordt tot "uit elkaar halen"), en meer van dergelijke denkhandelingen. Deze vormen van demontage lijken belangrijker en meer vooraan te staan, omdat de werkelijkheid zich nu eenmaal aan ons voordoet als een samengebald geheel, en daar eerst ordening in aangebracht moet worden. En ordening bestaat uit onderdelen. Desalniettemin zijn het heel vaak niet de onderdelen zelf die elementen zijn van de betere constructie van de werkelijkheid die de analyse oplevert, maar nieuwe combinaties van onderdelen. Dat recombineren van onderdelen is "integratie" - "bij elkaar voegen tot een geheel". Uit deze beschrijving is meteen duidelijk dat integratie een basaal deel uitmaakt van een andere door mensen belangrijk geacht proces: creativiteit. Nu wordt dat laatste meestal in kunstzinnige context gebruikt. Maar dat is vermoedelijk een misvorming veroorzaakt door de dominantie van de alfa's, degenen met de nauwe binding met kunst, in maatschappij en media . Natuurlijk is iedere vorm van reconstructie van de werkelijkheid een vorm van creativiteit. Wetenschap is net zo goed creativiteit als kunst dat is. Neurologisch gezien is integratie het gaan samenwerken van diverse onderdelen van de hersenen. Op dat vlak is integratie het omgekeerde van compartimentalisatie , zie de neurologische voorbeelden hier . Het is duidelijk (in ieder geval vermoedelijk) dat die samenwerking beter gaat naarmate de verschillende onderdelen meer op elkaar lijken of verwant zijn. Dat lijkt een mogelijke deelverklaring voor de moeite die de natuur gestoken heeft voor het reproduceren van talloze functies van de lagere hersengebieden, met name de emotionele hersenen, in de grote hersenen, de cortex. In de cortex worden bijvoorbeeld optische en auditieve waarnemingsprocessen uit de emotionele hersenen en de hersenstam nog eens dunnetjes overgedaan. De meerwaarde hiervan zou heel wel kunnen liggen dat de verschillende delen van de cortex, die in feite één groot vel met een uniforme structuur vormt , veel makkelijker kunnen samenwerken - en daardoor makkelijker een geherconstrueerd en verbeterd beeld van de werkelijkheid kunnen vormen. Iets dat altijd een sterk evolutionair voordeel biedt. De capaciteit tot integratie lijkt moeilijk te onderzoeken. De entertainment biedt uitkomst (VARAgids, nr. 43-2011, door Roger Abrahams):
En dat lukte. Een glasheldere vorm van integratie van beeld- en geluidsinformatie die natuurlijk ook, meestal in veel minder extreme mate, aanwezig bij musici die noten lezen. Intellectualisme Het begrip intellectualisme bevindt zich op de as waarop ook "intellect" en "gezond verstand" staan. Daarin is "intellect" nader omschreven als "het aanpakken van problemen met behulp abstracties hoger dan die van het probleem", en "gezond verstand" als "het aanpakken van problemen met abstracties lager dan het probleem". Welke methode het best werkt hangt af van de aard van het probleem. Het bij uitsluitendheid of overdaad gebruiken van de methode van het intellect heet alhier "abstractisme" . "Intellectualisme" is sprake van wanneer men deze houding heeft ten opzichte van alle of de meeste aspecten in het leven - welke uitbreiding trouwens vrijwel altijd sprake van is. In tegenstelling tot wat men zou denken, is intellectualisme in zijn ziekelijke vormen voornamelijk een probleem van alfa's . Intrellectualisme is nauw verwant aan zwart- witdenken . Intelligentie Intelligentie is het vermogen verbanden tussen dingen te zien die in eerste instantie niet direct zichtbaar zijn. Die verbanden zijn als eerste gemeenschappelijke eigenschappen van dingen, met als bekendste soort voorbeeld dat van "Meer van dit leidt tot meer van dat" - een verband tussen "dit" en "dat". Waarbij "dit" en "dat" algemeenheden oftewel "abstracties" zijn, waarvoor je dus vele praktische zaken kan invullen, zoals: "Meer zon leidt tot meer oogst". Waarbij de regel geldt: hoe algemener oftewel abstracter "dit" en "dat" zijn, des te meer mogelijke praktische voorbeelden je kan invullen. Leidende tot een regel voor "intelligentie": hoe abstracter iemand kan denken, hoe intelligenter hij is. Dit zie je terug in tests voor intelligentie: die gaan over logische regels, verpakt in taal, logische handelingen, verpakt in afbeeldingen als kubussen, enzovoort, waarbij men probeert een zo algemeen mogelijk spectrum van tests te hanteren. Omdat intelligentie gaat over verbanden, en die verbanden sterk verbonden zijn met abstracties, is intelligentie sterk verbonden met de tweedeling bekend als "alfa's en bèta's" : het type "bèta" scoort aanzienlijk hoger op IQ dan "alfa". Daar waar alfa's hoog scoren, is dat vrijwel altijd vanwege vaardigheden op het gebied van taal. Dat laatste wordt hier gezien als een systeemfout: taalvaardigheid kan je ook omschrijven als het kunnen rijgen van woorden. En dat is evenzeer een intellectuele capaciteit is als het rijgen van geluiden. Dat laatste noemt men "muziek", en hier wordt gesteld dat beide vallen in eenzelfde meer algemene categorie: die van esthetische vaardigheden. Hetgeen ondersteund wordt door de neurologie van taalvaardigheid: het maken van de juiste taalvormen, in het gebied van Wernicke, staat geheel los van het geven van de juiste inhoud aan de geuite taal, in het gebied van Broca . On- of niet bekend in de beschrijving van intelligentie is de tweedeling in "instantane" en "cumulatieve" intelligentie: instantane intelligentie is zichtbaar in het verschijnsel van wonderkinderen, bijna altijd in abstracte vaardigheden als wiskunde en muziek (= het verband tussen tonen). Cumulatieve intelligentie is zichtbaar in het vinden van oplossingen voor problemen nadat er enige tijd tussen confrontatie en oplossing is verstreken. Het bestaan waarvan wel bekend is, in uitdrukkingen als "Er nog maar eens een nachtje over slapen", maar dat soort uitspraken hoort niet tot de intelligentie, maar het gezonde verstand . Deze tweede vorm van intelligentie is met huidige testvormen slecht tot niet meetbaar. Van intelligentie staat het volgende wel redelijk vast : het is in hoge mate genetisch bepaald: één-eiige tweelingen verschillen nauwelijks of niet in intelligentie. En: het is in aanzienlijke mate erfelijk bepaald - maar dat volgde al uit het eerste. En: het is in beperkte mate oefenbaar - en dat volgt eigenlijk ook uit ten eerste. Dat laatste betekent overigens niet dat oefening geen zin heeft - het betekent alleen dat de bandbreedte van bereikbare resultaten redelijk vastligt: een gemiddelde wiskundige kan nooit door oefening een wiskundig genie worden - en pogingen dit soort dingen te doen zullen slechts een beperkt resultaat hebben . Intelligentie is een van de meest bediscussieerde begrippen zowel in de psychologie als de maatschappij. Dat heeft twee hoofdredenen: in de rest van de maatschappij zijn de alfa's de baas en die zijn bang voor of hebben een afkeer van bèta's ( ), en de tweede reden is dat intelligentie de meest makkelijk te meten en de meest bepalende eigenschap is van de meeste "gewone" factoren die maatschappelijk succes bepalen. En geen groter angst bij de alfa's dan gedetermineerdheid in menselijke eigenschappen of gedrag - 'mensen' hier staande voor degenen die het over psychologische eigenschappen hebben: intellectuelen. Er worden dus met grote regelmaat pogingen ondernomen om het belang en zelfs het bestaan van intelligentie te ontkennen . Een neiging die verder is toegenomen met de opkomst van het politiek-correcte ideaal der gelijkheid, waartoe ook de volkomen gelijkheid van alle mensen behoort . Introversie De ene kant van een koppel tezamen met extraversie. Deze termen afkomstig van Carl Gustav Jung, waarbij introverten ('naar binnen gekeerden') zich kenmerken door een zuinig energieverbruik, voorzichtigheid, en het genoegen nemen met een eenvoudiger leven. Extraverten ('naar buiten gekeerden') daarentegen bruisen van energie en durven meer risico's te nemen. Voor het tijdperk van de wetenschappelijke psychologie waren dit ruwe kwalificaties, die voornamelijk gebruikt werden in de volksmond - modern onderzoek laat zien dat het verschil in de hersenen zelf zit . De populaire benadering van introversie en extraversie heeft geleid dat introversie altijd een slecht imago gehad - extraverten zijn tenslotte van die gezellige mensen ... . Dit ging zo ver dat bij geschiktheidtests bij sollicitatie in alle mogelijke beroepen, extraversie als positieve zaak werd zien, en waarschijnlijk gebeurd dit nog steeds. De werkelijkheid voor de meeste beroepen, waaronder vrijwel alle inhoudelijke, is omgekeerd; meer over introversie hier . Meer over de vooroordelen ten opzichte van introversie en aanverwante zaken hier . Intuïtie Een conclusie, gedachte, opinie of idee die/dat in de geest opkomt, waarvoor onvoldoende aanwijzingen, bewijzen en dergelijke lijkt te bestaan . De waarde van intuïtie volgt deels uit het feit dat ze bestaat - kennelijk was het evolutionair van belang. Mogelijkerwijs berust intuïtie op hetzelfde proces als wat ten grondslag ligt aan snelle besluitvorming , of misschien is intuïtie de snelle vorm van emotionele besluitvorming. Een andere mogelijkheid ligt in de vele en grotendeels onbekende processen die zich in de onbewuste delen van de hersenen afspelen, waarvan we alleen indirect kennis lijken te kunnen krijgen tijdens de slaap . Een aantal vormen van dierlijk gedrag, bijvoorbeeld het vluchtgedrag van dieren in aanloop van natuurrampen, laat zich het best vertalen als intuïtie. Het probleem van intuïtie is dat de verbale term vaak misbruikt wordt, als vervanging voor allerlei andere denkprocessen, zoals wensdenken - zie ook het commentaar van cartoonist Peter de Wit: Meer details over dit proces in gezond verstand , en meer uitleg hier . Jaloezie Jaloezie is een van de belangrijke menselijke drijfveren. Het is nauw verwant aan eergevoel en prestatiedrang, waarbij de eerste twee een positievere bijklank hebben. Je kan het verschil misschien zo definiëren dat de laatste twee voornamelijk uitgaan van de eigen prestatie, en jaloezie ook plezier geeft als het een ander minder gaat. De natuur hecht kennelijk aanzienlijk belang aan deze drift, dat ook deze variant voorkomt. De vermoedelijke reden daarvan is dat de de drijfveer factor belangrijk is voor de vooruitgang van de soort - meer daarover hier . Karakter Karakter is een term die veel voorkomt in het dagelijkse taalgebruik, maar minder in de psychologie als vak. Dat komt omdat karakter in feite een containerbegrip is, dat wil zeggen: er zitten diverse meer fundamentele kenmerken in verzameld - bijvoorbeeld als in: meisjes hebben een ander karakter dan jongens. Een paar van die meer fundamentele kenmerken zijn intro-/extraversie, gelijkmoedigheid/opvliegendheid, en dergelijke. Hoewel deze kenmerken in principe als onafhankelijk van elkaar gezien kunnen worden, lijkt het dat bepaalde kenmerken vaker voorkomen met bepaalde andere, welke correlaties men dan kan aanduiden met "karakter" - er weinig tegengestelde kenmerken voorkomen, spreekt men van een "evenwichtig karakter". Met het psycho-fysisch parallellisme (achter geestelijke processen zitten lichamelijke) als uitgangspunt zitten achter de fundamentele karakterprocessen overeenkomstige neurologische processen. Dat kan op meerdere niveaus: men kan fundamentele karaktertrekken associëren met de vele emotionele hersenorganen en suborganen, zoals men weet dat angst (voornamelijk) in de amygdala schuilt . En je kan ook verder gaan door karaktertrekken te associëren met de stoffen, die die organen uitwisselen en uitscheiden, de neurotransmitters - zoals de (nor)adrenaline bij de angst. Een van de directe gevolgen van deze aannames zou dat dieren, die de emotionele organen grotendeels met ons delen (met name de hogere, natuurlijk), ook een karakter zouden hebben. Wat tot voor een tiental jaren terug nog bijna universeel ontkend werd, maar waarvan nu voldoende bewijzen zijn gevonden . En de rol van neurotransmitters wijst op een nog fundamentelere bron van karakter, namelijk dat deel van het brein waar veel van die neurotransmitters vandaan komen: het reflexensysteem of hersenstam. Dit bepaalt mede één van de belangrijkste trekken van karakter: de voorkeur in de keuze van "vecht of vlucht"-gedrag. Het reflexensysteem heeft vier neurotransmitters: noradrenaline voor opwinding en angst, serotonine voor rust, acetylcholine voor afkeer en walging, en dopamine voor aantrekking en extase. Alle vier zitten in kernen die het hele brein bedienen. Het karakter zit voor een groot deel in hoe de invloed van de vier onderling en over de rest van het brein verdeeld is . Maar ook in de rationele delen van de hersenen, de cortex, blijken karakteristieke verschillen op te treden, hoewel men dan de meer technische term van "denkstijl" gebruikt - wat meer over een speciaal geval daarvan hier . De sociologische versie van "karakter" is "cultuur", wat eveneens bestaat uit een combinatie van eigenschappen, gekenmerkt door de relatieve sterktes binnen de combinatie . De cultuur bepaalt in hoge mate de manier waarop mensen met elkaar omgaan, oftewel het sociologische karakter. Dat maakt van het karakter weer een drie-lagenstructuur, als volgt: Grijs: reflexensystemen of fysiek karakter, rood: emotionele systeem of psychologisch karakter, geel: sociaal karakter. Kwaadaardigheid Over kwaadaardigheid zijn de meningen vrij sterk verdeeld, volgens de uit de sociologie bekende hogere-lagereklassen lijn: de lagere klassen hanteren de gezond-verstand versie van het begrip, de door de hogere klassen wordt aangeduid als "populisme": mensen die roven, stelen, moorden en kinderen doodrijden in een woonwijk zijn boeven. Net als verkrachters en pedofielen. Trouwens, net als Marokkanen die tasjesroven, scooters-stelen, winkels overvallen of juweliers doodschieten. De hogere klassen dienen daarin eerst verdeeld te worden in links en rechts. Roven en stelen vinden rechtsen slecht alleen als het om kleine bedragen gaat - kinderen in woonwijken doorrijden vinden rechtsen al minder erg als het niet hun eigen kinderen, omdat het recht van de automobilist voor alles gaat - een overheid die zaken als verkeersdrempels aanlegt, is "beknottend". Van verkrachters en pedofielen vinden rechtse hogere klassen ongeveer hetzelfde als de lagere klassen. De linkse hogere klassen hebben een geheel eigen theorie over kwaadaardigheid, omdat ze ook een heel ander idee hebben over de oorzaak van misdaad: dat is niet het gevolg van persoonlijke kwaadaardigheid, maar van maatschappelijke omstandigheden. Voor verschillende misdaden in misschien ietwat verschillende mate waar, maar links intellectueel gelooft heilig in de stelling dat misdaad bestraffen niet werkt - ze zeggen namelijk dat strenger straffen niet werkt - hoe laag de straffen ook zijn . Volgens de linkse hogere klassen bestaat er dus eigenlijk geen kwaadaardigheid. Dat lijkt vreemd omdat ze er, in tegenstelling tot de rechtse hogere klassen die de meest fanatieke rovers en stelers zijn, geen voordeel bij lijken te hebben. Maar toch is er een reden, en die is cultureel. Of psychologisch. Het linkse denken wordt gevoed door woordkunstenaars van de soort journalisten , commentatoren , presentatoren , enzovoort, en daadwerkelijke echte kunstenaars die zaken als boeken, schilderijen enzovoort maken. En hoe raar het voor sommigen misschien ook zal klinken, er is inmiddels een overvloed van bewijs verzameld voor de stelling dat tussen het hebben van een geest voor dit soort beroepen, de alfa-geest, en kwaadaardigheid . De verbinding is dat de alfa-geest een overdadige hoeveelheid waarde hecht aan "vrijheid", in de vorm van "alles moet kunnen":, en op een of andere perverse wijze blijkt daar voor de alfa's ook criminaliteit, en kwaadaardigheid in het algemeen onder te vallen. Een leven zonder criminaliteit, zonder kwaadaardigheid, vinden ze saai, inspiratieloos, burgerlijk, "een leven van voortuintjes en stoepjesschrobbers" enzovoort . Een ordelijk land als Zwitserland dat wat ordelijker is, wordt een koekoeksklokkenland genoemd . De houding van het linkse denken ten opzichte van kwaadaardigheid of het kwaad is veroorzaakt doordat het linkse denken plaatsvindt in de "intellectuele elite', en die intellectuele elite ernstig last heeft van "intellectualisme": het hechten volkomen ongezonde hoeveelheid belang aan het intellectueel denken boven het gezonde verstand. Door deze kennelijk niet te bedwingen neiging, kan het kwaad van het relativeren van het kwaad een kans krijgen in hun gestoorde geesten. Over de kwaadaardigheid van rechts kan men kort zijn: die moet je gewoon hun geld afnemen, en als het te erg is geworden, zoals in de jaren 2000 en 2010, er een aantal ophangen, of een soortgelijke daad - het is de enige reactie die voldoende ernst heeft om als tegenwicht te kunnen dienen voor de ernstige verlokkingen van geld- en machtswellust aan de top van de maatschappij. De enige reactie met de noodzakelijke signaalfunctie. Men denke hierbij aan mensen als Alan Greenspan, Loyd Blankfein, en George Soros. Liefst natuurlijk met een voorafgaand proces, maar het enige bewijs dat nodig is, is de hoeveelheid geld die ze aan de rest van de mensheid onttrokken en dus gestolen hebben. Dat is de manier om kwaadaardigheid aan te pakken. Kwalen Geestelijke kwalen komen net als lichamelijke kwalen voor in allerlei varianten en sterktes. Maar waar vrijwel alle lichamelijke kwalen zonder schroom besproken, wordt het bestaan van de meeste, of vrijwel alle, psychologische kwalen ontkent. De enige psychologische kwalen die men toegeeft zijn de ernstige, de ziektes, zoals schizofrenie en paranoia. Dat zijn de geestelijke equivalenten van kanker en hartziektes. De meeste lichamelijke kwalen zijn van minder ernstige aard, denk bijvoorbeeld aan huidontsteking, verkoudheid, en dergelijke. Dit soort kwalen komt veel meer voor dan de ernstige, natuurlijk (natuurlijk). Er is geen enkele reden om te veronderstellen dat dit bij psychologische kwalen anders ligt. Een groot deel van deze kleinere kwalen uit zich op verbale wijze. Om die reden is op deze site ook een deel over algemene semantiek , de leer van de betekenis van woorden, omdat de algemene semantiek een vorm van cognitieve therapie voor deze verbale kwalen is. Meer over de het verband tussen geestelijke ziektes en kwalen hier . Leren Het algemene idee van leren is dat je mensen iets vertelt of laat lezen, zij erover nadenken of het anderszins in hun bewustzijn opnemen, en het daarna in hun geheugen stoppen. Wel is redelijk bekend dat er nog een methode bestaat, lichamelijk voordoen: de haptische methode, bekend van sport en dergelijke. Deze laatste methode heeft nu een heel nieuwe dimensie gekregen door onderzoek aan de werking van de hersenen. Dat heeft laten zien dat bij het waarnemen van beweging van anderen, een deel van de hersenen de beweging naspeelt, in wat de spiegelneuronen genoemd wordt. Dat gaat zover dat zelfs de uiteindelijke doel van de handeling van begin af aan wordt waargenomen, en wel zonder betrokkenheid van het bewustzijn, dat pas later in het spel komt. Een andere relevante observatie is dat onthouden in aanzienlijke mate gebonden is aan ruimtelijke ervaring: het herinneren van een gebeurtenis gaat makkelijker in de ruimte waar het oorspronkelijk gebeurd is.. Op deze website is dat nog verder doorgevoerd in dat wordt aangenomen dat in de basale delen van de hersenen niet gewerkt wordt met losse waarnemingen, maar met complete reeksen van gebeurtenissen inclusief alle waarnemingen, bewegingen, enzovoort, onder de term "scenario's" . Het duidelijk dat als dat waar is, het leren ook het best gaat in zo compleet mogelijke scenario's - allang bekend is van geheugen- en rekenwonders dat die bij hun vaardigheden gebruik maken van associatie met zaken of personen of gebeurtenissen. Deze waarnemingen hebben grote gevolgen voor het begrijpen van de manier waarop vooral kinderen leren hoe ze met hun omgeving om moeten gaan. En het is aannemelijk dat vele hogere leerprocessen ook door deze meer basale processen beïnvloed worden. Onderzoekers noemen ook het verband met autisme. Lichaam De relatie tussen lichaam en geest is al bekend uit de oudheid, bijvoorbeeld van de oude Grieken met hun uitdrukking "Mens sana in corpore sana" . Ook in diverse religies en andere levensovertuigingen wordt gebruik gemaakt van de relatie. Voor gebruik hier moet daarbij vermeld worden dat dit geen één-op-één relatie is - het is een kwestie van "verhoogde kans op". Maar ook in de moderne psychologie wordt het bestaan van de relatie wel erkend. Van Nederlands eerste "media"-psycholoog, Piet Vroon, is de uitspraak bekend dat (parafraserend) "Drie rondjes hardlopen rond het blok is vaak effectiever dan uren therapie". Ook op deze website gebruiken we dus de relatie, als onderdeel van de algemeen semantische training . Meer over de relatie hier . Liefde Een veelgebruikte term toegepast op alle mogelijke vormen van aantrekking - in die laatste betekenis beter te vervangen door de term binding . De term "liefde" kan dan nauwkeuriger gebruikt worden voor die gevallen waarin ook seksuele aantrekking een rol speelt, wat een andere zeer voorkomende uitleg van "liefde" is. "Liefde" wordt ook vaak gebruikt als tegenhanger voor angst, maar de meer natuurlijke tegenhanger daar is "afkeer" - de tegenhanger van angst, staande voor vluchten of afstand nemen of "afstoting", is weer "binding". Een derde factor naast binding en seksuele aantrekking is empathie - waar "liefde ook gebruikt wordt in gevallen zonder empathie, acht men het in het gewone gebruik van de term weel een "hogere" vorm van liefde als er (veel) empathie is. Waar seksuele aantrekking zeer basaal is (komt bij alle diersoorten voor), en emotionele aantrekking vermoedelijk ook een rol speelt bij zoogdieren, is er bij de mens nog een derde laag: een aantrekking of overeenstemming op het rationele vlak. Deze wens of noodzaak tot overeenstemming op de drie lagen maakt de menselijke partnerkeuze een ingewikkelde en enigszins hachelijke kwestie, in de praktijk opgelost door relatief langdurige initiatierituelen en regelmatige wisselingen . Liegen Er zijn twee hoofdsoorten van liegen: de sociale en de rationele. Van sociaal liegen wordt algemeen aangenomen dat het noodzakelijk is om sociaal te kunnen functioneren - er zijn talloze situaties waarin je werkelijke mening, bijvoorbeeld als antwoord op een vraag, niet tot de gewenste resultaten leidt: "Wie is de allermooiste van de hele wereld?" heeft als enig redelijke antwoord niet de "objectief" mooiste vrouw van de hele wereld, maar de vrouw die het vraagt. In werkelijkheid is dit geen liegen, omdat de vraag ook niet een objectieve vraag is: er wordt niet gevraagd naar wie de mooiste vrouw van de wereld is, maar "Hou je (nog een beetje) van me?" Objectief liegen op het sociale vlak is meestal wel schadelijk, bijvoorbeeld in het geval dat je zegt van iemand te houden als dat niet zo is. Deze vormen van liegen slaan wat betreft deze website op de categorie "psychologie", want ze gaan over emoties. De rest, slaande op sociologische, economische en dergelijke interacties, wordt hier geschaard onder "rationeel liegen". De term "rationeel liegen" gaat uit van een vooronderstelling. Die vooronderstelling is het bestaan van een objectieve werkelijkheid - zonder objectieve werkelijkheid bestaan er alleen maar meningen. De denkwereld waarin er alleen maar meningen bestaan, is de denkwereld van de alfa's en gamma's - een wereld met een objectieve werkelijkheid is vrijwel uitsluitend bevolkt door bèta's. Het kunnen detecteren van liegen was dan ook heel lang een taboe-onderwerp - pas door het kunnen voorstellen ervan in plaatjes zijn de verbale vormen van weerstand enigszins verstomd . Minstens even groot als het taboe op het kunnen ontdekken van liegen, is het taboe op de mogelijke schadelijkheid van het (rationele) liegen. Tot het domein van het gezonde verstand behoorde wel de wetenschap dat veel-liegende mensen er bepaald niet aantrekkelijker op worden (The Portrait of Dorian Grey ). En mensen die wel kunnen liegen en toch er aantrekkelijk blijven uitzien, worden in de volksmond dan ook als extra gevaarlijk gezien - die schildert men bijvoorbeeld af als "Joris Goedbloed" types . De werkelijkheid is dus dat er op zijn minst een relatie is tussen liegen en talloze vormen van schade aan of disfunctioneren van de menselijke geest. Waarvan de meest gevaarlijke is dat de daders van aanvankelijk "kleinere" leugens heel vaak vervallen, met name bij confrontatie, tot ontkenningen gepaard gaande met ergere leugens . Met in zich de potentie van een zichzelf versterkend proces van het steeds meer leugens moeten vertellen. voor het ontstaan van deze meekoppelende vorm van liegen is het overschrijden van een drempel nodig, en als die overschreden wordt, lijkt dit op verschijnselen verwant aan psychopathie . De ernstigste schade van liegen ligt vermoedelijk in de potentiële neurologische gevolgen ervan. Vrijwel alle processen die het leven in stand houden zijn evenwichtsprocessen , die gebruik maken van terugkoppeling in de vorm van tegenkoppeling: wijkt de werkelijke toestand af van de gewenste, zeg "de koers", dan wordt er door tegenkoppeling terug gestuurd naar die koers . De tegenkoppeling verzwakt de afwijking. Er ontstaat een probleem als er ergens in die kring een omkering optreedt. Dan verandert tegenkoppeling in meekoppeling. En wordt de afwijking van de koers versterkt. Dit is ook het proces dat ten grondslag ligt aan vrijwel alle ernstige denkvalkuilen. Het proces van liegen leidt niet alleen tot valkuilen, maar door de meekoppeling ook tot dusdanige denkafwijkingen, dat er sprake is van storingen . Bij de "rationele" leugenaars zijn twee hoofdtypes te onderscheiden: zij die liegen uit eigenbelang, en zij die liegen uit ideologie, waaronder religie. De leugenaars uit eigenbelang doen dit door de invloed van het onderste deel van de hersenen, de hersenstam , waar ook de meest primitieve drift schuilt: die van lijfsbehoud. Merk op dat dit geen emotie is, maar een drift. Dit is dan ook zichtbaar in de groep die maatschappelijk staat voor het denken en liegen voor eigenbelang: de rechts-denkenden - in de politieke omgeving bekend om hun "harde koppen" - wat nog erger is voor hen uit de bedrijfsmatige omgeving . Men weet inmiddels ook dat ze sterke psychopatische trekken hebben - dat wil zeggen: er is iets mis met de controle van emoties over de driften. De tweede hoofdgroep is die van de ideologische leugenaars. Onderhouders van een ideologie , dat wil zeggen: een aantal vastomlijnde en vaak ook opgeschreven opvattingen die niet veranderen, moeten wel liegen omdat de werkelijkheid wel verandert, en op den duur in strijd is met hun vaststaande opvattingen. Met als archetypische voorbeeld dat van de platte aarde - niet de opvatting is fout (de aarde ziet er plat uit), maar het onveranderlijke eraan vasthouden. Meer recente ideologieën zijn "De Gelijkheid der Mensen" en de "De Gelijkheid der Culturen" . Voor beide hoofdgroepen geldt dat liegen schadelijk is. Voor de egoïstische variant is dat al duidelijk gemaakt: het is aan het uiterlijk af te lezen. Mensen met harde koppen zijn vrijwel zonder uitzondering ook ongelukkige mensen. Ook hier zit vaak en zelfversterkend proces achter: die mensen waren om één of andere andere reden al niet zo gelukkig, om om dat te compenseren gaan ze dingen doen voor hun eigen voordeel maar ten nadele van anderen. Waarvan de onbewustere delen der hersenen weer nog minder gelukkig worden (de mens is tenslotte een groepsdier). Enzovoort. Iets dergelijk geldt voor degenen die uit ideologische motieven liegen. Die maken zichzelf meestal wijs dat het voor een goed doel is - en vrijwel onveranderlijk blijkt dit ideologische goede doel bij nadere analyse een slecht doel te zijn - voor goede doelen hoeft niet gelogen te worden. Bij ideologieën als nazisme of communisme heeft men, sociologen en de rest van de politiek-correctheid, er geen enkel moeite mee om deze argumentatie toe te passen. Natuurlijk is ze even geldig voor de ideologieën die de sociologen en de andere politiek-correcten zelf aanhangen, zoals cultuurrelativisme, migratiefundamentalisme, kosmopolitisme en multiculturalisme. Wat alleen al bewezen wordt door de zonder meer aan het afwijkende grenzende (en over die grens heengaande) soort leugens dat men verkondigt in de discussies rond die onderwerpen . Er is dus een overduidelijke en harde relatie tussen liegen en slechte bedoelingen of een slechte geest - slechte bedoelingen leiden vrijwel altijd tot liegen en liegen is een vrijwel zeker teken van slechte bedoelingen . Een voorbeeld: zo langzamerhand iedereen weet dat economen, die beweren een wetenschap of studie te bedrijven, vrijwel uitsluitend dingen verkondigen uit eigenbelang , een vorm van slechtheid - hier is de andere kant van de relatie (Joop.nl, 28-01-2013, door Dan Ariely, gedragseconoom ) :
Maar dit geldt, in diverse mate voor het overgrote deel van de alfa- en gamma-sector, die zowel sterk is in liegen als in het onderhouden van ideologie . Waarna nog een stapje verder terug gemaakt kan worden, naar het geval van religie. In dit geval lijken de regels wat minder streng, maar dat is omdat het geval van religie ten opzichte van het geval van wetenschappers als sociologen en economen sterk verdund wordt door het grote aantal lekenaanhangers - waarvan een groot deel veel minder streng en principieel is. Neem je de religieuze elite, zou je vermoedelijk precies dezelfde soort relatie vinden als bij de alfa- en gamma-wetenschappers. Wat interessante consequenties heeft, omdat voor religieuzen de werking van de schade van hun ideologische opvattingen aan hun denken inmiddels wel wetenschappelijk is vastgesteld: die lijkt op de schade aan de verbinding tussen de hersenhelften . Met als vermoedelijke tussenstap dat de leugens noodzakelijk om religie te handhaven in een wereld die daar grotendeels mee in tegenspraak is, leiden tot het uitschakelen van zo veel hersendelen of het losmaken van zo veel verbindingen, dat het gelijk is aan fysiologische schade aan die verbindingen. Voor vele voorbeelden van leugens zoals gebruikt in de maatschappij en met name politiek en media, zie vanaf hier . Voor meer voorbeelden van het verband tussen liegen en geestelijke schade, zie hier . Macht Macht is niet zo zeer een psychologisch begrip als wel een sociologisch, omdat het over de invloed van één persoon op meerdere personen gaat. Het al dan niet hebben van macht is een voorbeeld van de situatie waarin meerdere psychologische eigenschappen tezamen een sociologisch effect hebben, dat wil zeggen: een sociologisch begrip of een sociologische kracht vormen. Tot die eigenschappen behoren onder andere slimheid, intensiteit, drang tot zelfbehoud, eigenwaan, emotionele expressiviteit, dominantie, en voortplantingsdrift. Volgens "kwade tongen" is de laatste factor de belangrijkste en volgens nog kwadere tongen de enige. En daar zit wat in, in dat machtige, of tegenwoordig dus rijke, mannen vrouwen kunnen krijgen die zonder die macht zeker volkomen onbereikbaar voor ze zouden zijn. Of dat laatste nu waar is of niet, in ieder geval is het zo dat het hebben van macht dusdanige voordelen met zich meebrengt, dat een hoog percentage (vooral mannen) er dingen voor doet die niet zonder negatieve gevolgen voor anderen zijn, met name hun concurrenten, en heel vaak zelfs zwaar negatieve gevolgen. Omdat in de huidige maatschappij dit soort situaties van het benadelen van concurrenten en anderen op in materieel opzicht positief kan uitwerken voor de betrokkene, vindt men in de huidige maatschappij in de groep machtigen mensen met meer negatieve dan positieve psychologische kenmerken, zoals diverse vormen van meedogenloosheid en zichzelf hoogachten. Meer over het machtsproces hier , voorbeelden hier en literaire illustratie hier . Man-vrouw In het kader van de vrouwenemancipatie is in de jaren zestig en langere tijd daarna gesteld dat man en vrouw gelijk waren . Dat is natuurlijk volstrekte onzin - de verschillen tussen man en vrouw zijn groter dan die tussen welke twee culturen dan ook. Middels min of meer bekend zijn de onderzoekjes, ook op televisie gedaan, naar verschil in ruimtelijk inzicht en rekenen (beter bij mannen), en het fijn-hanteren en taal (beter bij vrouwen). Zoals zo vaak was het middelpunt van de discussie het begrip IQ, omdat dat destijds het best te meten was. Daarin zijn geen noemenswaardige verschillen. Toch zijn er op vele terreinen die IQ-afhankelijk lijken meer mannen dan vrouwen in de top. De verklaring van deze tegenstrijdigheid is dat dat bij mannen de spreiding groter is: er zijn meer intelligentere, en meer dommere mannen (ook bij bijvoorbeeld zwakzinnigen). En de reden dat de natuur meer risico heeft genomen met de mannenhersenen dan met die van de vrouwen, is dat mannen in de jacht in de natuur altijd meer risico liepen, en dat de voortplanting van de soort meer afhangt van het aantal vrouwen. Waarbij de combinatie van de twee natuurlijk optimaal is voor de vooruitgang van de soort. Voor wat geschreven bronnen, zie hier - voor een gesproken vorm (Martine Delfos) zie hier of . Modulariteit Modulariteit is een term die staat voor het opdelen van een complexe te vervullen functie in diverse onderdelen die min-of-meer zelfstandig functioneren, en de resultaten van dat zelfstandig functioneren als samengevatte signalen aan elkaar doorgeven. Het dierlijke en menselijke lichaam is een uitnemend voorbeeld van modulariteit, met onderdelen als armen en benen (voor het voortbewegen, en de tientallen organen die deel uitmaken van het voedselverwerkingssysteem. Modulariteit is dus geen puur psychologische kracht of begrip. Het staat toch hier, omdat het vrijwel zeker ook van toepassing is op alle onderdelen van het psychologische functioneren. hetgeen voor het autonome zenuwstelsel ietwat minder zichtbaars is - de hersenstam doen zich van buiten voor als één lange "stok". Anatomische nadere beschouwing laat ook daarbinnen diverse onderdelen zien . Bij het emotionele zenuwstelsel ligt dat allemaal duidelijk: er zijn enkele tientallen goed onderscheiden organen met mooie namen als globus pallidus, amygdala enzovoort . De rationele of grote hersenen, de cortex, doet zich fysiologisch gezien voor als een homogeen geheel. Toch is het uiterst waarschijnlijk, en steeds meer aanwijzingen te vinden, dat ook hier sprake is van functionele modules, zoals bijvoorbeeld bij diverse vormen van uitval veroorzaakt door hersenbloedingen. Meer over de algemene modulariteit hier , over de modulariteit van het zenuwstelsel hier , en over meer specifiek de cortex hier . Mooi Net als intuïtie bestaat "mooi" of "schoonheid" er in de soorten "echt" en "misvormd" of "geperverteerd". De echte soort is een op uiterlijk gerichte intuïtie voor wat effectief en passend bij de evolutie is. Aangaande het uiterlijk van mensen is inmiddels wetenschappelijk vastgesteld dat wat als mooi wordt ervaren veel te maken heeft met symmetrie, en dat weer met genetische gezondheid. Zaken die al bekend zijn zolang als de mensheid bestaat, aangezien die mensheid er altijd naar gehandeld heeft. Maar die in de decennia sinds de Tweede Wereldoorlog taboe waren als expliciet besproken factoren, omdat de nazi's ze expliciet hanteerden. Maar "mooi" wordt ook buiten het menselijke uiterlijk gehanteerd, en heeft daar dezelfde waarde: wat wordt ervaren als mooi is in principe datgene dat goed past bij zijn omgeving, zijn taak, of anderszins in harmonie met zijn omgeving. In de vliegtuigbouw wordt expliciet onderwezen dat een mooi uitziend ontwerp een hogere kans heeft op zijnde een goed en effectief ontwerp, omdat de praktijk bewezen heeft dat die correlatie bestaat. Maar net als bij intuïtie is mooi een kracht die gemakkelijk verstoord wordt door bijvoorbeeld emotionele drijfveren, die vertaald worden als een esthetisch oordeel. Ook kan het heel makkelijk uit de hand lopen, zoals de pauwenstaart bewijst: de esthetiek van de mooie staart heeft daar het mannetje een belangrijke andere capaciteit doen verliezen: het kunnen vliegen. Muziek Natuurlijk gaat dit niet over de waardering van soorten muziek, maar over het raadsel waarom mensen überhaupt muziek waarderen. En dat het in (bijna) alle culturen lijkt voor te komen dus iets universeels in de menselijke geest is. Waarvan je dan dus ook iets lichamelijks kan maken. En hier, waar het om verbanden omhoog en omlaag gaat, iets neurologisch. Oftewel: kan er een verband gevonden worden tussen muziek en neurologie. Nu is het ook behoorlijk waarschijnlijk dat de muzikale ervaring plaatsvindt in de neocortex, de grote hersenen. De grote hersenen zijn speciaal ten opzichte van de overige hersenstructuren in dat het eigenlijk één groot vel is, ingewikkeld opgevouwd, met homogene structuur bestaande uit zes lagen van neuronen - de kleine hersenen lijken hier op maar dat vel heeft slechts drie neuron-lagen. Ook de muziek zelf heeft iets speciaal ten opzichte van andere waarnemingsindrukken, weten natuurkundigen en musicologen, en dat is dat het een periodiek verschijnsel is - iets met frequenties en met golfverschijnselen. Nu is er op deze website al een verband gesignaleerd tussen het waarnemen van golfachtige verschijnselen en neurologie in de structuur van het oog, met name het netvlies. Hier gaat het om de licht-donker patronen die door het oog worden waargenomen, en die niet als compleet beeld maar als als patroon-met-kenmerk naar de hersenen verstuurd worden, via de grote optische zenuw . Daarbij geldt: hoe regelmatiger het patroon, hoe simpeler het signaal dat naar de hersenen gaat. En die simpel signalen horen bij zich herhalende patronen wekken in de hersenen bijzondere gewaarwordingen op, zoals in de bekende optische illusies. Nu is van het netvlies bekend hoe het regelmatige patronen omzet in specifieke signalen: dat zit in de drie-lagige structuur. En zoals geconstateerd hebben de grote hersenen een zes-lagige structuur. Het is dus een redelijke aanname dat een een deel van de activiteiten van het vel van de grote hersenen ook bestaan uit het halen van patronen uit waarnemingsinformatie. Ook bekend is, voor bijna alle werkingen van de hersenen, dat er ook intern aangegaan wordt wat het effect van processen is, en als die effecten gunstig zijn gebleken, bijvoorbeeld door vergelijking met eerdere ervaringen, dat die processen dat een positieve waardering aan zich verbonden krijgen - de bekende "emoties". Is iets goed, dan worden we er blij van, is iets fout, dan worden we "angstig". Daarbij lijkt het in het algemeen ook zo te zijn, dat onregelmatigere en met name meer chaotische structuren een negatieve waardering krijgen, en periodieke een positieve - van sommige plaatsjes van optische illusies kunnen mensen "high" worden. En daarmee is het verband rond: muziek wekt plezierige emoties op, omdat het een verschijnsel is met een hoge mate van regelmaat en periodiciteit wat bij de analyse ervan in het zes-lagige vel van de neocortex veel detectiecircuits aanspreekt, die verbonden zijn met positieve waardering. Natuur De houding tegenover natuur kan je opsplitsen in twee extremen: degenen die met bomen praten, en degenen die dat waanzin vinden. Onderzoek heeft uitgewezen dat patiënten die in een ziekenhuis liggen, twee tot drie dagen eerder naar huis kunnen als ze op een boom of tuin uitkijken, dan degene die op een blinde muur of huizen uitkijken . Dat bewijst op onweerlegbare wijze dat als er een keuze gemaakt moet worden tussen de twee extreme houdingen aangaande natuur is, dat het de natuur-cynicus is die de gestoorde houding heeft - zoals te verwachten op grond van gezond verstand. De groep van natuurhaters worden voornamelijk bevolkt door twee subgroepen: de materialisten in de zin van de liefhebbers van geld boven al het andere, de homo economicus en de neoliberaal , en de zenuwzieke intellectuelen . En niettegenstaande de schijn, lijken ook nomadische culturen weinig op te hebben met natuur, maar misschien komt dat omdat de huidige varianten daarvan veelal uit de woestijn stammen, en dat is geen prettige vorm van natuur. De huidige hoofdvariant van de nomadische cultuur heeft waarschijnlijk niet toevalligerwijs ook sterke trekken van materialisme en zenuwziek intellectualisme, en toont dat in een sterke voorkeur voor torenbouw . De doodsvijand van de natuur is de wereld van Goldman Sachs . Negativiteit Er zijn diverse aanwijzingen dat negatieve gevoelens natuurlijk zijn: ze behoren waarschijnlijk bij het oude overlevingsinstinct om in het onbekende een potentieel gevaar te zien. Het is een overlevingsinstinct, omdat het de oude mens op de hoede deed zijn, wat zijn overlevingskansen in een gevaarlijke wereld vergrootte. Dit is iets dat de mens hoogstwaarschijnlijk gemeen heeft met minstens alle andere zoogdieren. Het uit zich ook in de gedachten die een mens heeft, waarvan volgens schattingen 70 procent negatief gekleurd is . Waar die negativiteit zichzelf gaat versterken, of anderszins uit de hand loopt, kan men dus gaan lijden aan diverse psychologisch kwalen, met aan de emotionele kant depressie , en aan de rationele kant Cynisme . Het feit dat die oorspronkelijk normale negatieve instincten uit de hand kunnen lopen, heeft waarschijnlijk te maken met het nieuwe van de mensheid ten opzichte van alle andere diersoorten die soortgelijke instincten hebben, namelijk zijn de overcapaciteiten van zijn brein, zie hier . Onbewuste Het onbewust is een verzamelnaam voor alle processen die zich buiten het bewuste afspelen. En aangezien steeds duidelijker begint te worden dat het deel van de hersenen dat direct betrokken is bij het bewustzijn bepaald niet het grootste deel ervan is, is "het onbewuste" eigenlijk bijna net zo vaag als "de geest". Het beste dat je er van kan maken is: al die invloeden die het bewuste van buiten lijkt te krijgen en weinig tot geen vat op heeft. En dan heb je het dus over zaken als intuïtie , gezond verstand , geweten en dergelijke. Ontwikkeling In de psychologie slaat de term ontwikkeling normaliter op die van het kind, bestudeerd door een apart vak genaamd ontwikkelingspsychologie - in feite is dit natuurlijk hetzelfde als de ontwikkeling van de hersenen. Het belangrijkste begrip daarin is dat het ontstaan van bepaalde vaardigheden bij bepaalde leeftijden dus groeifasen van de hersenen horen. - de meest genoemde naam hierbij is die van Piaget, die verschillende fasen van het jonge kind heeft beschreven. Moderne technieken die in de hersenen zelf kunnen kijken, hebben laten zien dat de periode van ontwikkeling zich uitstrekt tot in de twintiger jaren, hetgeen belangrijke consequenties heeft voor een aantal belangrijke zaken, zoals onderwijs . Opvoeding Opvoeding is een deel van het menselijke reproductieproces - de reproductie is namelijk pas voltooid als er een nieuw volwassen exemplaar is ontstaan. De opvoeding richt zich op een specifiek deel van dit proces: het volwassen worden van de hersenen. Het volwassen worden van de hersenen onderscheidt zich van het volwassen worden van andere delen van het lichaam dat het onmogelijk is zonder de directe steun van volwassen. Voor het volwassen worden van het lichaam is die steun ook nodig, maar indirect: de volwassen zorgt voor de beschikbaarheid van voedsel -maar helpt niet bij het spijsverteringproces. Kinderen die al op zeer jonge leeftijd verdwaald raken in de wildernis, kunnen lichamelijk overleven. Geestelijk niet, is inmiddels bewezen. Hun hersenen worden niet meer volwassen. Uit dit voorbeeld wordt ook meteen duidelijk dat dit niet de zichtbare fysieke toestand van de hersenen betreft, want ook die is dan wel "volwassen". Het gaat hier om hoe die hersenen werken - in computertaal: de programmering. De programmering van de hersenen is weer een heel nieuw terrein voor de natuur (we hebben het hier nog steeds alleen maar over natuurverschijnselen). Op nieuwe terreinen is die natuur gewoon methodes en "trucs"van eerdere terreinen te herhalen. Dus ook bij de programmering van de hersenen is er sprake van heel veel zelf-werk. Hetgeen ook moeilijk anders kan, want het gaat over gecoördineerde verandering van op zijn minst duizenden en naar de miljoenen onderdelen. Tegelijkertijd laat het voorbeeld van de verwilderde kinderen zien dat er een aantal stappen genomen moeten worden die de hersenen niet in hun eentje kunnen nemen. Dat is omdat de hersenen, temidden van alle lichaamsonderdelen, in een totaal unieke klasse zitten qua aanpasbaarheid. In volwassen toestand is die aanpasbaarheid een overlevingsvoordeel, tijdens het volwassen worden is die aanpasbaarheid een nadeel, want er is geen richting voor ontwikkeling - op kennelijk een aantal cruciale punten. En ook hier is het des natuurs dat die ontwikkeling niet volkomen geleidelijk gaat, maar met duidelijk zichtbare stappen gescheiden door periodes van langzamere ontwikkeling. Het menselijke opvoeden bestaat uit het aanbieden door de onvolwassen van dusdanige stimuli, dat tijdens de periodes van langzame groei die groei de juiste richting opgaat, en dat tijdens de periode van overgang, instabiliteit, er geen ongelukken gebeuren. In de praktijk wordt opvoeding geregeerd door twee nadere fundamentele evolutionaire krachten: voorzichtigheid en nieuwsgierigheid. Voorzichtig is die houding die voordeel brengt wegens het vermijden van gevaar en daarmee het levenseinde, en nieuwsgierigheid is die levenshouding die voordeel brengt in de vorm van nieuwe voedselbronnen en daarmee meer voortplanting. Beide hebben voordeel in verschillende omstandigheden, en kennelijk was het voordelig om snel te kunne overschakelen van de ene houding naar de andere, wat in vele soorten geresulteerd heeft in twee duidelijk te onderscheiden onderpopulaties: de voorzichtigen en de nieuwsgierigen. Hetgeen ook bij de mens valt waar te nemen. Het is duidelijk dat de opvoeding van de twee ondertitels langs verschillende lijnen moet verlopen. De voorzichtigen hebben, ten einde en meer veelzijdige persoon te worden, voordeel bij een stimulerende opvoeding, de nieuwsgierigen bij een meer remmende. Praktisch: sommige kinderen moeten naar het avonturenpark gestuurd worden, anderen zijn mee gediend met een harnas en een looplijn. Waarmee onmiddellijk duidelijk is dat er geen universeel recept bestaat voor opvoeding. En omdat voorzichtigheid en nieuwsgierigheid beslist geen sterk erfelijk bepaalde eigenschappen zijn, speelt dit zelfs binnen één enkel gezin. Waarna twee vormen van opvoeding meteen afgeschreven kunnen worden als voorbeeld van onzinnigheid: de dictatoriale opvoeding, zoals gebruikelijk voor de revolutie van de eind zestiger jaren, en de permissieve opvoeding van erna. De dictatoriale opvoeding, die buiten het westen nog volstrekt dominant is, kent veel te weinig ontwikkeling van nieuwsgierigheid. De dictatoriale opvoeding in bijvoorbeeld de hindoestaanse en de meeste Aziatische culturen heeft zijn weerslag in het onderpresteren op gebieden als creativiteit en inventiviteit. De permissieve opvoeding van na de eind-jarenzestig revolutie is duidelijk een vorm van doorschieten na een eerder extreem . Die opvoeding kent veel te weinig controle, wat zichtbaar wordt in verschijnselen als ordeloosheid en gebrek aan discipline - populair bekend geworden als "het korte lontje". In Nederland is het verschijnsel vermoedelijk het sterkst, en Nederlandse kinderen zijn in het buitenland dan ook berucht vanwege hun sociaal ongeremde gedrag. Net als veel volwassen Nederlanders, trouwens. De centrale term in dit alles is "zelfbeheersing" . Zelfbeheersing blijkt een bepalende factor voor later maatschappelijk succes te zijn. Zelfbeheersing gaat over de afweging van emotionele impulsen tegen de rationele, en kan dus slaan zowel op de emotie horende bij voorzichtigheid: angst , als die horende bij nieuwsgierigheid: overmoed. In zijn meest algemene formulering kan dus gesteld worden dat het doel van opvoeding is het aanleren van zelfbeheersing. Iets waar zowel de dictatoriale als de permissieve opvoeding opzichtig en hopeloos in falen. Voor wat praktisch voorbeelden, zie Praktijktips - voor gevolgen, zie hier . Overgewicht Het behoort tot de politieke-correctheid om al niet extreem overgewicht en obesitas los te zien van de psyche: "Ik word al dik van water". Iedereen met enig gezond verstand weet dat dit een leugen is, op een doodenkele uitzondering na. Met als volkomen sluitende argument: de overgewichtige persoon is ooit niet-overgewichtig geweest, en heeft alle tussenfasen welbewust doorlopen (overgewicht is lichamelijk lastig), en er voor gekozen er niets aan te doen. En als overbodige tweede: als mensen zodanig arm zijn dat ze weinig te eten hebben zijn, zijn ze niet overgewichtig. Het tweede dat iedereen beseft, is dat de karaktereigenschap die leidt tot overgewicht een negatieve of schadelijke eigenschap is - eentje die staat tegenover die eigenschappen waartoe ook behoort "zelfbeheersing" . Dit beseffen ook de politiek-correcten, want dit is natuurlijk de reden dat je niets mag zeggen over overgewicht: "Je zegt iets negatiefs over mensen en alle mensen zijn intrinsiek goed", volgens de politieke-correctheid. Van dit tweede verband is nu ook een bewijs geleverd, zie hier . Partnerkeuze Na overlevingsdrang vermoedelijk de meest belangrijke drift en neiging in de menselijke geest - volgens boze tongen zelfs de enige. Het belang ervan kan worden afgemeten aan de buitengewoon gecompliceerde manier waarop het proces, inclusief het resultaat van het krijgen van kinderen, bij de mens in zijn werk gaat, terwijl voor het bereiken van dat laatste niets meer nodig is dan dat, zoals bij de vissen, een mannetje zijn zaad over een bedje met eieren spuit, en met ruim meer nageslacht tot gevolg. De complicaties van de menselijke partnerkeuze zijn het gevolg van het moeten werken met drie niveaus, ten opzichte van het enkel van de vis. Naast het gemeenschappelijke niveau van het lichaam en autonome zenuwstelsel, zijn er bij de mens ook nog de emoties en het verstand die geschikte combinaties moeten vormen. De autonome geschiktheid is van belang voor de compatibiliteit van het immuunsysteem van moeder en partner en moeder en foetus, en wordt bepaald door geur en feromonen, dat laatste middels een apart orgaan in de neus. Er zijn tests gedaan die één op één een verband leggen tussen normaal uitgesproken voorkeur, en gemeten compatibiliteiten van het immuunsysteem: hoe aantrekkelijker een persoon gevonden werd, des te beter bleek het immuunsysteem te passen, qua maximalisering van diversiteit . De compatibiliteit van emoties is een bekende en veelbeschreven factor. De rol van het verstand wordt normaliter van ondergeschikt belang geacht, maar verbintenissen tussen partners met meer dan matig verschillende intelligentie zijn zeldzaam - hetgeen wijst op een invloedrijke rol. De selectie op compatibiliteit van is van belang omdat kinderen uit ouders met een aanvullend immuunstelsel zelf een beter immuunsysteem hebben, en dus een betere kans op een gezond leven. En dus weer beter en meer nageslacht. Men mag aannemen dat de selectie op emoties dezelfde achtergrond heeft: een hogere kwaliteit van nageslacht, net als die op verstandelijke compatibiliteit. Harmonie tussen de ouders betekent een langere relatie, dus een betere zorg voor het kind enzovoort. Een paar van de meer opvallende onderverschijnselen zijn verliefdheid en liefde. Het doel van verliefdheid is duidelijk: dat is het signaal vanuit de autonome en emotionele hersenen dat het andere individu een geschikte partner is. De verschijnselen zijn er allemaal op gericht om het individu te brengen tot gedragingen die de partnerrelatie tot stand brengt, ten eerste om het andere individu de boodschap en aantrekkelijkheid van een mogelijk partnerschap over te brengen, en inclusief de capaciteit tot het in mindere of meerdere mate overtreden van andere driften, emoties en conventies om toch het doel te bereiken. Omdat voor de mens het grootbrengen van nageslacht een langdurige en zware taak is, moet de keuze van de juiste partner van eminent belang - het proces van verliefdheid is zo intensief mede om de andere partij van het bestaan van een serieuze en diepgaande interesse te overtuigen. Daar waar het bij het immuniteitssysteem gaat om compatibiliteit van factoren binnen het immuunsysteem, gaat het zowel bij emoties, het karakter, als bij het verstand om soortgelijke overwegingen. Waarbij op dit tweede en derde niveau hoogstwaarschijnlijk steeds minder duidelijke en strenge regels gelden. De noodzakelijke minimale compatibiliteit op drie niveaus is wat het proces van de menselijke partnerkeuze zo ingewikkeld maakt. Voor de sociologische aspecten van partnerkeuze, zie hier . Pedofilie Pedofilie is een persoonlijke kwaal zonder belang voor maatschappelijke inrichting of iets dergelijke. Haar vermelding is omdat het een belangrijker psychologisch verschijnsel illustreert, namelijk dat van de glijdende schaal : (vrijwel) alle psychologische kenmerken zijn normaal verdeeld . Met hier het kenmerk zijnde de aantrekkelijkheid van de vrouw voor de voortplanting als functie van haar leeftijd. Hoe jonger een vrouw, hoe meer kinderen ze nog kan krijgen, dus hoe aantrekkelijker - puur volgens de evolutie. Bij pedofielen is dit proces naar een extreem doorgeslagen, en niet meer in evenwicht met de rest van de overwegingen bij de partnerkeuze. Pedofilie komt weinig voor, veel minder dan homofilie , bijvoorbeeld. En omdat pedofilie (ruim) onder de vijf procent scoort, valt het volgens de normale verdeling, als meer dan twee standaarddeviaties van het gemiddelde, onder de 'afwijkingen". Persoonlijkheid Persoonlijkheid is het verzamelwoord voor de combinatie van emotionele voorkeuren en houdingen van en persoon. Er zijn diverse manieren om persoonlijkheid te beschrijven, waarvan de meeste proberen ze uit te drukken als sterkte in bepaalde basisemoties of basiskenmerken - een van die methodes is beschreven hier . Pijn Bij een fictieve verkiezing van de meeste primitieve emotie, is pijn de belangrijkste kanshebber. Al bij de vroegste levensvormen, nog zonder zenuwstelsel, is gedrag van de vermijding van gevaar waargenomen, een gedrag dat hetzelfde is als het menselijke gedrag om een hand uit het vuur te trekken - je doet dat omdat je metabolisme, je lichaam, schade oploopt. In levensvormen met een zenuwstelsel wordt het signaal van mogelijk schade door neuronen doorgegeven, welke functie in wat hoger georganiseerde zenuwstelsels gegeneraliseerd is tot het signaal "pijn" . Daarna kon de organisatie een stap verder, waarin "pijn" voorzien kon worden, en dus vermeden. Leidende tot een nieuw signaal: "angst" - "angst is het voorzien van "pijn", van schade. "Pijn" is dus zeker primitiever dan "angst", en van het primitieve karakter van het laatste hoeft niemand overtuigd te worden. Pijn is dus mede een fysiologische functie, en maakt zeker deel uit van het autonome zenuwstelsel - de pijn-signalen worden getransporteerd om door de allang bekende en genummerde zenuwbanen van het ruggemerg. Snij zo'n zenuwbaan door, en weg is de pijn. En onmiddellijk zal dan ook blijken dat dit signaal onmisbaar is, omdat mensen per ongeluk dingen gaan doen die schade veroorzaken. Maar, zoals de natuur zo vaak doet: oudere mechanisme worden hergebruikt in nieuwe. Het emotionele zenuwstelsel, de emotionele hersenen, maken natuurlijk ook gebruik van het pijnsignaal - zoals bijvoorbeeld bij de "angst" . En op dezelfde manier is de functie ook terecht gekomen in de rationele hersenen, de cortex. Bij zaken die misgaan maar geen aanwijsbare lichamelijke schade veroorzaken, zeg scheiding, voelt men eenzelfde soort signaal en eenzelfde soort emotie als bij het snijden van de vinger - plastisch omschreven als "pijn in het hart". De manier waarop de natuur dat hergebruik implementeert is vermoedelijk de modulaire aanpak - de oude functionele delen worden middels signaalverbindingen ook ingeschakeld door de nieuwe, en de uitkomst ervan weer teruggevoerd naar de nieuwere modules. Voor dat vermoeden bestaan meerdere aanwijzingen - zo bestaat ongeveer tweederde van het volume van de grote hersenen uit verbindingen. Meer daarover hier. Dit hergebruik op meerdere niveaus is terug te zien in meerdere verschijnselen aangaande pijn, zoals het feit dat de ervaring, hoe fysiologisch ook, duidelijk beïnvloed wordt door emoties: angst leidt tot meer pijn, en zelfs het denken: sommige mensen lijken in staat pijn "weg te denken". Projectie De term "projectie" heeft meerdere betekenissen, waaronder de wiskundige van, bijvoorbeeld, een drie-dimensionale naar een twee-dimensionale beschrijving (van wereldbol naar wereldkaart), maar in de psychologie dichter staand bij de fotografische: het "projecteren van een bestaande afbeelding, foto of dia, op een scherm". In de psychologie gaat dat dan over "het beeld" dat en persoon heeft van een andere persoon of de werkelijkheid of delen ervan, op een ander persoon, enzovoort. "Empathie" en dergelijke zijn dus ook vormen van projectie. Zijnde allemaal processen die plaats vinden in de geest van de betrokkene. Naast deze neutrale betekenis is er ook eentje met negatieve connotatie, namelijk daar waar een persoon ideeën in de eigen geest "projecteert" op de afbeelding in zijn geest van een ander persoon - hij geeft die andere persoon eigenschappen die er niet zijn. Dat kunnen ideeën zijn die weer van elders stammen, of zaken slaande op zijn eigen ideeën - dat laatste wordt als de meest negatieve variant van het proces gezien. Dat laatste klopt ook met het waarneembare verschijnsel dat naarmate mensen door negatievere emoties beheerst worden, hun projecties, dan vrijwel altijd van de negatieve soort, meer op de eigen karaktereigenschappen gaan lijken. In extrema leidt dat tot het verschijnsel van het zelfportret: kwade of zich emotioneel of rationeel ernstige bedreigd voelende mensen, gaan van een tegenstanders beelden schilderen (het "Ad hominem" ) die sterk gelijken op de eigen negatieve eigenchappen. Waarvan vele zeer sterke voorbeelden hier . Psycho-fysisch parallellisme De opvatting dat iedere proces in de geest overeenkomt met een fysiek, biochemisch, proces in de hersenen. Er zijn voortdurend meer aanwijzingen voor de juistheid van deze opvatting, de laatste stroom komende van het gebruik van MRI-scans op de hersenen. Een aantal artikelen met betrekking tot het psycho-fysische parallellisme is verzameld hier . Een specifiek voorbeeld is de veronderstelling dat iedere van de basale emoties overeenkomt met een eigen chemische stof. Voor een zeer concrete aanwijzing, zie doorzettingsvermogen . Psychologiseren Psychologiseren is het algemene verschijnsel van het toeschrijven van handelingen of verschijnselen aan psychologische verschijnselen - in het normale gebruik van het woord, slaande op individuen, bedoelt men met het woord dat dit ten onrechte gebeurt. Er zijn ook levensvisies die lijden aan psychologiseren, meestal van de soort: "Een succesvol leven maak je zelf", en van Amerikaanse oorsprong. Psychopathie Psychopathie is het extreem van de ongevoeligheid voor de wereld, en/of de belangen van anderen, en/of de overschatting van de eigen kwaliteiten. Volgens pyscholoog-onderzoeker Robert Hare is of er sprake is van een cluster van specifieke eigenschappen en gedragingen waaronder gewetenloosheid, een volslagen gebrek aan empathie, een opgeblazen zelfdunk, egocentrisme, een ontbrekend schuldgevoel en een indrukwekkend vermogen om met gladheid, leugens en charme iedereen te manipuleren. Ook speelt de directe bevrediging van een behoefte een cruciale rol in veel van hun handelingen, terwijl de behoeften van anderen volledig worden genegeerd . Dat psychopathie gerelateerd is aan minder ernstige vormen van zaken als zelfoverschatting blijkt hier . Onder de groepen mensen die neiging tot dit soort gedragingen hebben bevinden zich niet alleen veel soorten misdadigers, maar ook diverse types bekend uit de top van de maatschappij - veel van deze karakteristieken komen overeen met die van de wens naar macht en in extremum machtswellust. Aangezien redelijk duidelijk is dat veel mensen met macht zijn behept met een machtswens of zelfs machtswellust, is het niet verbazingwekkend dat deze ook sterk scoren op psychopathische eigenschappen - geen zinnig mens met gevoel voor de medemens start een oorlog. Degenen die ook het item Uiterlijk hebben gelezen kunnen ook deze portrettengalerij raadplegen. Ratio De ratio is een psychologische kracht die zich onderscheidt van alle andere, in dat ze een veel strikte universele waarde heeft. Een muzikaal wonderkind geboren in India produceert andere muziek dan één geboren in Oostenrijk. Een mathematisch wonderkind geboren in India produceert dezelfde wiskunde als één geboren in Oostenrijk (en trouwens, net ontdekt, bij gewone kinderen ook ). Het archetypische voorbeeld van dat laatste is Ramanajan, zelf-onderricht onderwijzer in India, die uiteindelijk zeer belangrijk wiskundig werk heeft gedaan samen met mensen als Bertrand Russell. Als men de term "psychologische kracht" gelijk zou stellen aan "emotie", dat wil zeggen iets dat werkt op de middelste van de drie lagen , dan zou ratio dus zelfs geen psychologische kracht zijn. Het fundamentele verschil tussen ratio en emoties op het fundamenteel-psychologische vlak, of zelfs fysiologische vlak, leidt ook tot verschillen in algemene houding tegenover de wereld voor individuen die verschillend getalenteerd zijn in dit opzicht , tot verschillende gedragingen binnen de respectievelijke groepen, en tot afwerende en vluchthoudingen houdingen tussen zowel individuen als groepen, soms tot uitingen van vijandigheid leidende . Voor de grote meerderheid der mensen geldt dat gesteld voor de (onbewuste) keuze tussen emotie en ratio, men kiest voor emotie, zoals blijkt uit onderzoek , en spontane uitingen, zie de illustratie rechtsboven. Ze erkennen in stilte wel de extra waarde van de ratio, door bijvoorbeeld emotionele beslissingen "rationeel' te noemen terwijl ze dat niet zijn . Het gebruik van de ratio als dominante beslisser lijkt voorbehouden aan een vrij beperkte groep mensen , hoewel de overigen dat natuurlijk nooit zal erkennen - openlijk. Ze doen het wel impliciet, in negatieve kwalificeringen van die ratio-dominanten als "nerds", "autisten", enzovoort, aanduidende dat de betreffende mensen relatief minder belang hechten aan emoties - wat hetzelfde is als zeggen dat deze groep de rationelere mensen zijn - en volgens het drie-lagen model en de onderliggende evolutie: voorop in het pad naar de toekomst. Een vermoeden dat onderstreept wordt door het feit dat dit soort mensen het meeste werk hebben gedaan en doen aan wat de drijvende motor achter de vooruitgang is: (natuur)wetenschap en technologie. Reflexensysteem Het reflexensysteem is de meest basale van de drie hoofdlagen van het zenuwstelsel, de andere twee zijnde het emotionele en rationele systeem. Alledrie zijn dit beslissystemen, dat wil zeggen: ze gebruiken informatie afkomstig van het waarnemingsstelsel om te komen tot een bijpassende keuze van gedrag. Pijn, één van de belangrijkste stimulatoren tot en beslisfactoren in gedrag, wordt door sommigen gezien als een emotie, maar is een element van het reflexensysteem . De emotionele en rationele systemen bieden voor de meeste situaties een betere beslissing, zijnde de reden dat deze systemen geëvolueerd zijn. Maar dat wil niet zeggen dat het reflexsysteem daarmee volledig onbruikbaar of overbodig is geworden - was dat het geval, zou het al verdwenen zijn. De belangrijkste reden voor het blijvend bestaan van het reflexensysteem is dat sommige lichaamsfuncties niet vatbaar zijn voor betere beslismodellen, zoals de basale lichaamsfuncties als de bewegingsmechaniek, ademhalen, zweten enzovoort. Het reflexensysteem is als eerste verder onder te verdelen in tweeën: het ruggemerg, huizende, in verband met het belang ervan, in de wervelkolom, en de hersenstam, die zich voordoet als een verdikking daarbovenop - die laatst is in feite de allereerste vorm van wat je anatomisch gezien "hersenen" zou noemen (overzicht met de hieronder gebruikte termen ). Het ruggemerg bevat de bewegingsmechaniek, wat lijkt op een soort "electro-mechanisch" systeem, dat wil zeggen: het werkt voornamelijk met neuronen, de "elektrische bedrading" die werkt met voornamelijk met elektrische signalen , die mechanische onderdelen, de ledematen, aansturen. De coördinatiefuncties, zoals tussen onderarm en bovenarm, bevinden zich in kleinere concentraties van neuronen, die als ze wat groter en bolvormig zijn, aangeduid worden als "ganglia" of "knopen". In de hersenstam bevinden zich de voornaamste mechanismen om het lichaam als geheel aan te sturen, dat wil zeggen: hartslag, ademhaling, ontlasting, enzovoort, tezamen genoemd de "autonome lichaamsfuncties". De autonome functies worden voor een groot deel aangestuurd middels een chemisch-vasculair systeem, dat wil zeggen: chemische stoffen worden langs buizen of vaten verstuurd. De vaten natuurlijk zijn de bloedsomloop. De chemische stoffen zijn de stoffen bekend als "hormonen", met als meest bekende adrenaline: de stof die het lichaam in "alarmtoestand" brengt, klaar voor vechten of vluchten. Hormonen hebben vaak een dubbelfunctie: als "hormoon" in het chemisch-vasculaire systeem, en als "neurotransmitter" in het electro-mechanische systeem. In de vroege stadia van de evolutie was de hersenstam het enige systeem om beslissingen omtrent gedrag te nemen: de beslissingen van de soort "vechten of vluchten". Voor het overbrengen van die beslissingen zijn de hormonen ontwikkeld - de primaire bron van de meeste hormonen en neurotransmitters bevinden zich dan ook in de hersenstam, in de "raphe"-of "rand"-kernen. Waaruit je mag afleiden dat het centrum van de hersenstam, bekend als "reticular" of "netvormige" formatie, het oude beslissingsysteem is. Wanneer de hogere hersendelen gebruik willen maken van lagere lichaamsfuncties, doen ze dat meestal door passende, afgekorte, signalen te sturen naar het reflexensysteem, dat de details ervan afhandelt: er worden gewoonlijk geen gedetailleerde instructies gegeven omtrent het beweging van ieder onderdeel van de benen, maar het algemene signaal: "beweeg naar achteren" - het bewegingssysteem handelt de details af, zodat de hogere hersenprocessen zelfstandig verder kunnen werken. De emotionele hersenen doen voor een belangrijk deel hetzelfde wat betreft de uitkomst van hun beslissingen. Zij sturen een boodschap de hormonale delen van het reflexensysteem, dat de de rest van het lichaam aanstuurt - de adrenaline aanmaakt en in de bloedvaten pompt, enzovoort. Het emotionele beslissysteem geeft betere resultaten dan het reflexmatige, omdat het werkt op basis van eerdere ervaringen van het individu zelf, in plaats van evolutionair ontwikkeld en ingeprogrammeerd gedrag - het emotionele systeem kan "bang" (is: "gewaarschuwd") worden op basis van ervaringen. Met de komst van de rationele hersenen is deze relatie nog een keer herhaald. De rationele hersenen zijn ook de drager van bewustzijn, en de mogelijkheid om gedetailleerde ervaringen uit te wisselen met andere individuen, zodat het niet nodig is om zelf (pijnlijke) ervaringen te ondergaan om toch "gewaarschuwd" te zijn. Hetgeen dus nog meer mogelijkheden biedt tot aanpassen van beslissingen en gedrag aan actuele toestanden. Omdat er drie beslissystemen zijn die werken op verschillende manieren, hoeven de uitkomsten ervan niet identiek te zijn. Zo kunnen de rationele hersenen, die vaak denken de absolute baas te zijn over het gedrag van het individu, zich dus waarneming gewaar worden van gedrag dat stamt van "beslissingen" genomen door de emotionele en reflexmatige hersenen. In dat laatste geval is de oorzaak van dat gedrag vaak niet te achterhalen door de rationele hersenen - het komt van een laag te diep. In dat geval spreekt men wel van irrationeel gedrag - voorbeelden daarvan zijn "plotseling uitbarsten in tranen", waarbij het hier gaat om het "plotseling" (natuurlijk is er iets aan voorafgegaan maar dat lag buiten het waarnemingsveld van de rationele hersenen), en "zinloos geweld" - dat laatste is "zinloos" voor de rationele hersenen, maar heeft wel degelijk zin op het reflexmatige niveau" - het hoort op het "vechten of vluchten"-niveau. De gegeven voorbeelden kunnen moeiteloos uitgebreid worden tot vele anderen, wat laat zien dat het reflexmatige systeem nog steeds een belangrijk factor van invloed voor ons gedrag is. De term "impuls" of "impulsmatig gedrag" is vermoedelijk niets anders dan een beschrijving van deze invloed, voordat bekend was waar die invloed vandaan kwam. Oude kennis omtrent het oorsprong van en het eventueel min of meer bewust kunnen hanteren van het reflexensysteem en het bijbehorende gedrag, is de vermoedelijk de bron achter begrippen als "sjamanisme" (volgens Wikipedia (13-02-2013) : 'Kenmerkend is dat de sjamaan contact heeft met "een andere werkelijkheid".'), en meer algemeen een deel van "mystiek" (Wikipedia). Meer voorbeelden van "impulsgedrag" en analyse van hier . Het reflexensysteem is ook de meest fundamentele bijdrager aan een ander ondergewaardeerd psychologische begrip: het karakter - voorbeelden hier . Voorbeelden van hoe het reflexsysteem een rol speelt in het geheel van functioneren van het zenuwstelsel hier . Meer over het reflexensysteem hier . Religie Theoretisch: Geestelijke houding ontwikkeld ter bestrijding van diverse andere geestelijke processen, voornamelijk angst voor onzekerheid, zie geloof . Meestal bestaat religie uit het volgen van de uitspraken van een bepaald persoon, of anders een bepaald geschrift. Het kenmerk van een religie is dat de uitspraken van de betreffende persoon of geschrift worden gezien als de oplossing van alle levensvragen, en dat over die uitspraken geen discussie mogelijk is, dus ook niet aan verandering onderhevig zijn. Neurologisch: Een semi-permanent systeem van blokkades binnen de hersenen, dat zorgt dat diversiteit van waarnemingen worden gefilterd tot een beperkter aantal basale, de angstreflexen automatisch opgewekt bij conflicterende waarnemingen dempt en eventueel blokkeert . Bij een overdaad aan daadwerkelijke en conflicterende impulsen leidt tot beter functioneren, geassocieerd met een prikkeling van de genotscentra. Bij afwezigheid van een daadwerkelijk overdaad aan externe conflicterende impulsen leidt het proces van de filtering tot een inadequaat functioneren, onder instandhouding van de beloning. Omdat het in beide gevallen leidt tot beloning, is het proces semi-permanent en besmettelijk. Praktisch: In hun houding ten opzichte van religie zijn er vijf soorten mensen: de fundamenteel gelovigen, de gewone gelovigen, de ietsisten, de agnosten en de niet-gelovigen. De eerste leeft actief naar de leerstellingen van het geloof, de tweede belijdt ze maar leeft er niet naar, de derde belijdt niet de leerstellingen, maar gelooft wel dat er iets religieus (god, hemel) is, en de vierde gelooft helemaal niet in onveranderlijk leerstellingen. In de praktijk zijn de verschillen tussen de eerste twee groepen en de laatste twee groepen onbelangrijke ten opzichte van die tussen de tweede en de derde groep: gewone religieuzen staan veel dichter bij fundamenteel religieuzen dan bij ietsisten, en ietsisten staan veel dichter bij niet-gelovigen dan bij gewone gelovigen (hun hele praktische leven ziet er hetzelfde uit als dat van niet-gelovigen, en meestal ook hun beslissingen). Voor alle vormen van religie geldt dat het de primitievere vormen zijn van het meer algemene proces van ideologie , de aanname dat ideeën over de werkelijkheid werkelijker zijn dan de werkelijkheid zelf. Het gestelde over ideologie, dat het leidt tot diverse denkstoringen, geldt in verhoogde mate voor religie, tot aan die mate dat het de waarneming van de werkelijkheid verstoort op neurologisch niveau . Religie is daarin op zich niet veel meer schadelijk dan ideologie, maar het grote verschil is dat religie wordt aangeleerd in de jeugd en ideologie meestal op meer volwassen leeftijd, waardoor religie veel moeilijk is af te leren - daarvoor is typisch iets van vijf jaar intensief zelfonderzoek nodig . Een tweede effect van het op jonge leeftijd ingeprent zijn, is dat de denkt religieus dat zijn ideeën daardoor meer waarde hebben dan de ideeën die anderen op latere leeftijd hebben gekregen. En daardoor ook boven ideeën van anderen prevaleren. En daardoor ook zijn ideeën aan anderen wil opleggen, in het volgende verwoord in zijn meest empathische vorm (de Volkskrant, 14-12-2012, door Mark van de Voorde, publicist):
Waarin de religieus denkende beweert dat de maan tegelijkertijd van steen en van groene kaas is. Wat zo'n religieus doet die zijn religieuze privé-opvatting ook van toepassing verklaart op anderen, zoals in discussies over abortus, euthanasie enzovoort, is ook in de kaas-analogie uit te drukken: "Ik geloof dat de maan van groene kaas is en heilig. En omdat ík geloof dat de maan van groene kaas is en heilig, mag jíj geen groene kaas eten. Want groene kaas ís heilig". Als je schrijft dat geloof uiteraard een privé-zaak is, weet je dus eigenlijk wel dat je daarmee anderen niet mag lastigvallen. Maar dat lastigvallen wordt wel meteen verexcuseerd, het is 'wel met een maatschappelijke betekenis' - omdat het een diepere betekenis heeft:
Dus er zijn meningen, en er zijn 'de diepste overtuigingen van mensen'. Waarbij deze religieus oproept tot dialoog, wat natuurlijk onmogelijk is als er een fundamentele ongelijkheid bestaat in de waarde van meningen. Een fundamentele ongelijkheid die direct valt terug te voeren tot dit ene feit: religie wordt ingebracht, geïndoctrineerd, in de jeugd. En waarbij de kaas-analogie ook meteen laat zien: met een religieus valt niet te discussiëren. Een discussie met een religieus waarbij zijn religieuze opvattingen betrokken zijn, is als het voeren van een gesprek met iemand met een denkprobleem waarvoor nog vijf jaar therapie nodig is om het überhaupt onder ogen te kunnen zien. Overigens zijn er binnen alles wat er onder de term religie valt natuurlijk ook gradaties. Vuistregels daarbij zijn dat de westerse religie daarin ernstiger zijn dan de oosterse (Aziatische), en dat binnen de westerse hoofdreligies de volgorde van minder naar meer schadelijkheid voor de geestelijke gezondheid is: christendom, islam, judaïsme , en voor maatschappelijke schadelijkheid: christendom, judaïsme, islam. kern van die schadelijkheid zit erin dat het proces van terugkoppeling wordt uitgeschakeld, een proces waarvan duidelijk is dat het een van de kernen van het leven is . Voor meer details, zie hier . Schaamte Schaamte is de emotie die gevoeld wordt bij een aandrang tot gedrag, daar waar iets anders dat gedrag lijkt te voorkomen - zoals uitgedrukt in "je doet iets niet uit schaamte". Schaamte lijkt daarmee een zelfde soort geval als wat William James heeft opgemerkt over angst : het is een emotie horend bij basalere gedragsneigingen. Waarschijnlijk is de gedragsaandrang meestal van de individualistische soort, terwijl datgene dat het tegenhoudt te maken heeft met sociale codes. Het is waarschijnlijk een basale emotie voor alle groepsleven, want ook bij apen is het bekend, en er zijn sterke aanwijzingen dat de hond het in de interactie met de mens ook heeft. Het gebied dat het sterkst geassocieerd wordt met schaamte is seks. Het is duidelijk dat seks al een factor is op het niveau van het autonome zenuwstelsel - zelfs planten kennen een begrip "sekse". Een blik op de natuur leert dat voor de meeste diersoorten het een evolutionair kennelijk gunstige strategie is om voortplanting, dus de seksuele daad, min of meer gelijktijdig te hebben. Dus is het ook waarschijnlijk dat in de genen van deze soorten zit ingeprogrammeerd om de neiging te hebben zich te gaan voortplanten als soortgenoten zich gaan voortplanten. Als dat zo is, is het uiterst waarschijnlijk dat ook nog in het menselijke genenpakket zit, tezamen met de bijbehorende neiging van het autonome zenuwstelsel dat wij meegekregen hebben van de lagere diersoorten: seks verleidt tot seks. Maar in ons hogere emotionele pakket, aangepast aan veel latere vormen van groepsgedrag, zit ook dat we aangeleerd hebben trouw te zijn aan een enkele partner, vanwege de lange zoogtijd van met name de mensen diersoort. Die hogere emoties zorgen voor een tegenimpuls bij de neiging van seks leidt tot seks - de emotionele impuls die wij verwoorden als "schaamte". Dus á la James: het is niet zo dat we geen seks hebben als we het zien omdat we ons schamen, het is zo dat we ons schamen omdat we geen seks hebben als we het zien. Schuldtoekenning Het begrip "schuldtoekenning", oftewel: "Als je iets negatiefs overkomt, aan wie of wat wordt dit bij voorkeur toegschreven" is op deze website vele malen gebruikt, maar in de vele jaren dat ze bestaat is er nog nooit een onderzoek ernaar langsgekomen. Wel volkswijsheden als "Het is altijd iemand anders die het gedaan heeft", of "Waarvoor dient een partner? In de buurt te zijn om iemand de schuld te kunnen geven". Oftwel: er is sprake van een aanzienlijke hoeveelheid "oneigenlijke schuldtoekenning". Aanvullende informatie kan gehaald worden uit de mate waarin het tegendeel van "oneigenlijke schuldtoekenning" plaatsvindt. Dat valt namelijk onder noemers "verantwoordelijkheid nemen", zelfinzicht, enzovoort. Van al deze begrippen is bekend dat ze betrekkelijk tot zeer zeldzaam zijn. Dus zonder numerieke onderzoeksgegevens kan men hier wel stellen dat "oneigenlijke schuldtoekenning" ten opzichte van "eigenlijke schuldtoekenning" een ruime tot overweldigende meerderheid zal zijn. En wel meer naarmate de betrokken emoties sterker dus ook primitiever zijn. Dat oneigenlijk schuldtoekenning en (sterk) negatief effect heeft op persoonlijkheid en prestaties, behoort ook tot de volkswijsheid. Net als dat externe bevestiging ervan, zelfs indien in geringe mate, het effect dramatisch versterkt. Op deze website gaat het voornamelijk om de voor de sociologie relevante aspecten van psychologie. Het sociologische proces is in dit geval in principe een directe optelling van individuele psychologische processen. Meer daarover hier . Seks Niettegenstaande de vele en ingewikkelde verhalen over dit onderwerp gaat seks voornamelijk, dat wil zeggen: op plaats 1, 2, 3, en misschien nog meer, over voortplanting. Ook is het zeer waarschijnlijk dat seks in belangrijke mate een laag één proces is (zie de drie lagen ), op dezelfde manier als angst . Aanwijzingen zijn de dagelijks bekende en proefondervindelijk bewezen relaties tussen seksuele aantrekkingskracht en geur (geur is bekend als typisch laag één), en tussen de bewezen relaties tussen geurvoorkeuren en immuniteitseigenschappen, en de bewezen relaties tussen schoonheid en symmetrie, en die tussen symmetrie en gezondheid. De succes van de soort wordt in hoge mate bepaald door de hoeveelheid en kwaliteit van de voortplanting. Hierbij geldt de simpele regel: hoe meer nageslacht, hoe minder de zorg, en dus hoe minder de kwaliteitsbewaking. Bij diersoorten ziet men van laag tot hoog de hoeveelheid nageslacht, gemiddeld, voortdurend afnemen. Bij mensen ziet men bij het voortschrijden van de beschaving ook voortdurend het kindertal afnemen (kindertal is dus ook een maat voor beschaving, getuige het afnemen ervan bij toename van het onderwijsniveau van de vrouw). Bij de mens wordt de seksuele partnerkeuze bepaald door de vrouw, en boze tongen beweren dat ook alle anderszins gericht lijkende activiteiten van de man gericht zijn op het verkrijgen van een zo goed mogelijke vrouw (dus zo mooi mogelijk, dus zo gezond mogelijke, dus zo goed mogelijke kinderen krijgend, zie boven), en de activiteiten van de vrouw op het verkrijgen van een zo krachtig/machtig mogelijke man (die goed voor voedsel voor het nageslacht kan zorgen). De rest van het verhaal van seks is versiering (nog een enkele illustratie: de vruchtbaarheid van de vrouw bij verkrachting is twee maal zo hoog als bij de gewone paring; uitleg: verkrachting = geweld = kracht = gunstige genen ). Hoe ver dat allemaal gaat qua invloed op de rest van de levensstijl, staat hier . Slaap Slaap is geen menselijk maar een algemeen dierlijk verschijnsel, dat in ieder geval bij zoogdieren nauwelijks lijkt te verschillen van dat bij mensen. Van vele jaren geleden kent de redactie een verslag van een experiment met varkens die vele dagen uit hun slaap werden gehouden, en daar duidelijk "krankzinnig" van werden. Zeezoogdieren moeten voortdurend doorzwemmen, en hebben het slaapprobleem opgelost door de twee hersenhelften apart en afwisselend te laten slapen. hetgeen ook laat zien dat slaap ook één van de belangrijkste menselijke bezigheden is, zoals ook al volgt uit het simpele feit dat er een aanzienlijk deel van de beschikbare tijd mee wordt doorgebracht, dat wil zeggen, zo'n dertig procent. De reden voor de noodzaak voor slaap is minder bekend, maar een veelvoorkomend idee dat het gaat om de verwerking van ervaringen ondergaan overdag. Hier wordt dat idee ook overgenomen, met aan paar aanvullingen. Als eerste wordt aangenomen dat de verwerking van ervaringen een vorm is van het evalueren van voorspellingen. Die voorspellingen zijn de projecties aangaande mogelijke gebeurtenissen in de toekomst op basis van datgene dat tot dan toe is gebeurd. Dit soort projecties of voorspellingen zijn natuurlijk een groot voordeel en in sommige gevallen essentieel, ten einde op toekomstige gebeurtenissen te kunnen anticiperen en snel op passende wijze te kunnen reageren. Stap twee in de toevoegingen is dat dit proces in meerdere stappen gebeurt, opgesplitst naar urgentie: het waarnemen van een leeuw wordt als eerste geëvalueerd op het niveau van het direct afgaan van mogelijke vluchtroutes of andere handelswijzen. Ook van belang is om te weten of de plaats van ontmoeting toeval is of systematisch - in het laatste geval moet de plaats in de toekomst vermeden worden. Maar op het moment van de ontmoeting is dit minder urgent dan de keuze in vluchtroutes, die dan ook alle aandacht krijgt. De evaluatie van de gebeurtenis op langere termijnen kan later. Stap drie is de veronderstelling dat de evaluatie van latere gebeurtenissen door dezelfde modules gebeurt als die van de instantane. Dan zijn die modules overdag dus bezet met de korte-termijn verwerking van de directe ervaringen. Voor de lange-termijn ervaringen die minder urgent zijn maar toch wel belangrijk, dient dan "rekentijd" op gunstige momenten gereserveerd te worden. Dit is dan de "slaap" die plaatsvindt 's nachts omdat het instantane verwerken van gebeurtenissen dan veel minder urgent is. Waarbij die slaap het meest zichtbaar is door de roerloosheid van het individu dat slaapt. Een roerloosheid die geregeld wordt door een van de modules van de autonome hersenen: de pons . Wat de pons doet, is alle bewegingsimpulsen die het resultaat zijn van de verwerking van ervaringen in de evaluatiemodules botweg blokkeren - storingen in de pons leiden tot verschijnselen als slaapwandelen. Stap vier is dat die projecties en voorspellingen dus geen werkelijke gebeurtenissen zijn. De hersenen lopen er daarvan zo veel mogelijk af, want met een groot bereik heb je de beste kans om de juiste voorspelling te vinden. Een deel van die evaluaties wordt waarschijnlijk opgeslagen en gebruikt bij latere evaluaties, zodat het mogelijk is patronen te ontdekken in de combinaties van omstandigheden en mogelijke en werkelijk gebeurde gebeurtenissen. De voorspellingen maken deel uit van, of staan bekend als, het proces van "dromen". De grote reikwijdte van de voorspellingen blijkt uit de hoeveelheid "fantasie" aanwezig in dromen, en in de voor het bewustzijn vaak absurde combinaties van en in gedroomde gebeurtenissen. Net als de pons ervoor zorgt dat de signalen tijdens de slaap niet doorgegeven worden aan de ledematen, is er vermoedelijk een module die ervoor zorgt dat er geen signalen aan de langetermijn-evaluatie worden onderworpen tijdens het bewustzijn. Een pluspunt van deze beschrijving is dat ze ook andere verschijnselen in de hersenen kan meenemen zonder extra aannames - dat wil zeggen: ze voldoet sterk aan het principe van Occam's razor, oftewel: simpelheid van aannames . Eén zo'n verschijnsel is dat van hallucinatie - zoals stemmen in het hoofd, een relatief veelvoorkomend verschijnsel. Dit is dan het verschijnsel waarbij het proces van lange termijn evaluatie overdag plaatsvindt, tezamen met het bewustzijn - een equivalent van slaapwandelen. Het bewustzijn krijgt dan beelden (of geluiden) voorgetoverd die niets te maken hebben met zich in de werkelijkheid afspelende gebeurtenissen, maar met gebeurtenissen zich afspelende in de evaluatiemodules. Elders hebben we gezien dat het waarschijnlijk is dat de hersenmodules geen onderscheid kunnen maken in de bron van oorsprong van hun signalen , en die van de evaluatiemodules worden dus op dezelfde basis gewaardeerd als die uit de directe waarnemingsmodulus en bijbehorende organen. Komen er signalen uit de evaluatiemodules in het audio-verwerkingscircuit, dan hoort het individu "stemmen" net alsof ze echt zijn. En idem voor beelden, tezamen vallende onder de algemeen term "hallucinaties" . De ergere vormen, met name beelden, leidt ertoe dat het bewustzijn sterk tegenstrijdige informatie te verwerken krijgt, hetgeen natuurlijk ernstig verstorend en ontregelend werkt - voldoend aan de beschrijving van diverse ernstige geesteskwalen . Meer voorbeelden ter illustratie van het verschijnsel van verwarring van de oorsprong van signalen hier . De gevolgen van overbelasting van de evaluatiemodules zijn vermoedelijk onder andere verschijnselen als stress en depressie . Voor de neurologische onderbouwing van deze beschrijving, zie hier . Solipsisme Een van de meer bekende en erkende geestelijke kwalen die behoren tot het cognitieve deel van de geest. Solipsisme is het idee dat de wereld slechts bestaat in de geest van lijder aan de kwaal. Nu is het inderdaad waar dat het bewustzijn niet "kijkt" naar de werkelijkheid maar naar een afbeelding van de werkelijkheid gevormd, of betere: geconstrueerde, in het zenuwstelsel van het individu, maar de solipsisme neemt aan dat dit beeld alles is dat er is. En geen buitenwereld. Oftewel: de solipsist neemt aan dat dat beeld daar spontaan ontstaan is, met welke één-staps-niet-te-betwisten-doorredenatie het ook onmiddellijk duidelijk is dat solipsisme volstrekte onzin is. De volgende vraag is dan: "Hoe heeft het idee van "solipsisme" zo lang kunnen bestaan, dat Wikipedia spreekt 'een probleem in de geschiedenis van de westerse filosofie' ( , opgeslagen 16-10-2013)?". Dat kan natuurlijk alleen als een substantieel deel der deelnemers aan dat discours lijdt aan de kwaal, en een nog aanzienlijker deel van de groep die kwaal serieus neemt. Dan is de erop volgende vraag: hoe kan een zo groot van de groep der deelnemers aan het discours van "de westerse filosofie" lijden aan het hebben of het serieus nemen van de kwaal van het solipsisme, terwijl deze zo overduidelijk onzin is? De redenen van de laatste kunnen er vele zijn, maar ergens bovenaan de lijst staat dat het solipsisme een vervulling is van de wens om zichzelf een uniek persoon te achten. Om heel precies te zijn: het is de ultieme vervulling van die wens. Oftewel: het solipsisme is een extreme vorm van een algemeen spectrum van een bepaalde eigenschap. Die algemene eigenschap waarvan solipsisme de meest extreme vorm is, is natuurlijk het individualisme . Spiegelneuronen Neuronen zijn de cellen in de hersenen die onze acties aansturen: het afvuren van een neuron stuurt, via de zenuwen, het uitsteken van de tong - net als bij alle dieren. Spiegelneuronen zijn een bepaald soort neuronen, die afgaan bij acties waargenomen in de buitenwereld: zie je iemand zijn tong uitsteken, dan gaat het bijbehorende spiegelneuron af. Spiegelneuronen zijn dus een soort snelweg in het ervaren wat er in de buitenwereld gebeurd. In mensen lijken ze vooral nuttig te zijn bij het aanleren van mechanische taken ("moeder doet jong voor"), en het begrijpen van elkaars acties. Men neemt aan dat ze essentieel zijn voor sociale interacties, en hun bestaan verklaart ook dat veel van die sociale interacties, zoals verliefd worden en dergelijke, op zo razendsnelle wijze kunnen gebeuren : een groot deel verloopt via dit speciale, snelle mechanisme. Meer over het proces zelf hier - meer over het belang hier . Stotteren Stotteren is een storing in het proces dat een in het brein geformuleerde volzin opbreekt in de verschillende woorden, en die woorden achtereenvolgens naar het spraakcentrum stuurt. Daarmee lijkt stotteren op dyslexie, in dat dat laatste woorden opbreekt in letters, en die letters achteereenvolgens naar het schrijfcentrum stuurt. Voor verder uitleg zie dyslexie . Het grote verschil in psychologische perceptie is dat een fout in letters-schrijven automatisch gezien wordt als een "mechanisch" oftewel neutraal gebeuren, en een fout of aarzeling in woordvolgorde ook een begripsmatige impact heeft of lijkt te hebben, waardoor de stotteraar veel meer emotioneel geraakt wordt door zijn probleem dan een dyslecticus, en het probleem voor hemzelf zeer veel groter is. Met dus een tip voor de stotteraar: zie het zelf als uitsluitend een mechanisch probleem. Taal In de evolutie van de mensheid is het ontstaan van taal één van de belangrijkste fases. Het verschil met de uitwiseling van auditieve signalen zoals gebrul enzovoort is dat met taal min of meer abstracte begrippen overgebracht kunnen worden. Het essentiële aspect daaraan is dat individuen hun waarneming en beleving van de werkelijkheid kunnen overbrengen, hetgeen de mogelijkheid biedt het eigen wereldbeeld bij te stellen en te verbeteren. Het belang hiervan wordt mede geïllustreerd door het feit dat betrekkelijk weinig mensen dat echt effectief doen (in veel aspecten 5 procent en minder), in ieder geval na hun jeugd, maar de mensen die het wel doen grote veranderingen in de wereld hebben teweeeggebracht. In verband met dit belang ervan is er op deze website een hele aparte sectie aan gewijd . Wat meer over psychologische aspecten van taal hier . Terugkoppeling Terugkoppeling is een basaal concept of methode voor alle aspecten het leven, dat als eerste een essentiële rol speelt in de biochemie zorgende voor de groei en stabiliteit van de eerste organisaties van biochemische moleculen tot cellen, dan op het volgende niveau in het grotere lichaam, en dan in de organisatie van het zenuwstelsel, de neurologie . Hier gaat het om het niveau van de psychologie. In de psychologie is de meekoppeling-variant die daarvoor staat voor groei, meestal een verstorende factor: verslaving ontstaat doordat een ervaring een dusdanige reactie van "plezier" of herhalingsneiging oplevert dat het betreffende dusdanig frequent wordt, dat het schadelijk is - dit heet dan verslaving . Dit geldt dus niet alleen voor de traditionele "drugs", stoffen die indien ingenomen direct het zenuwstelsel stimuleren door het vrijmaken van neurotransmitters als dopamine, maar ook voor alle gedragingen die leiden tot het opwekken van diezelfde stoffen, zoals gokken, winkelen, enzovoort. Ook de meest van de lichtere psychologische kwalen hebben hun oorsprong in meekoppeling, de minst opzichtige maar daardoor misschien wel meest gevaarlijk zijnde die van de meekoppeling van de filtering van de waarneming: een waarneming overeenkomend met het wereldbeeld krijgt een positieve waardering, waardoor het wereldbeeld verandert in de richting van het filter, waardoor er meer filtering ontstaat van het wereldbeeld, enzovoort. Dit leidt tot de socio-psycholigische kwalen van religie , ideologie , enzovoort. Zie ook cirkels . De verstorende werking van meekoppeling kan gestopt en teniet worden gedaan door tegenkoppeling. Voor de lichtere en meestvoorkomende psychologische kwalen is daarvoor het meest effectief de terugkoppeling via het rationele systeem, "toegediend" langs de verbale weg door een psychotherapeut, onder noemers als cognitieve therapie . Voor de werkzaamheid van dit soort tegenkoppeling is de medewerking van de "behandelde" noodzakelijk, waarvoor als eerste vereiste is dat de betreffende persoon het probleem erkent - hetgeen kennelijk moeilijk is . Deze laatste drie constateringen zijn op vele manieren in de psychologie en psychotherapie geformuleerd, wijzende op het belang van het proces van terugkoppeling. Uiterlijk Psychologie is puur een kwestie van de geest, het innerlijk - en staat dus los van het uiterlijk. Dat is een keiharde leerstelling van de huidige psychologie, die meestal onderstreept wordt vanuit het ongerijmde, door te wijzen op mislukkingen als die van Lombroso (Wkipedia) . En om eventuele tegenspraak onmogelijk te maken, gebruikt men associaties met de praktijken van de nazi's. De stelling dat het uiterlijk onbelangrijk is, behoort ook tot het spectrum van politiek-correcte leerstellingen . Dat dit denkbeeld op dit moment op het psychologische vlak nog steeds bestaat is verbazingwekkend. Uit onderzoek bij dieren zowel als bij mensen is bekend dat wat ervaren wordt als schoonheid, in hoge mate samenhangt met symmetrie, en dat hang weer in hoge mate samen met genetische gezondheid. Kortom: waarom vinden iemand mooi: vanwege de belofte van veel en sterk nageslacht . Maar eigenlijk is het oordeel op uiterlijk nog fundamenteler . In de dagelijkse praktijk gebruikt natuurlijk iedereen in hoge mate het uiterlijk om psychologische inschattingen te doen, want we zien iemand eerst voordat we hem spreken - zie bijvoorbeeld het waarnemen van emoties , of denk bijvoorbeeld aan iets als liefde op het eerste gezicht . En volgens vele verder als betrouwbaar bekende mensen nemen we een heleboel beslissingen in de eerste 1 à 2 seconden dat we iemand zien . Daarbij zijn ook beslissingen of oordelen over iemands karakter . Die lieden zeggen dus in feite keihard dat we die beslissingen nemen op grond van uiterlijkheden. Buiten de mainstream psychologie is die realiteit natuurlijk al bekend genoeg - kijk bijvoorbeeld ook maar naar Hollywood . Daar waar het uiterlijk essentieel is voor psychologische inschattingen door individuen, en mensengroepen bestaan uit individuen, zijn inschatting op grond van het uiterlijk natuurlijk ook belang voor de sociologie. Meer daarover hier . Overigens kan dat ontkennen van het belang van het uiterlijk ook met behulp van het gezonde verstand afgedaan worden, door te roepen "Dan ziet men het zeker aan het innerlijk?!", te volgen door een smakelijke lach. Overigens nummer 2: indien direct erop aangesproken, zullen politiek-correcten hardnekkig ontkennen dat ze op uiterlijk afgaan - voor je het weet heb je het over ras. Maar laat ze lang genoeg praten, en de waarheid komt vanzelf naar boven - de auteur (mnl.) van het volgend artikel is één van de allerergste politiek-correcten bij de Volkskrant (de Volkskrant, 20-12-2013, door Toine Heijmans en Charlotte Huisman):
De koppeling met het uiterlijk, tot aan de politieke kleur toe ... En hier in de woorden van een ander politiek-correct iemand: schrijver Ronald Giphart, die een column heeft in het populair wetenschappelijk tijdschrift KIJK (nr.7-2013):
Wie ontkent dat het uiterlijk belangrijk is, is een zeer ernstige kwezel op vele niveaus. Valkuil De term valkuil heeft zijn origine in de aloude jagers- en krijgerstruc om in een bospad een kuil te graven en dit onzichtbaar met takken en dergelijke af te dekken, zodat de niets vermoedende pad-beganer als slachtoffer "in de kuil valt". In de psychologisch context hier zijn een aantal deze elementen terug te vinden. Maar eerst een beschrijving van het psychologische proces achter de typische valkuil. De meeste en vermoedelijk alle psychologische toestanden zijn het resultaat van twee of meer elkaar tegenwerkende meer elementaire processen, die tezamen zorgen voor een min of meer stabiel evenwicht . Die meer elementaire processen zijn op zich ook weer onderhevig aan invloeden, die het proces kunnen versterken of verzwakken. Neem als voorbeeld een versterking van zo'n elementair proces wat leidt tot een verschuiving van het evenwicht. Stel nu dat de verschuiving van dat evenwicht op zich weer leidt tot een verdere versterking van het elementaire proces. Dan verschuift het evenwicht nog verder, het elementaire proces wordt weer versterkt, enzovoort. Waarmee we een cirkelvormig proces hebben gekregen , en wel één van de soort dat zichzelf versterkt (in vaktermen: positive feedback ). Het resultaat is dat de oorspronkelijke evenwichtstoestand steeds sneller verandert (het is een niet-evenwichtstoestand geworden, wat ten opzichte van normale processen ook meestal razendsnel gaat, en uiteindelijk, onder invloed van vaak andere tegenkrachten, weer leidt tot een nieuw en sterk veranderd evenwicht (methoden). Afgekort: de toestand is van het ene niveau razendsnel verandert naar een ander niveau - en als je dat tweede niveau als "lager" betitelt, wat het na dit soort cirkelprocessen vaak is, ben je dus "gevallen". Deze algemene omschrijving laat zich direct vertalen naar allerlei psychologische processen: als iemand een laag zelfbeeld heeft, gaat hij daardoor vaak fouten maken. Als daardoor zijn zelfbeeld verder afneemt, en maakt hij daarna nog meer fouten - enzovoort. Vertaald: iemand met de neiging zijn zelfbeeld naar beneden bij te stellen bij het maken van fouten, heeft een valkuil. Het is duidelijk dat deze beschrijving slaat op vrijwel zaken die men in psychologische zin aanduidt als "valkuilen" . Het slaat ook op een aantal zaken die niet die naam hebben. Religie is een reactie op de onbekendheden van het leven, en de daardoor opgewekte angsten . Zodra die religie waste waarden gaat formuleren, zal de nu eenmaal veranderlijke werkelijkheid op een gegeven moment gaan afwijken van die vaste waarden. De afwijking van de vaste waarden kan ook weer angsten oproepen (en doet dat vrijwel altijd) waardoor de behoeft aan religie en vaste waarden toeneemt - en de werkelijkheid nog eerder en meer afwijkt, enzovoort. Kortom: religie is de valkuil van de angst voor het onbekende . En iets dergelijks geldt natuurlijk voor alle vormen van ideologie . Verliefdheid Het doel van verliefdheid kan afgeleid worden uit het erbij horende waarneembare gedrag: het is het signaal vanuit de autonome en emotionele hersenen dat het andere individu een geschikte partner is. De verschijnselen van verliefdheid zijn er allemaal op gericht om het individu te brengen tot gedragingen die de partnerrelatie tot stand brengt, ten eerste om het andere individu de boodschap en aantrekkelijkheid van een mogelijk partnerschap over te brengen, en inclusief de capaciteit tot het in mindere of meerdere mate overtreden van andere driften, emoties en conventies om dit ultieme doel te bereiken ("de dwaasheden van verliefdheid") . Meer hierover onder partnerkeuze . Verslaving Verslaving lijkt in hoge mate op een valkuil , zie de uitleg aldaar, in dat een valkuil het zelfversterkende proces is dat het hellende vlak van de valkuil vormt, terwijl als "verslaving" het zelfversterkende proces ervoor zorgt dat je op de bodem van de valkuil blijft. Kenmerkend voor de term "verslaving" is bovendien dat het zelfversterkende proces steeds meer ten koste gaat van andere levensprocessen, met overeenkomstige weerslag op het functioneren van de persoon - één voor één vallen andere, voornamelijk sociale, functionaliteiten uit, vaak samengevat in de term "afglijden" . Merk als eerste op dat hier geen enkele invulling is gegeven aan het specifieke zelfversterkende proces - het geldt in principe voor allemaal . En merk als tweede op dat vrijwel alle en mogelijk alle zowel lichamelijk als geestelijke functies gebouwd zijn op teruggekoppelde processen , waarin ook versterkende factoren een rol spelen, en dat ze dus allemaal gevoelig zijn voor het verschijnsel van "valkuil" en "verslaving". Dit verklaart de schier eindeloze variatie in verslavingen die alleen maar toe lijkt te nemen met de voortgang van de menselijke beschaving: ontwikkel een nieuwe computergame, en je hebt meteen weer nieuwe verslaafden. Binnen het spectrum van verslavingen zijn er ook variaties in de mate waarin men aan de verslaving vastzit. Iets dat direct het genotscentrum (nucleus accumbens ) stimuleert, zoals uitgetest bij ratten, leidt tot volstrekt hopeloze verslavingen. Het innemen van stoffen die de met genot geassocieerde neurotransmitters vrijmaken, stoffen als heroïne, cocaïne enzovoort, veroorzaken zware verslavingen door hun indirecte uitwerking op de emotionele organen - deze zijn slecht door uiterste inspanningen van de verslaafde zelf te bedwingen . Individuele gedragsverslavingen zoals gokken, gamen, geld en shoppen zijn wat minder diepgaand vastgelegd, omdat ze meer via het "rationele" onderdeel van de hersenen, de cortex, lopen. En dan zijn er nog de psycho-sociale verslavingen, waarvan de belangrijkste grotendeels via het rationele deel lopen, zoals daar zijn religie, ideologie en aanverwante. Deze zijn het minst ernstig qua biochemische processen, maar desalniettemin moeilijk te bestrijden omdat ze voor een belangrijk deel binnenkomen via de sociale omgeving, en afkicken ervan deels ook een breuk met de sociale omgeving betekent. Hetgeen het sterkst geldt als de verslaving wordt ingeprogrammeerd tijdens de jeugd, zoals meestal bij religie, in welk geval een afkickperiode van rond de vier jaar als norm blijkt te gelden . Vrije wil Het hebben van een vrije wil wordt beschouwd als een van de meest kenmerkende eigenschappen van de mens, dat hem plaatst boven andere diersoorten. Het is tevens de meest overschatte. In de praktijk vertoond de mens nauwelijks meer vrije wil dan een aap in een dierentuin, zoals blijkt uit de voorspelbaarheid van veel gedrag . Zo is alle gedrag dat gebaseerd is op zijn verlangen om zichzelf materieel zo goed mogelijk te voorzien, dus ook alle zaken waarvoor de inspiratie geld is, gebaseerd op het primitieve instinct van overlevingsdrang, waar geen enkele vrije wil aan te pas komt - anders deed men het ook niet, omdat inmiddels duidelijk genoeg is dat het geestelijk ongeluk brengt. Dat laatste betekent dat geen zinnig mens met een vrije wil de keuze voor het materialisme zal maken, en dat de mens dus die vrije wil niet heeft, gedwongen als hij is door zijn instincten. Het laat tevens zien dat de meeste mensen leiden aan een aanzienlijk gebrek aan gezond verstand . En degenen die er minder last van hebben, zijn dan nog vaak zo druk bezig dit te bewijzen, dat dat ook nauwelijks nog vrije wil genoemd kan worden. Dat laatste vinden we vooral veel bij min-of-meer creatieve alfa-intellectuelen . Tussen twee haakjes: daar waar vrijwel iedereen gelooft in de volledige vrije wil, verandert bovenstaande niets aan de situatie rond de beoordeling van bijvoorbeeld misdadig gedrag: zowel niet-misdadiger als misdadiger hebben dezelfde beperking, en dus blijft de misdadiger even verantwoordelijk. Pas als een substantieel deel der mensen in de beperkingen van de vrij wil overtuigd is, kan de beoordeling van misdaad bijgesteld worden. Maar dat wil allemaal niet zeggen dat er principieel geen vrije wil bestaat - alleen is ze beperkt tot mensen die hun rationele hersens wensen te gebruiken . Wat dus niet geldt voor degenen die beweren dat er principieel geen vrije wil bestaat, zoals in de jaren 2010 bekende psychologen en auteurs als Viktor Lamme en Dick Swaab . Wilskracht Wilskracht is de "positief geformuleerde kant" van het proces waarvan de "negatieve" kant zelfbeheersing is. "Zelfbeheersing" gaat over het niet laten heersen of overwinnen van emoties over ratio, en wilskracht gaat over het laten heersen van ratio over emoties. Beide gaan dus over dat deel van de hersenen dat de balans tussen ratio en emoties regelt, wat (vermoedelijk) is de cingulate cortex en/of omliggende structuren. Van zelfbeheersing is bekend dat het ontwikkelt rond het vierde levensjaar en daarna redelijk constant blijft of een lichte groei vertoont. Voor wilskracht geldt vermoedelijk iets dergelijks. Omdat wilskracht een positieve kracht is, kan er vermoedelijk meer mee bereikt worden dan met zelfbeheersing. Waar zelfbeheersing al zo belangrijk is, is wilskracht dat vermoedelijk nog meer. Het is ook niet ongebruikelijk om de hoogste en meest wonderlijke menselijke prestaties toe te schrijven aan wilskracht. Op het neurologische niveau is wilskracht dus vermoedelijk de mogelijkheid en capaciteit om vanuit de ratio, de cortex, de onderliggende emotionele en zelfs reflexmatige delen van het brein aan te sturen. Veel van de beheersingstechnieken bekend uit de oude Aziatisch wereld zijn vermoedelijk gebaseerd op deze capaciteit. Wat meer details en een voorbeeld hier . Woordgebruik Het hoeft nauwelijks betoog dat veel psychologische processen ten nauwste verbonden zijn met woordgebruik - misschien is het zelfs wel geldig om een onderscheid te maken tussen de zware en licht psychologische problemen als die primair veroorzaakt door biochemische factoren, en die veroorzaakt door fout woordgebruik, waarbij "fout" staat voor een foute relatie tussen woorden (externe en de interne verbalisaties van gedachten), en de werkelijkheid. Dat laatste toont ook meteen de nauwe band tussen therapieën als cognitieve therapie, en de theorie van de algemene semantiek , een relatie die men ook goed kan zien zodra het praktisch wordt . Wraak Wraak is, net zoals de (meeste) andere emoties, het extreme uiterste van een heel spectrum - een glijdende schaal . Dat spectrum gaat over de reacties op daden van anderen die het individu schade berokkenen. De nadere kant van dat spectrum is ook bekend - dat is "het toekeren van de andere wang", een begrip dat cultuur is binnengedrongen via de christelijke godsdienst. Dat "toekeren" wordt hier beschouwd als een afwijking - op zijn minst even erg als "wraak" normaliter gezien wordt. Dat wordt door het gezonde verstand van de gewone burgers nog goed beseft, in de vorm van het gezegde "Al te goed is buurman's gek" . Tussen "wang toekeren" en wraak zit dus een ruim middenveld. In dat midden is het voor het overgrote deel zo dat de reactie op de beschadigende daden van anderen een goede zaak is. Het is één van de manieren om ervoor te zorgen dat die beschadiging niet herhaald wordt. Oftewel: "wraak" is het uiterste van het veld van "correctie" of "straf" . Van deze gezonde emotie is wraak dus de extreme en schadelijke variant. Maar ook deze komt in verschillende sterkst. Bij de Europese volken is dat van oudsher beperkt tot het vergelden van een moord met een moord op de dader. Verder naar het zuiden, beginnende in de Balkan en met name een land als Albanië, breidt zich dat steeds verder uit naar de rest van de sociale omgeving: niet alleen de dader van de moord, maar ook zijn directe familie wordt beschouwd als een legitiem doewit. Een hoogtepunt bereikt het verschijnsel wraak in het Midden-Oosten, waarvan we nu aan den lijve de islamitische variant ondervinden, middels het proces van immigratie . Maar ook het joodse volk heeft het verschijnsel op zijn minst gekend - haar godheid is duidelijk van het wrekende type. Want dat idee van de andere wang is afkomstig van de rebelse jood bij ons bekend als Jezus Christus, die dit ongetwijfeld bedacht heeft in reactie op de cultuur van wraak in zijn eigen sociale omgeving. Het sociologische equivalent van wraak, in de gezonde vorm, is tit-for-tat . Zelfbeheersing Zelfbeheersing is altijd al een teken van beschaving geweest, in die streken waar een zeker niveau van beschaving heerst. Aan dat oordeel van gezond verstand en intuïtie is nu ook een wetenschappelijke onderbouwing gegeven, middels het zogenaamde "marshmallow"-experiment: een kind wordt alleen gezet achter een tafeltje met daarop een marshmallow, met de belofte dat als het er een kwartier niet van snoept, het er twee krijgt - een experiment in uitgestelde bevrediging dus. Kinderen (ruim) onder de vijf lukt het niet, en er (ruim) boven altijd. Op de leeftijd van circa vier ligt dus de grens waarin de rationele overweging het gaat winnen van de instantane emotionele bevrediging. Het experiment stamt uit de jaren zestig. De grootste verrassing kwam pas later, toen men op het idee kwam om te kijken wat er van de kinderen uit het experiment geworden was. Er bleek een sterke correlatie tussen de mate van getoonde zelfbeheersing, en maatschappelijk succes op veel latere leeftijd. Zelfbeheersing, en wat daar aan vast zit, blijkt dus een cruciale factor. Dat "wat eraan vastzit" is hoogstwaarschijnlijk van fundamenteler neurologische aard. De neiging tot het directe snoepen komt van de emotionele hersenen - de middels van de drie hoofdlagen in de ontwikkeling van het brein. De neiging tot het afwegen van voordeel in de toekomst hoort tot de hogere laag, de cortex. Het vermoeden bestaat dat de afweging tussen de twee wordt gemaakt in de hersenstructuur die zich ook qua locatie tussen deze twee bevindt: de cingulate cortex . Het al snel je goed kunnen beheersen wijst dus op extra goed functionerende cortex of een extra goed functionerend afwegingsmechanisme. Beide zijn natuurlijk voordelig op allerlei terreinen. leidend tot gemiddeld veel meer maatschappelijk succes. Maar daar waar het ook tot de gezond-verstand kennis behoort dat de neiging tot zelfbeheersing mede een kwestie is van aanleg, is het volgens diezelfde ervaringen ook iets dat wel degelijk door training verbeterd kan worden. Welke constatering leidt tot de zoveelste aanwijzing dat deze instantie lange reeks ideeën ingeburgerd met de revolutie van de eind-jaren zestig : de permissieve opvoeding , ook al een bijzonder slecht idee is. Waarvan een bijzonder objectieve maatstaf is: het gemiddelde gewicht van de bevolking - en dat als sinds de jaren 1990 steeds sterker toe. Iedereen weet wat gezond voedsel is, en slechts 10 of 20 procent leeft ernaar . De rest heeft onvoldoende zelfbeheersing. Meer over de interactie tussen zelfbeheersing en het huidige maatschappelijke denken hier - meer over de relatie met opvoeding hier . Zingeving De vraag naar de zin van het bestaan wordt wel de ultieme menselijke vraag genoemd. De vraag kan in principe met een een enkele opmerking worden afgedaan: Stel dat je de zin van het bestaan zou weten, wat dan? Dan is namelijk onmiddellijk duidelijk dat het weten van de zin van het bestaan, het bestaan onmiddellijk van het grootste deel van haar zin ontdoet. Het weten van de uitkomst van een spel verpest de lol in het spelen ervan voor de meeste mensen. Slechts een enkeling kan het spel spelen om het spel . En die enkeling heeft sowieso al weinig belangstelling voor de vraag naar de zin van het bestaan. Ook heel illustratief is als je de vraag zelf wat verder gaat ontleden, een idee dat opkwam naar aanleiding van het uitkomen van een boek onder de titel "Why does the world exist?" (2012, auteur Jim Holt). Als je die vraag wilt beantwoorden, moet je eerst weten waarover je praat. Een korte uitleg van de drie basistermen: - "the world" is iets dat voor een individu niet bestaat, want hij kent alleen maar zijn eigen zintuiglijke waarnemingen - "the world" is het product van communicatie tussen die individuen en een overeenstemming over en (hopelijk) in die waarnemingen. - "exist" is een werkwoord, en beschrijft de mogelijkheid om iets te verifiëren: iets "exists" als je iets kunt waarnemen, of laten zien dat het aannemelijk is dat anderen dat hebben waargenomen of kunnen waarnemen. De maan "bestaat" omdat je naar de horizon kan wijzen en zeggen tegen je jachtgenoot: "Straks komt daar een grote gele ronde kaas tevoorschijn". En die kaas komt dan inderdaad tevoorschijn. - "why" is een term die twee andere termen verbindt, bijvoorbeeld "banaan" en "krom" in "Waarom zijn de bananen krom?". In meer wetenschappelijke termen is dat de vraag naar "causaliteit" - twee zaken zijn causaal verbonden als het één noodzakelijkerwijs het andere aanroept, meestal verbonden in tijd: eerst "dit", dan "dat" (verbondenheid in plaats is meestal wel duidelijk, zoals bijvoorbeeld die van het voor- en achterwiel van een fiets). Waarbij "dit" en "dat" natuurlijk per definitie ook weer zaken uit de werkelijkheid zijn, of "de wereld" - of zaken die "exist". Het "waarom" van een zaak is de vraag naar het causaal verbondene van die zaak, dat wil zeggen: hoe de zaken in de wereld verbonden zijn. En als je er van begin af aan van uitgaat dat de wereld bestaat uit dingen die voor een deel verbonden zijn (denk maar aan die communicerende mensen), dan is de vraag naar "waarom" dus dezelfde als de vraag naar "de wereld". Oftewel: in de uitdrukking "Why does the world exist" die het verband zoekt tussen drie termen, staat in feite drie keer hetzelfde. Het is helemaal geen vraag. Het is een voorbeeld van de cirkelredenering al lang geleden ontdekt en besproken en al vele malen gepersifleerd, bijvoorbeeld door Ambrose Bierce in The Devils Dictionary (1911) :
Een leuk spelletje, dit, hè ...? De vraag naar de zin van het bestaan is dus een zinloze vraag. En het nastreven van zinloze zaken brengt heel vaak ook andere vormen van ellende. Waarvan het meest pregnante voorbeeld natuurlijk de religie is. Hoe hardnekkiger het streven van de religieus of de religieuze stroming om zin aan het leven te geven, des te naargeestiger die mens of die religie . Met bovenaan het lijstje natuurlijk de drie monotheïstische godsdiensten: judaïsme, islam en christendom . Ook in deze volgorde die van hardnekkigheid en weerzinwekkendheid. Met als ander zichtbaar gevolg dat de individuen die afvallen vaak vervallen tot cynisme, met weer het drietal, en met name de eerste, aan kop . Overigens: als goede tweede mag hier ook nog de filosofie genoemd worden, met name die variant die zich kenmerkt door titels als "Das Wesen das Daseins" (Wikipedia) en termen als "existentialisme" (Wikipedia). Hele faculteiten zijn gevuld met zichzelf intelligent achtende mensen die dit bestuderen, en die er hele boekenkasten mee volschrijven. Dit is op deze website besproken onder de noemer "zenuwziek intellectualisme" . Zwart-witdenken In Denkfouten is gewezen op het fundamentele karakter van de fout in zwart-witdenken : niets in de werkelijke wereld is zwart-wit oftewel absoluut - alleen in de wereld van de wiskunde bestaat een dergelijk concept. Desondanks is de fout dermate wijdverspreid, dat er diverse namen voor zijn, zoals het in Denkfouten genoemde "absoluut dichotoom"-denken, "uitgesloten derde", absolutisme, ideologisme, Platonisme, enzovoort. Op het vlak van de psychologie zijn er nog meer varianten genoemd, zoals abstractisme , intellectualisme , cynisme , solipsisme en natuurlijk: religie . Dat laatste vooral indien van de monotheïstische soort: Jodendom, islam, christendom . Alledrie gaan uit van een Absolute Heerser, dragende de Absolute Waarheid, enzovoort. In combinatie met de eerdere constatering dat niets hiervan bestaat in de werkelijkheid: een Absolute Gestoordheid. Waarop logischerwijs de vraag volgt naar de oorzaak van de wijde verspreiding ervan, waarop het evolutionaire antwoord luidt: het zit in de neurologie - de structuur van het zenuwstelsel. Wat gespecificeerd kan worden tot: de manier waarop in de hippocampus de werkelijkheid wordt geanalyseerd in concepten , middels een proces dat getraind oftewel aangeleerd wordt, welk training mede werkt door de beloning van hits op concepten, en wie een Absoluut Geloofstelsel heeft aangeleerd dat altijd hits geeft:"Het is de Wil van God", krijgt neurologische beloning in de vorm van dopamine , en psychologische beloning in de vorm van een "Ik ben Goed"-gevoel. Deze beschrijving maakt duidelijk dat dit een zelfversterkend proces is, of in psychologische termen een "valkuil" . En ook dat het behoort dat de algemene categorie "verslaving" . Leidende tot vele gevolgen in het denken, van zeer hinderlijk tot diverse mate van ernstig . Naar site home ·. |